Maroessia
De Ukraineesche Jeanne D'Arc
P. J. Stahl
Maroessia De Ukraineesche Jeanne d'Arc
Tweede druk Geheel herzien door A. C. Slop
Met 62 illustratiën naar teekeningen van Th. Schuler
D. Bolle--Rotterdam
I.
EEN ONBEKEND REIZIGER.
Ik zal u eens iets vertellen, dat heel lang geleden in de Ukraine is
voorgevallen, en wel in een vergeten, maar frisschen en bekoorlijken
hoek van deze landstreek.
Ik houd veel van die streken, waarover men weinig spreekt, die de
vreemdeling niet bezoekt, die men aan zich zelf overlaat, die haar
schuilplaatsen en haar geheimen, haar groote smarten en haar
eenvoudige genoegens voor zich houden. De geschiedenis van die
streken is meestal niet bekend. Men ontmoet er, wat men nergens
anders vindt: zaken en menschen zijn er nieuw. Die landen
hebben,--zonder het aan iemand te zeggen,--soms ook hun helden,
waarachtige helden.
Ik houd ook veel van helden,--vooral als zij er zich niet op beroemen,
dat zij 't zijn,--als zij eerlijk en oprecht zijn, als zij groote dingen doen,
zonder luidkeels te roepen: "Kijk eens aan! dat heb ik nu gedaan!
Onthoudt mij mijn belooning daarvoor niet!" maar alleen omdat zij niet
anders zouden kunnen dan heldhaftig te zijn.
Welnu, in dat afgelegen hoekje van de Ukraine stond vroeger een huis,
dat precies gebouwd was als andere buitenhuizen; en dit huis werd
bewoond door een kozak, Danilo Tsjabane, en zijn gezin.
Men verwarre de kozakken uit de Ukraine niet met die van den Don,
met die mannen met hun zware baarden, hun woeste oogen, hun ruwe
taal en hun onbeschofte manieren; zij lijken daar heelemaal niet op.
De bewoners van de Ukraine laten hun baard pas groeien, als zij vijftig
jaar zijn. Daaruit volgt, dat men in dit land alleen maar grijze baarden
of geen baarden ziet. De jongeren hebben snorren, evenals de Polen. De
bewoners van de Ukraine zijn groot, stevig en forsch gebouwd. Zij
hebben voor 't grootste deel regelmatige gezichtstrekken, keurig
gepenseelde wenkbrauwen, groote oogen, en een kalme, edele,
eenigszins strenge gelaatsuitdrukking, die wel eens somber schijnt.
In den tijd, toen de Ukraine een republiek was, zag zij zich gedurende
verscheidene jaren tusschen twee vuren geplaatst: Rusland en Polen.
Men zou zelfs kunnen zeggen; "tusschen vier vuren," als men de
Turken en de Tartaren meetelde. Eindelijk had deze republiek, omdat
zij het met de Polen niet eens kon worden, de "broederlijke" voorstellen
van Rusland aangenomen.
"Wij zijn te zwak om met onze naburen te blijven vechten. Wij hebben
den oorlog tot dusverre met roem gevoerd; maar wij zullen tenslotte
toch moeten verliezen. Rusland stelt ons een verbond voor. Laat ons dit
aannemen."
Zoo dacht en sprak het oude opperhoofd Bogdan Kmielnitski, en het
volk had zijn raad opgevolgd.
In het eerst ging alles goed. Vrijheid, gelijkheid, broederschap: de
Russen eerbiedigden dat alles; maar langzamerhand kwam er
verandering in den staat van zaken.
Na verloop van nog geen jaar had het volk genoeg redenen om tegen
zijn opperhoofd Bogdan te zeggen: "Wat hebben wij gedaan?"
Toen de oude Bogdan dit hoorde, huilde hij, naar men zegt, voor het
eerst van zijn leven.
"Laat ons een poging doen om het gedane te herstellen," zei hij; maar
hij slaagde er niet in en stierf van verdriet.
Na zijn dood had de Ukraine veel beproevingen te doorstaan. Zij werd
in twee partijen verdeeld: de eene was nog altijd voor Rusland, de
andere hield het met Polen.
Maar er was ook een derde partij ontstaan. Deze was voor de volstrekte
onafhankelijkheid van de Ukraine. Ongelukkig was die partij niet
talrijk. Op het tijdstip dat de zaken zoo staan begint ons verhaal.
De kozak Danilo Tsjabane dan, bewoonde met zijn gezin een huis op
het platteland.
Danilo had dit huisje geërfd: zijn vader, die het van zijn vader gekregen
had, die het ook weer van den zijnen had gekregen, had het hem bij zijn
overlijden nagelaten. Ik weet niet, hoevele geslachten van de Tsjabanes
daarin wel gewoond hadden.
Het huis was, daar het tusschen een onafzienbare steppe en een
uitgestrekt bosch, tusschen een diepe rivier en een grasrijke weide,
tusschen een hoogen berg en een frissche vallei stond, prachtig gelegen
en mooi gebouwd.
In het noorden strekte zich een eindelooze steppe uit. Men zou gezegd
hebben, dat het een oceaan van groen was, met bloemen bezaaid. In het
zuiden verhieven zich de bergen, nu eens met boomen begroeid en
groen gekleurd, dan weer kaal en steenachtig. De vallei, waarin geen
rijwegen en zelfs geen voetpaden te zien waren, strekte zich aan den
oostkant uit. De rivier, waarvan het water eene blauwachtige tint had,
besproeide de weide.
En bij dat alles, hadden de bewoners van het huisje, om hun geluk
volmaakt te voelen in hun nabijheid goede buren en trouwe vrienden.
Op feestdagen ontving het gezin van Danilo Tsjabane verscheidene
bezoekers. Nu eens was Semene Vorosjilo de eerste, die kwam,
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.