Omhoog in het luchtruim! Praatje over het luchtvaartvraagstuk | Page 3

Frederike J. van Uildriks
Eigenaardig genoeg is de eigenlijke uitvinder van dat gas uit steenkool, de Hollander Jan Pieter Minckelers van Maastricht, in 1785 tot zijn ontdekking gekomen juist door zijn poging, om een gas te krijgen ter vulling van een ballon. Hij was een R.K. priester en leeraar in de natuurkunde aan een school in Leuven. In een geweerloop, dien hij voor retort gebruikte, verhitte hij stukjes steenkool. In het groot heeft hij zijn uitvinding niet toegepast, en nooit heeft hij beproefd, een gasfabriek op te richten, hoewel hij in het klein wel het schoollokaal, waar hij les gaf, door middel van steenkoolgas liet verlichten.
Bekend is, dat de geschiedenis den Engelschman William Murdoch als den ontdekker van het lichtgas huldigt en ze heeft daarin gelijk, want toen Murdoch in 1792 zijn ontdekking deed, ging hij er al gauw toe over, ook in het groot te werken, en richtte de eerste gasfabriek in Londen op, om straten en huizen met gas te verlichten. Die kwam gereed in 1814; in Amsterdam dagteekent de eerste gasfabriek van 1825.
Maar hoe groot ook door zijn enorm volume en de lichtheid van het gas, waarmee hij is gevuld, de stijgkracht van een ballon is, men is er geheel mee overgeleverd aan het spel der winden, als er geen toestel is aangebracht, om het groote gevaarte in de lucht te besturen. Wel hebben al de eerste luchtreizigers getracht, van de verschillende luchtstroomingen zóó partij te trekken, dat ze ongeveer kwamen, waar ze wilden wezen, want reeds Charles en Robert gebruikten een klep met touw, om gas te laten ontsnappen en dus te dalen; ook hadden ze ballast bij zich, bestaande uit zakken zand, om uit te gooien en dus door verlichting van hun luchtschip hooger te kunnen stijgen, maar dat offeren van ballast en gas, die ieder luchtreiziger maar in beperkte mate kan meevoeren, kan nooit lang duren, en al heel gauw zocht men naar middelen, om ballons te besturen van uit de door hen gedragen schuit of mand. Een roer en groote zeilen heeft men aan het luchtschip verbonden; men heeft het van riemen en schepraderen voorzien en groote vleugels er bij aangebracht, maar niets baatte; de wind bleef de baas, tot men eindelijk eenig succes behaalde met het aanbrengen van een schroef als voortstuwende kracht.
In stoombooten kende men al sinds het midden der 19de eeuw het gebruik van de schroef van ijzer, die, door een stoommachine snel gedraaid, het water achteruitduwde en de boot deed vooruitgaan. Op die wijze moest men een luchtschip kunnen voortbewegen, als men de schroef deed gelijken op het stel wieken van een windmolen. Het kwam er dan maar op aan, de schroef een groote snelheid te geven, want dan alleen kan ze een krachtige werking uitoefenen. En om die groote snelheid te bereiken, moest veel kracht worden aangewend. Maar hoe zou men een zware stoommachine met stoomketel en vuurhaard met een luchtballon meevoeren? Dat scheen onmogelijk; maar toch is inderdaad met een stoommachine het eerste voortbewegen van een bestuurbaren luchtballon, of die het ten minste bedoelde te zijn, beproefd.
Het was in 1852, toen de ingenieur Henri Giffard te Parijs met een kleine lichte stoommachine opsteeg. Hij had aan zijn grooten ballon van 2,500 kubieken meter inhoud, met steenkoolgas gevuld, om den weerstand van de lucht te verminderen, een langwerpigen, puntig toeloopenden vorm gegeven. Maar tegen den wind in ging het niet, en wat Giffard bereikte, was een snelheid van twee of drie meter in de seconde in windstille lucht. Ook zijn verdere proeven in 1855 en 1856 brachten hem niet verder.
Aan de schroef de vereischte snelheid te geven, dat was de quaestie, en mannenkracht is daarvoor ook al aangewend, toen o. a. in 1872 Dupuy de L?me, de beroemde bouwer van de eerste gepantserde schepen, acht sterke werklieden met zich meevoerde in het schuitje onder den ballon en hen afwisselend bij vieren tegelijk de as van de schroef liet draaien. Op zeer veel punten was het luchtschip van Dupuy de L?me een vooruitgang. Zoo had het al in den grooten ballon een kleineren met lucht gevuld, die meer of minder stijf opgepompt kon worden, en als het gas om de een of andere reden verminderde of inkromp, den ballon weer kon uitzetten en den oorspronkelijken vorm hem kon teruggeven, zonder dat de luchtsoorten zich vermengden. Lebaudy past dat stelsel ook toe bij zijn tegenwoordige proeven. Men kan de lucht weer uit den kleinen ballon laten ontsnappen, als het gas in den grooten uitzet, zooals gebeurt bij iedere verhooging van temperatuur of bij het stijgen in ijlere luchtlagen.
Maar hoeveel goeds er ook aan Dupuy de L?me's luchtschip was, het probleem der bestuurbaarheid losten ook zijn acht sterke mannen niet op, en al had men de acht door zestien of meer willen vervangen, wat zou het geholpen hebben? Ieder bracht immers ook zijn gewicht mee,
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 15
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.