Op de jacht in Mozambique | Page 3

Guillaume Vasse
op
jonge vogels, jonge patrijzen en, zoo noodig, plundert ze de
kippenhokken en bijt de hoenders dood. De huid wordt door de Kaffers
op hoogen prijs gesteld, en ze maken er gordels, zakken en
dans-ornamenten van."
De oogst was, wat groot wild betreft, niet zeer overvloedig in die buurt;
maar er werden veel vogels ingezameld, en alleen uit die streek zond de
heer Vasse 88 verschillende vogelsoorten geprepareerd naar Parijs voor
het Museum. Daarbij werden er vrijwat vogels geschoten voor de
braadpan, want daar er geen overvloed van ander wild was, moest men
zich wel met vogels vergenoegen. Om daarbij wat variatie in het menu
te hebben, ging hij soms staan onder een grooten boom met vruchten,
waarvan groene duiven en tortelduiven kwamen snoepen. De weitasch
was dan spoedig gevuld met wat een goeden maaltijd opleverde, en
getrouw aan den regel dien hij zich in Afrika had gesteld, om nooit
noodeloos te moorden, keerde hij dan naar het kamp terug.
Tegen het eind van September 1904 deed het gezelschap een uitstapje
naar het dal der Mavuzi, rechterzijtak van de Pungwe. Daar is een
granietplateau, dat de bekkens van de Pungwe en de Hondé scheidt.
Langs de Mavuzi vindt men veel Kafferdorpen, waar aan landbouw
wordt gedaan en waar men zelfs goed onderhouden rijstvelden ziet. Er
waren wel enkele antilopen; maar het wild was ellendig schuw, want er

jaagden daar een heirleger van zwarten in den dienst van Europeanen.
In een kamp aan de Muza maakte het fransche reisgezelschap kennis
met een hevige overstrooming, waarbij het water als een stortvloed van
de bergen kwam en alles onder water zette. De maanden October,
November en December, als het lente is in Zuid-Afrika en de natuur
ontwaakt, brengen veel stormen en onweders. Men kan in dien tijd nog
wel jagen; maar in den zomer, dat is in de maanden Januari, Februari en
Maart, volgt de periode der regens en overstroomingen, met een
verbazende ontwikkeling van den plantengroei bij verschrikkelijke hitte.
Dan treedt de tijd van gedwongen werkeloosheid in voor den
onderzoekingsreiziger, behalve als hij jacht wil maken op groote
dikhuidigen en op buffels. De herfst brengt in de maanden April, Mei
en Juni koelere nachten; de graansoorten worden rijp, het gebladerte
vergeelt, de rivieren treden in haar beddingen terug, en tevens is dit de
tijd der koortsen en de periode, waarin de leeuwen het gevaarlijkst zijn.
In de drie maanden Juli, Augustus en September volgt de winter met de
hevige droogte, die allen plantengroei doet ophouden, de boschbranden
begunstigt en de jacht en het reizen vergemakkelijkt.
In dien tijd ontsteken de inboorlingen overal reuzenvuren, om den
grond schoon te maken. Gevoed met wat een brandende zon heeft
uitgedroogd, ontwikkelt het vuur zich snel, en als er wind is, beweegt
het zich met reuzensnelheid. Het schouwspel is vaak tooverachtig mooi.
Over een lengte van bijna een kilometer, rolt een geweldige
vlammengolf, die bijna vier meter hoog is, brullend voort,
voorafgegaan door dikke rookwolken. Onder den vuurkus storten de
rechtopstaande halmen ter aarde; de boomen trillen en worden gehuld
in een nevel, waarin hun takken kaal worden; de groote palmen met
vleezige, breede bladeren schudden in de zee van vlammen, terwijl de
groote, holle bamboekokers uit elkaar springen en aan een hevig
geweervuur doen denken in de diepe ravijnen.
Alles vlucht voor den brand; de dieren, die hem al op grooten afstand
bemerken door den reuk, vluchten naar de zijden; de slangen gaan hun
onderaardsche schuilplaatsen opzoeken, en de groote entomologische
familie is als waanzinnig geworden en klimt, klautert, springt en vliegt
in ontzetting weg. Alleen de vogels van alle dieren der schepping
verheugen zich over zulk een ramp. Zij doen heerlijke vangsten en
vervolgen de insecten met blijde kreten. In een oogwenk is alles

verbrand op den grond en al het struikgewas, dat het gezicht
belemmerde en in het loopen en trekken zoo hinderlijk was, is
veranderd in wat asch, waar zwarte stronken uit opsteken, terwijl een
doordringende roetlucht boven alles hangt. De zuiveraar van den
afrikaanschen grond is aan het werk geweest.
Over dag is zulk een brand al een mooi gezicht, maar des nachts is de
aanblik eenvoudig overweldigend. Als het donker is, worden alle
geluiden die veel minder hoorbaar schenen in den vollen zonneschijn,
luider en sterker, en ook de stem van het vuur zwelt dan aan als tot een
gehuil. De horizon is geheel in purper gezet en wordt door een
vlammenzee omsloten.
De bovengenoemde overstrooming van het kamp was de aanleiding,
dat de heer Vasse zich naar een zijner landgenooten begaf, die in de
buurt woonde, den heer Pacotte, en deze, een ingenieur,
vertegenwoordiger van eenige mijnmaatschappijen, bezorgde aan het
reisgezelschap een huisje te Andrada, op acht kilometer afstands van
Massikessé. Het was een huis van leem en hout, gewit en gedekt met
een zinken dak. Geen paleis, maar, vergeleken bij
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 18
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.