Met een der stoomers van de Maatschappij Nederland naar Genua | Page 3

J. Craandijk
goede land ontbreken de aanrakingspunten van gemeenschappelijke bekenden maar zelden. Als ten 7 ure de maaltijd is aangericht, terwijl de kust allengs voor het oog verdween, is niemand meer een vreemde in den kring en als de boot in den stillen, heerlijken avond over de spiegelgladde wateren glijdt, terwijl de sikkel der wassende maan daarover haar tooverlicht giet en van verre het licht van een vuurtoren als een laatste groet uit het vaderland straalt, is de gezelligheid gekomen in de kleine maatschappij, voor eenige dagen binnen de beperkte ruimte van ons stoomschip vereenigd.
En nu naar kooi, of klinkt dat wat ouderwetsch, dan naar "de couchette", zooals de frissche slaapplaats in meer modern Hollandsch heet. De oude, bekrompen en benauwde "kooi", één boven en één beneden, waar men geregeld het hoofd stootte, is vervangen door een luchtig, open rustbed, waar boven een groot venster met gordijnen, dat licht en desverkiezende ook lucht genoeg laat binnenstroomen. Onze hutten zijn boven, in de zoogenaamde "dekhut", gemakkelijk van het dek te bereiken en bij een der twee trappen, die naar beneden voeren. Zij zijn--betrekkelijk natuurlijk--ruim en hebben bergplaats genoeg [1]. Ook hebben zij het voordeel, dat men er geen last heeft van het nachtelijk "aschwippen", of van het vroegtijdig dek schrobben. Voor zeker aantal hutten zorgt een Javaansche bediende. 't Zijn modellen van oplettendheid, voorkomendheid en rustigheid. Gij kunt niet naar iets kijken, of 't wordt u aangeboden. Gij zoekt iets, en 't is of zij uw gedachten raden. Gij treedt de rooksalon binnen, om een pijp of sigaar aan te steken. Daar staat er reeds een voor u met een vlammetje. Aan tafel is de bediening vlug en kalm. Zij verstaan Hollandsch genoeg, om u te begrijpen, maar met zulke dienende geesten zijn haast geen woorden noodig.
Komt men vroeg aan dek, wat niet zelden geraden is, wanneer er iets in 't gezicht komt, spoedig verschijnt er een Javaan met een kop warme koffie. Tusschen 6 en 9 ure staat een overvloedig ontbijt gereed, 12.15 begint de lunch, ten 7 ure de maaltijd. [2] Tusschen ontbijt en lunch, evenals tusschen lunch en maaltijd, wordt een verfrissching aangeboden en 's avonds thee. Wat men verder verlangt, wordt verstrekt op een geteekenden bon, met het nummer der hut. Op bepaalde tijden wordt met den hofmeester afgerekend. Aan 't einde der reis bekomt deze een fooi, evenals de hutbediende en het Javaansche personeel en corps. 't Is hun van harte gegund, want van fooitjes-jagerij is geen sprake. Een sigaar is altijd welkom.
Voor alles, wat het gemak en genoegen der passagiers betreft, zorgt de administrateur. Hij bekleedt een belangrijke plaats aan boord. De heer Mulié, die deze functie op de Willem II vervulde, heeft alle aanspraak op onzen dank voor de wijze, waarop hij het deed. Is de administrateur altijd bezig, 't hangt van omstandigheden af, of een ander lid van het vaste officierscorps, de scheepsdokter, al of niet in de gelegenheid is, diensten te bewijzen. Onze medicus (Dr. Rogge) behoefde als zoodanig gelukkig niet op te treden. Hij kon zich bepalen tot de aangenamer taak, om door zijn persoonlijkheid ruimschoots het zijne bij te dragen tot den opgewekten geest, die aan boord heerscht. Daar blijft een mensch van zelf wel gezond bij! De gezagvoerder heeft zijn verblijf op de brug, waar de toegang niet vrij is, maar somtijds vergund wordt, ook een kleine wereld op zich zelf, afgescheiden van de alledaagsche dingen daar beneden. In letterlijken zin kan niet gezegd worden, dat hij daar "een oog in 't zeil houdt". Maar van daar gaat het wakend, vaak gewapend, oog over alles op de zee, aan den hemel, op het land. Als zijn plicht hem daar niet vasthoudt, daalt hij af naar lager sferen en neemt hij aan den maaltijd en aan de gesprekken deel. Ook de andere scheepsofficieren vertoonen zich in hun vrijen tijd wel op het dek onder 't gezelschap.
Althans tot Genua wordt de scheiding tusschen de passagiers der 1ste en 2de klasse niet streng gehandhaafd. Daartoe is ook geen reden bij het kleine getal en den maatschappelijken stand der laatsten, onder wie een leeraar uit Amsterdam en een Duitsch professor gevonden worden. Voor kinderen beneden de 12 jaren worden de maaltijden aangericht in een afzonderlijk salon, onder toezicht der hofmeesteres. Bij ons is de kinderwereld slechts vertegenwoordigd door één vijfjarig meisje, dat spoedig aller lieveling werd.
Een verdienstelijk man aan boord is de barbier, die bovendien met de pianola de dansen der jongelui begeleidt en ook kleine reparaties aan kleedingstukken verricht. Er is ook gelegenheid, te laten wasschen en strijken, maar de Chinees, wien Dr. Groneman met eere vermeldt als een "die zijn kunst van stijven en strijken bijna volkomen meester is", was vermoedelijk naar het Hemelsche rijk teruggekeerd.

Wij gingen dan dien eersten avond wel voldaan naar kooi. Van lichamelijke vermoeienis kon wel geen sprake zijn,
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 18
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.