Mijnheer Snepvangers

Lode Baekelmans
Mijnheer Snepvangers

The Project Gutenberg EBook of Mijnheer Snepvangers, by Lode
Baekelmans This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost
and with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it
away or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License
included with this eBook or online at www.gutenberg.net
Title: Mijnheer Snepvangers
Author: Lode Baekelmans
Release Date: February 14, 2005 [EBook #15048]
Language: Dutch and Flemish
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK MIJNHEER
SNEPVANGERS ***

Produced by Miranda van de Heijning, Guido Royackers and the
Online Distributed Proofreading Team.

LODE BAEKELMANS
MIJNHEER SNEPVANGERS
AMSTERDAM P.N. VAN KAMPEN & ZOON

HOOFDSTUK I.
VILLA YVONNE.
Mijnheer Snepvangers en Madame Snepvangers, geboren Verstraete,
hadden jaren gediend bij Notaris Boeykens in de Hobokenstraat. In het
statig, oude huis werd de vrijage van den heerenknecht met de
keukenmeid niet opgemerkt of stilzwijgend geduld. Daarbij gaf de
minnehandel geen aanstoot, geen stoornis in den dienst. Beiden waren
zeer degelijk en ernstig, en alle aardsche zotternij was hun
oogenschijnlijk vreemd. Om de veertien dagen profiteerden zij van een
half Zondagmiddagverlof om te wandelen en om plannen voor de
toekomst te beramen. De andere Zondagen, wanneer bovenmeid en
koetsier op gang waren, zaten zij gezellig voor het keukenraam uit te
rekenen wat er nog aan hun spaarpot ontbrak. Jaren lang hadden zij zoo
hun leven gesleten, gierig gespaard hun loon En de fooien, tot zij
eindelijk een flinken duit bezaten. En op een Zondag, zij waren toen
zes-en-dertig jaar geworden, was de beslissing gevallen. Een eenige
gelegenheid bood zich aan om een bloeiende kruidenierszaak over te
nemen en hun eigen meester te worden. Spitsvondig onderzochten zij
de kansen om noch Mevrouw noch den Notaris te krenken, vermits zij
in de buurt bleven en de oude meesters goede klanten konden wezen.
Daarbij was de bescherming niet te versmaden voor kleine lieden! Toen
zij het eens waren dat Snepvangers M. Boeykens onder vier oogen om
raad zou vragen, zaten zij in de schemering te staren naar de poort van
het krijgsgasthuis aan den overkant der straat. En toen het tijd werd om
voor het avondmaal te zorgen, overviel hun voor de eerste maal het
gevoel vreemden, ondergeschikten in dit huis te zijn.
Na het souper zat de Notaris meestal nog een uurtje op zijn bureel en
las er, onder pruttelend gaslicht, zijn gazet. Snepvangers talmde niet,
waagde het voor den eersten keer zijn meester te storen in zijne rustige
afzondering. Een beetje bekwemd keek hij naar het oud grijs heerken,
naar de bibliotheek achter hem, hoorde het kreukelen van de krant. Dan
vertelde hij van de schoone gelegenheid, van hun gewettigd verlangen
om eindelijk te trouwen, en zij kennen daarbij een geschikt meisje en

een kranige jongen om hen op te volgen. Dat gaf doorslag aan het
voorstel. Welwillend beloofde de Notaris zijn steun bij Mevrouw, en
meer nog wou hij doen om hen te beloonen voor de goede diensten
sinds ongeveer zestien jaar: Snepvangers zou hij in dienst nemen als
vaste getuige en ook voor verdere notariskarweikens gebruiken.
Zoo werd beslist over het leven van Mijnheer Snepvangers en zijn
vrouw geboren Verstraete!
Mevrouw Boeykens had toegestemd; de nieuwe dienstboden bleken te
voldoen.
De Zoutkeet nabij de Rozenstraat werd overgenomen door de
jonggetrouwden, die zich mochten verheugen in de klandizie van het
notarishuis. Een mooi stuivertje won Snepvangers als getuige, met
onder allerlei akten zijn naam te zetten. Het leven was nieuw en schoon,
zij gingen vooruit in de wereld met hard werken en zuinig te leven. Zij
beseften ten volle hoe zij zich verheugen mochten in de gunst van den
Notaris, maar waren tevens overtuigd dat eerlijkheid en vlijt steeds
passende belooning vinden in dit aardsche leven. Wie niet te lui is om
te werken brengt zijn schaapkens wel op het droge! Zij konden
gemakkelijk concurreeren tegen de winkels der buurt, verkochten alles
en nog wat, verleenden geen krediet, lieten niet poffen. Na een jaar
reeds namen zij een meid in dienst, een kloeke deerne uit Madame's
geboortedorp in den Polder: eenige maanden later huurden zij een
knechtje om den stootwagen te voeren en de bestellingen rond te
dragen.
De zaak was een goudmijn! Maar Madame was ook buitengewoon
geschikt om met de menschen om te gaan, luisterde geduldig en met
belangstelling naar de praatjes, had geen eigen meeningen over de
menschen en gebeurtenissen, kon dus steeds instemmen. Het dienen
had haar iets onderdanigs op het gelaat gedrukt, wat haar niet belette
meid en knecht flink te kunnen aanporren tot werken, en hard zijn
tegenover het schamel volksken uit de Rozen- en Paradijsstraten, dat
wel eens, door nood gedwongen, kleinigheden poogde te borgen. Zij
kon pingelen bij de reizigers en leveranciers, wist De vriendschap der
meiden uit heerenhuizen te onderhouden met kleine geschenkjes, zag

steeds kans om
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 57
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.