Op Samoa | Page 4

Eginhard von Barfus
onder hun Lava-Lava, een lendendoek van Tapa. Dit is een stof, die op papier gelijkt en gemaakt wordt van de roode bladeren van den Ti-boom. In den laatsten tijd is deze Tapa echter door gekleurd katoen vervangen geworden. Onder de inlanders gaan de jongelingen, die zich niet hebben laten tatoue?eren, voor onmanlijk door. Ook onderwerpen veel vrouwen zich aan deze kunstbewerking, hoewel in mindere mate. Zij bestaat doorgaans alleen uit stippen en een aantal plus- en minusteekens, d. w. z. kleine kruisjes en streepjes en is gewoonlijk met den Lava-Lava of lendendoek bedekt.
Gehoor gevend aan een verzoek van den directeur, kwamen wij op den vijfden dag na onze landing, dadelijk na zonsopgang ten zijnen huize, om hem naar de plantage Vaitele te vergezellen. Op aardige, vrij kleine paardjes, die, naar mijnheer Beckmann ons mededeelde, van het eiland Timor ingevoerd, dus zoogenaamde Sandelhoutpaarden waren, reden wij, door twee bedienden gevolgd, die in valiezen eenigen mondkost meevoerden,--het eerst naar den linkeroever van den Sigago-stroom, die zich ten Oosten van Apia in de haven uitstort, om vervolgens langs zijn oevers onzen weg stroomopwaarts voort te zetten. Zooals wij van den directeur vernamen, ontspringt de Sigago op de zuidelijke hellingen van den 2500 voet hoogen berg Godefroy, ongeveer vijftien kilometer zuid-oostelijk van Apia, en stroomt dan door een heerlijk vruchtbaar dal tot aan zijn mond bij Apia voort.
Ik was letterlijk overweldigd door den aanblik van deze menigte kokospalmen, bananen, benevens papaya's, oranje-mango-broodvruchtboomen en bloeiende heestergewassen, wier namen mij onbekend waren; en dan, die kostelijke, bedwelmende geur, dien voornamelijk de bloeiende oranjeboomen en heesters verspreidden! Het was inderdaad verrukkelijk!
Daar wij zonder iets gebruikt te hebben de stad verlaten hadden, rustten wij een uur later in een schaduwrijk boschje van oranjeboomen en bananenpalmen, en verkwikten ons aan de versnaperingen, die de bedienden ons uit de tasschen toereikten.
Zooals de directeur nu onder ons ontbijt vertelde, had het huis Johan Cesar Godefroy en zoon in 1857 zijn eerste handelszaak op Upolu in Apia opgericht, en spoedig daarna in het bovendal van den Sigago, de plantage Vaitele aangelegd, die weldra gevolgd werd door de plantage Veilele, aan diezelfde rivier gelegen. In 1865 ontstond in het district Mulifanua, 32 kilometer westelijk van Apia, de uitgebreide en belangrijkste plantage Mulifanua, en wat verder op Savau, het grootste eiland der geheele groep, de kleinere plantage Vaiputi. In het geheel verkreeg de Hamburgsche firma op de Samoa-eilanden meer dan 3500 hectaren grond in bezit, die ontgonnen werd. Toen nu omstreeks het jaar 1880, het huis Godefroy,--dat in dien tusschentijd genoodzaakt geweest was, zijn betalingen te staken,--aanbood zijn bezittingen op de eilanden onder Duitsche bescherming te stellen,--en dit door de regeering, van de hand werd gewezen, nam de Duitsche Handel- en Plantage-Maatschappij, die kort geleden opgericht was, al de factorijen en plantages der firma in de Zuidzee over.
Na ons ontbijt, stegen wij weer te paard en bereikten een uur later Vaitele, waar wij door den directeur, die van onze komst door een vooruit gezonden bediende verwittigd was, v����r diens woning ontvangen werden. Dit was eveneens een eenvoudig houten gebouwtje, maar te midden van oranje- en bananenboomen gelegen, en maakte daardoor een bijzonder vriendelijken indruk.
Nadat de directeur ons aan den heer Tiedemann had ge?ntroduceerd, stelde deze voor, de naastbij gelegen aanplantingen eens in oogenschouw te nemen, voor het te heet werd. Terwijl in het vochtige, lagere gedeelte, in de onmiddellijke nabijheid van den rivieroever, voornamelijk suikerriet, yams, de zoete knolvrucht, die in de tropen onzen aardappel vervangt--en ook de tarowortels geplant waren, stonden op de eenigszins hoogere hellingen, honderden kokospalmen, broodvruchtboomen, mango's, bananen, papaya's en oranjeboomen. De gewichtigste boom voor den handel was, zeide de directeur, intusschen de kokospalm; deze bereikt dikwijls een hoogte van honderd twintig voet, zonder dat er de kleinste tak of twijg aan zijn slanken stam te zien is. Boven aan de bladerkroon groeien de noten in menigte tegen den stam aan.
Mijnheer Tiedemann was zoo vriendelijk, mij en vooral mijn collega Gaedecke, als natuurkenner, uit te leggen, hoe men de kopra, [1] dit gewichtig handelsartikel, het best aankweekt. Eerst na zeven of acht jaar geeft een kokospalm den eersten oogst; de noten worden niet geplukt, maar men wacht, tot zij rijp naar beneden vallen; dan worden zij opgeraapt en in manden op ezels naar rijwegen gebracht, vanwaar zij in karren, met ossen bespannen, naar de factorijen vervoerd worden. Na opengemaakt te zijn, wordt de vleezige kern er uit gesneden, op eesten gedroogd en eindelijk luchtig verpakt, naar Europa verzonden. De harige bolsters, waarvan in andere landen, zooals op Ceylon, de Sunda-eilanden enz. de kokosvezels verkregen worden tot het vervaardigen van matten, touwen en dergelijke, gebruikt men op Samoa niet; men verbrandt ze eenvoudig.
Verder onderrichtte mijnheer Tiedemann ons nog, dat een volwassen kokospalm op zijn plantage, jaarlijks gemiddeld tachtig tot honderd noten oplevert, en uit vijf noten wordt somtijds een kilogram kopra
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 61
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.