groep boomen: ziedaar de compositie.
Alles is even bewonderenswaardig in dit grootsche stuk: de soberheid der kompositie en de dramatische kracht niet minder dan de onberispelijke teekening en de na?eveteit der uitdrukking, of het rijke harmonische koloriet: hoe uitmuntend past dat heldere blauw van de tuniek bij dien rooden mantel en de fijne carnatie van het lichaam van Isaak.--Dit meesterstuk heeft, in het begin dezer eeuw, eenigen tijd een sieraad uitgemaakt van den Louvre, maar hernam in 1815 zijne oude plaats in den dom van Pisa.
Twee knielende heiligen, Sinte-Margaretha en Sinte-Catharina, beiden van Andrea del Sarto, kunnen, wat bevalligheid van teekening en betoovering van koloriet aangaat, ten volle met de schepping van Sodoma wedijveren. Trouwens, onder al de tijdgenooten van Sodoma is er geen, wiens talent zoo veel overeenkomst met het zijne heeft als Andrea del Sarto; maar toch hoop ik dat men mij niet van onrechtvaardigheid zal beschuldigen als ik zeg, dat zijn ietwat banale stijl nooit de souvereine distinctie, de onvergelijkelijke gratie bereikt van zijn lombardijschen mededinger. Twee andere schilderijen van Andrea del Sarto, Sint-Petrus en Sint-Jan Baptista, kunnen de vergelijking niet doorstaan met de beide heilige vrouwen, die eene bijkans onwederstaanbare bekoring uitoefenen.
De beeldhouwkunst van de Renaissance is hier vooral vertegenwoordigd door de bronzen van Jean Bologne: een beeldje van Christus en een van Johannes den Dooper, op de wijwaterkommen geplaatst, zijn in 1602, naar modellen van den meester, gegoten door Palma da Massa: zij zijn dus uit denzelfden tijd als de deuren van de kathedraal. Het bronzen crucifix van het hoogaltaar is van het volgende jaar, 1603, en een van de beroemdste werken van den laatsten grooten beeldhouwer der Renaissance. Het hoofd van den Heiland is op de borst gezonken; de oogen zijn gesloten; het lichaam schijnt onder zijn eigen zwaarte te bezwijken. Het is het laatste oogenblik van den doodstrijd; "maar, heeft een fransch schrijver zoo juist gezegd, men gevoelt dat het de doodstrijd is van een God. Geen spoor van stuiptrekking, geene samentrekking der spieren. De alles beheerschende indruk is die van kalmte en overgave".
Een ander kunststuk van brons, de groote, van het gewelf afhangende lichtkroon, dankt zijne vermaardheid minder aan zijne eigene kunstwaarde, dan aan de bijzonderheid dat Galilei door de bewegingen van die kroon werd opgewekt om de wetten van de slingerbeweging te bestudeeren. Toch is die kroon een smaakvol stuk werk, dat zijn vervaardiger, Vincenzo Possente van Pisa, de grootste eer aandoet; volgens de overlevering zou de lichtkroon in 1587 gemaakt zijn.
Slechts in het voorbijgaan en welstaanshalve maak ik melding van het vermaarde zilveren altaar, in 1692 door Sebastiano Tamburini van Pisa vervaardigd: dit is een van die plompe en ziellooze dingen, die langen tijd de bewondering van de toeristen hebben uitgemaakt, maar die door eene beter ingelichte en ontwikkelde kritiek zonder verschooning worden teruggebracht tot hunne ware plaats, zeer verre beneden de gewrochten van de kunst der middeleeuwen en der Renaissance, de eenige die in waarheid leeft.
III
Eenige schreden van den dom staat de doopkapel, een niet minder indrukwekkend monument, in denzelfden stijl ontworpen, hoewel het bijkans eene eeuw jonger is.
Met den bouw van de doopkapel werd in 1153 een aanvang gemaakt door den pisaanschen architekt Diotisalvi, die met de werken zooveel spoed liet maken, dat reeds na drie jaren de benedenverdieping voltooid was. Met de verdere voltooiing ging het minder voorspoedig; door gebrek aan geld was men genoodzaakt het werk te staken, dat eerst in 1278, alzoo eene eeuw later, voltooid werd.
De doopkapel is eene rotonde met drie verdiepingen; de onderste bestaat uit twintig in den muur gevatte zuilen, waarop blinde bogen rusten; de daarop volgende uit zestig kolommen, aan den top versierd met een menschenhoofd; de bovenste uit acht-en-twintig pilasters door vensters afgewisseld. De gothische baldakijns boven de tweede en de derde verdieping met de daarin aangebrachte beelden van profeten en apostelen zijn--het behoeft ter nauwernood gezegd te worden--een toevoegsel uit de dertiende eeuw. Een niet zeer fraaie koepel bekroont het gebouw, dat een omtrek heeft van ongeveer honderd-zeven ellen en eene hoogte van bijna vijf-en-vijftig el.
Twee prachtig gebeeldhouwde kolommen omlijsten de hoofddeur, tegenover den dom; even als de zuilen aan den hoofdingang der kathedraal, zijn ook deze kolommen van boven tot onder bedekt met lofwerk en bloemen, wier kelken bijvoorbeeld eene zittende vrouw die op de luit speelt bevatten of een nest met vogeltjes. Het is eene zonderlinge, wegsleepende kunst, niet meer die der middeleeuwen, nog niet die der Renaissance: men krijgt den indruk eener ontijdige ontwikkeling, intu?tie van de oudheid, maar die halverwege is blijven staan: de Renaissance van de vijftiende eeuw ging van andere gezichtspunten uit. Ware deze pisaansche renaissance van de twaalfde en de dertiende eeuw tot hare volle ontwikkeling gekomen, dan zou zij ons iets anders gegeven hebben dan de eigenlijke Renaissance; maar door velerlei oorzaken werd zij plotseling in haar ontwikkeling gestuit en haar
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.