een zeer sterk fort, hetwelk de geheele landtong en den ingang der zee?ngte bestrijkt; de Citadel, aan het uiteinde van de landtong gelegen en alleen over een ophaalbrug toegankelijk; en eindelijk de eigenlijke stad of Almena, waar de burgers en handelaren wonen. Hier bevinden zich ook de hoofdkerk, twee kloosters, een hospitaal en onderscheidene scholen, waaronder eene voor de zeevaart. Langs den zeeoever voert eene kade, vanwaar men een verrukkelijk uitzicht op Spanje heeft. Aan de andere zijde der stad ligt de Alameda of openbare wandelplaats, vanwaar men het oog kan laten rondwaren, langs de Marokkaansche kust tot aan de bergen van het Riff. Het aantal inwoners bedraagt bijna 12,000 en deze vormen een mengelmoes van Spanjaarden, Engelschen, Franschen, Italianen, Mooren, Negers, Mulatten, Isra?lieten en Marokkanen. Ceuta is de zetel van een bisschop, gesteld onder den aartsbisschop van Sevilla; de Spaansche Regeering bezigt de stad voornamelijk als ballingsoord en bagno.
Ceuta is het oude Septa of Septum of Ad Septem fratres: In de zeven broeders.
Het wordt door sommigen voor Abyla, door anderen voor het Esilissa van koning Ptolomeus gehouden, en was weleer de hoofdstad van Mauritania Tingitana. Na den val van het Romeinsche rijk werd de stad achtereenvolgens door de Vandalen, Gothen en Arabieren overweldigd. Laatstbedoelden gaven haar den naam van Septa, en verhieven haar tijdens hunne heerschappij over Zuid-Spanje, tot een gewichtig oord. Later viel zij ten deel aan de Hamoedieten en daarna aan de Almoravieden; en in 1409 werd zij veroverd door den Portugeeschen koning Jo��o I, nadat ook de Genueezen er reeds korten tijd heerschappij hadden gevoerd.
In 1580 kwam zij tegelijk met Portugal aan Spanje en bleef hieraan onderworpen,--ook na de scheiding van die twee rijken in 1640.
Vruchteloos belegerden haar de Marokkanen bijna 23 jaren, van 1697 tot 1720, en te vergeefs trokken zij in 1732, onder aanvoering van den bekenden renegaat Ripperda, nogmaals met een groote krijgsmacht derwaarts. De stad werd dapper verdedigd, en is ook nu nog het belangrijkste steunpunt der Spanjaarden in Noord-Afrika.
Er bestaat niets levendiger ter wereld dan die beroemde zee?ngte van Gibraltar, die als het ware de monding der Middellandsche zee vormt. Het is langs dat smalle kanaal, dat de heerlijke en overschoone Amphytrite water-verversching uit de wereldzee, uit den Atlantischen Oceaan erlangt. Daarlangs ontvangt zij ook duizenden vaartuigen, die van Noordelijk Europa en van de beide Amerika's komen, om de honderden havens aan te doen, die langs haren onmetelijken omtrek aangetroffen worden. Daarlangs stoomen, naar binnen en naar buiten, die prachtige en groote pakketbooten, die oorlogschepen van alle nati?n, aan wie het genie van een Franschman, van Ferdinand de Lesseps, eene deur ontsloten heeft, toegang verleenende tot de Roode zee, tot de Golf van Bengalen, tot den Indischen Oceaan, tot de Chineesche zee en tot de Groote Stille Zuidzee.
Die Straat, door de Ouden Fretum Herculeum geheeten, heeft eene diepte van 16 meters [1], doch bezit in haar vaarwater geen banken of klippen. Toch levert zij voor de schepen, die uit de Middellandsche zee komen, wel eens gevaar op, wegens den sterken stroom, die er van den kant van den Atlantischen Oceaan doorheen trekt. Bij dezen is de ingang der Straat--tusschen Kaap Trafalgar en Kaap Spartel--vijf geographische mijlen, en aan den anderen kant--tusschen Punta de Europa en Punta de Afrika--ruim half zoo breed. Het smalste gedeelte is 1 2/3 geographische mijl breed en bevindt zich tusschen Punta del Frayle, ten noorden, en Punta de Ciris ten zuiden.
Aan de Afrikaansche kust is de Straat begrensd door een effen rotswand; doch de oever aan de Europeesche zijde vormt onderscheidene inhammen, bepaaldelijk ten oosten in de golf van Gibraltar, die ook, vanwege de daartegenover gelegen stad, Golf van Algesiras geheeten wordt.
Niets schilderachtiger bestaat er dan die smalle zee?ngte, die door hoog gebergte van zeer verschillend uitzicht omlijst is. In het noorden strekken zich de Sierra's van Andalusi? uit. In het zuiden steigeren langs die zoo heerlijk ingesneden kust, van Kaap Spartel af tot aan de punt van d'Almina, de zwarte toppen van de Bullonen, van den Apenberg en de nokken van de Septem fratres, de Zeven Gebroeders omhoog. Rechts en links vertoonen zich in de diepte der baaien en der kreeken, of als neergevlijd aan den voet en op de eerste hellingen, welke zich langs de lagere kuststreek uitstrekken en door een reusachtigen achtergrond beheerscht worden, schilderachtig gelegen steden, als Tarifa, Algesiras, Tanger en Ceuta. Dan tusschen die beide romantische oevers vertoont zich voor den scherpen boeg der stoomschepen, die noch door de zee, noch door den wind weerhouden worden, of voor den steden der zeilschepen, die soms bij honderden door den westenwind in die monding naar den Atlantischen Oceaan weerhouden worden, eene zeer bewegelijke wateroppervlakte, die uiterst veranderlijk van kleurtinten is, die zich hier grijs en met machtige kuiven getooid voordoet, elders aangenaam blauw en kalm, hier weer geheele strepen van kleine krullende golfjes en
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.