de banken en ondiepten te vervallen, die Mangia aan alle kanten omringen, namen de inboorlingen met luid geschreeuw afscheid van ons, en het brooze vaartuig voer recht naar de branding toe. Ik nam mijn verrekijker en was alzoo getuige van eene eigenaardige vertooning, de _gorué_, eene uitspanning, die ge niet zonder huivering kunt aanschouwen.
De prauw werd op het rif gezet, en verschillende jongelieden sprongen uit het vaartuig en doken in de opening tusschen de koraalriffen, juist op de plek waar de branding het hevigst was en de zee een draaikolk geleek. Naderhand vertelde men mij, wat de _gorué_ eigenlijk is. De duikers zijn gewapend met een plank van drie of vier voet lengte en wachten, op die plank uitgestrekt, tot eene machtige golf hen in de hoogte zal tillen. Op het oogenblik waarop de golf hen aanraakt, weten zij met eene vlugge beweging er zich boven op te werken, en in een oogwenk worden zij tot bij het strand medegevoerd. Een Europeaan zou gewis verpletterd worden; de inlanders, die als bruinvisschen zwemmen en duiken, maken zich los van de golf juist als zij tegen de rotsen gaat breken, en zwemmen weer terug, om hetzelfde spel te hervatten. Naar men mij verhaalde, nemen zelfs vrouwen en kinderen daaraan deel.
Mangia heeft misschien dertig mijlen in omtrek. De grond is uiterst vruchtbaar en voor een groot deel met bosch bedekt; het eiland wordt zeer goed bebouwd door inlandsche planters, die van de lessen en het voorbeeld hunner europeesche onderwijzers uitmuntend partij hebben weten te trekken: dat resultaat verdient te meer waardeering, omdat de Mangianen van zuiver ma?ri-ras zijn. De vierduizend inwoners van het eiland houden zich alleen met landbouw bezig, en hunne plantages maken den besten indruk.
De woningen der inlanders, van hout getimmerd, zijn voor het meerendeel met kalk gewit, hetgeen een uitmuntend voorbehoedmiddel is tegen het felle branden der zonnestralen. Elke woning is omringd door een lagen muur van koraalblokken, waarvan de melkwitte kleur scherp afsteekt bij het donkergroen der tropische planten. De eigendomsrechten zijn nauwkeurig omschreven; de grond heeft hier eene wezenlijke waarde.
De woning van den protestantschen leeraar op Mangia voldoet aan alle vereischten van comfort in een heet klimaat, waar de eenvoud van het ameublement eene wezenlijke voorwaarde van de gezondheid is. Het huis is ruim en boven den grond verheven; een woud van kokospalmen, mango- en broodboomen bedekt den heuvel, tegen welks helling de cottage is gebouwd. Bij het doorwandelen van de heerlijke lanen van het park, dat tot de pastorie behoort, zou men kunnen denken, op het buitengoed van een of ander landedelman te zijn. Welk een onderscheid met de ellendige krotten, waarin sommige andere missionarissen moeten verblijven!
In tegenwoordigheid van Europeanen, die hem met vragen zouden kunnen lastig vallen, houdt deze engelsche predikant zich zedig op den achtergrond. Metterdaad echter is hij oppermachtig heer en gebieder over dit eiland, waar hij zich gevestigd heeft en dat hij bijna als zijn eigendom beschouwt. Zijne woning heeft hem niets gekost: de inboorlingen hebben het hout voor hem gehakt en de kalk van de koraalriffen gehaald; de mooie tuin, waarin hij naar hartelust mijmeren en botaniseeren kan, is een geschenk van de dankbare gemeente. "Ik ben niemand tot overlast, en tracht alleen een weinig nut te stichten", zoo zegt hij.
De raad der opperhoofden van Mangia neemt geen enkel besluit van eenig gewicht, zonder raadpleging en overleg met dien zachtzinnigen man, wiens invloed des te grooter is, omdat zijn eigen belang geheel buiten spel schijnt te zijn en dit, in den gewonen alledaagschen zin, meestal ook inderdaad is. Minder prijzenswaardig is het echter, dat hij zijn aandeel krijgt van de boete, op de overtreding van politiereglementen gesteld, waarvan de uitvoering aan inlandsche beambten is toevertrouwd en die dikwijls een zeer eigenaardig karakter dragen. De Europeanen, die tijdelijk op het eiland verblijven, de officieren der oorlogschepen, de koning en de koningin zelfs, zijn in beginsel gehouden, zich aan de bevelen van deze muto?s te onderwerpen. Deze reglementen en politie-verordeningen, waarvan de minste voorschriften door de inboorlingen letterlijk moeten worden opgevolgd, ademen voor het meerendeel den echten geest van het bekrompen, despotieke, puriteinsche ascetisme, dat in Engeland nog zooveel invloed heeft, en waarvan--als van elke absolute theorie--een der kenmerkende trekken is, dat het alle menschen met dezelfde maat meet en allen over één kam scheert. Het hoofdstuk betreffende de handhaving der goede zeden is uit dat oogpunt inderdaad merkwaardig; zie hier enkele van zijne bepalingen: "Ieder, man of vrouw, die na negen uren 's avonds buiten de omtuining van zijn huis wandelt, zal eene boete van twee piasters betalen aan den muto? die hem betrapt."--"Elke gehuwde vrouw, die door een gerechtsdienaar in te vertrouwelijk gesprek met een buurman gevonden wordt, zal eene boete betalen van vijftig piasters, waarvan twintig voor den predikant en de rechters, tien voor den koning of de koningin, en twintig
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.