Onder Moeders Vleugels | Page 6

Louisa May Alcott
over, om den pelgrimstocht nog eens weer te beginnen, niet spelend maar in ernst, en te zien hoever jullie 't brengen kunt, voordat Vader thuis komt."
"Maar, Moeder, wat zijn onze pakken dan?" vroeg Amy, die alles letterlijk opvatte.
"Wel, behalve Bets, hebben jullie allemaal al gezegd, wat je bezwaarde, en ik zou haast denken, dat zij niets heeft," zei mevrouw March.
"Ja zeker wel; ik houd niet van vuile borden wasschen en stof afnemen; ik benijd altijd de meisjes, die een mooie piano hebben, en dan vind ik zoo naar, ik altijd verlegen ben voor vreemde menschen."
Het pak van Bets scheen de anderen zoo grappig toe, dat ze moeite hadden niet te lachen; maar ze bedwongen zich, want het zou haar erg gegriefd hebben.
"Als we 't eens deden," zei Meta peinzend. "Het is maar een andere naam voor probeeren om goed te zijn, en het verhaal zal ons misschien helpen; want al willen we ook nog zoo graag, het is vreeselijk moeilijk, en we vergeten het telkens weer."
"We waren van avond in den "Poel der Moedeloosheid" tot Moeder kwam en er ons uittrok, zooals "Helper" in het boek deed. We moesten onze perkamenten rollen hebben met de aanwijzing, zooals Christiaan van Evangelist kreeg. Wat zullen wij daarvoor gebruiken?" vroeg Jo, verrukt over dien inval, die een kleurtje gaf aan de zoo drooge taak van haar plicht doen.
"Kijk op Kerstmorgen maar eens onder je kussen, daar zul je je gids vinden," zei mevrouw March.
Terwijl de oude Hanna de tafel opruimde, spraken ze over het nieuwe plan; toen werden de vier kleine werkdoosjes voor den dag gehaald, en de naalden vlogen door de lakens, die de meisjes voor tante March naaiden. Het was een vervelend werk, maar niemand was vanavond ontevreden. Ze volgden Jo's idee om de lange zoomen in vier deelen te verdeelen en ze Europa, Azi?, Afrika en Amerika te noemen; zoo kwamen ze een heel eind vooruit, onder 't praten over de verschillende landen, die ze al zoomende moesten doortrekken.
Om negen uur werd het werk opgeborgen en zongen ze zooals altijd, eer ze naar bed gingen. Niemand, behalve Bets, kon nog muziek ontlokken aan de oude piano; 't was of zij de gele toetsen op een bijzondere manier aanraakte, en de eenvoudige liederen, die zij zongen, wist ze altijd even prettig te begeleiden. Meta had een stem als een lijster en zij en haar moeder leidden het kleine koor. Amy zong als een krekeltje, en Jo kwinkeleerde naar welgevallen, maar kwam altijd verkeerd uit met een triller of iets dergelijks, hetgeen elke droefgeestige melodie totaal bedierf. Dat hadden ze altoos gedaan van het oogenblik, waarop ze konden lispelen:
Weet gij hoeveel hejde terren, Aan den blauwen hemel taan.
en het was eene vaste gewoonte geworden, want Moeder March was eene geboren zangeres. 's Morgens was haar stem het eerste wat gehoord werd, als ze het huis doorliep, zingend als een leeuwerik, en het laatste geluid 's avonds was hetzelfde lieflijke lied, want de meisjes werden nooit te oud voor dat overbekende wijsje.

HOOFDSTUK II.
EEN VROOLIJK KERSTFEEST.
Jo werd het eerst wakker op den grauwen, schemerachtigen Kerstmorgen. Er hingen geen kousen bij den haard, en gedurende een paar minuten voelde ze zich even teleurgesteld, als toen, jaren geleden, haar kleine kous op den grond viel, omdat die zoo volgestopt was met lekkernijen. Toen herinnerde ze zich de belofte van haar moeder, stak haar hand onder het kussen en haalde er een rood gebonden boek onder uit. Ze kende het heel goed, want het was de mooie, oude geschiedenis van het beste leven, dat ooit geleefd is, en Jo voelde, dat het een trouwe gids was voor elken pelgrim, die de lange reis ging aanvaarden. Ze maakte Meta wakker met "een gelukkig Kerstfeest" en riep haar toe eens gauw te zien wat er onder haar kussen lag. Een groen boek kwam te voorschijn, met hetzelfde plaatje er in en een paar woorden door haar moeder geschreven, waardoor dit eenige kerstgeschenk heel kostbaar werd in de oogen der meisjes. Weldra werden Bets en Amy ook wakker, zochten en vonden hun boeken ook dadelijk--het eene grijs, het andere blauw; en alle vier zaten ze er naar te kijken en over te praten, terwijl het Oosten rood gekleurd werd door den aanbrekenden dag.
In weerwil van haar kleine ijdelheden was Meta een zacht, goedhartig meisje, dat onbewust een goeden invloed uitoefende op haar zusters, vooral op Jo, die innig veel van haar hield en dikwijls haar raad volgde, omdat Meta haar op zoo'n vriendelijke manier terecht wees.
"Kinderen," zei Meta ernstig, en keek van het verwarde hoofd naast haar, naar de twee krullebollen in de andere kamer. "Moeder hoopt, dat we de boeken zullen lezen, en er naar handelen, en we moeten er dadelijk mee beginnen. Wij deden het vroeger heel trouw, maar sedert Vader weg is en al de drukte van
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 122
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.