Frans, by Anna Louisa
Geertruida Bosboom-Toussaint
Project Gutenberg's Majoor Frans, by Anna Louisa Geertruida
Bosboom-Toussaint This eBook is for the use of anyone anywhere at
no cost and with almost no restrictions whatsoever. You may copy it,
give it away or re-use it under the terms of the Project Gutenberg
License included with this eBook or online at www.gutenberg.org
Title: Majoor Frans
Author: Anna Louisa Geertruida Bosboom-Toussaint
Release Date: March 10, 2007 [EBook #20794]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK MAJOOR
FRANS ***
Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
Proofreading Team at http://www.pgdp.net/
Nederlandsche Bibliotheek
Onder leiding van L. Simons.
Uitgegeven door:
De Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur Amsterdam
A. L. G. Bosboom-Toussaint
Majoor Frans
Jonker Leopold van Zonshoven aan de lezers van Majoor Frans.
Mijn vrouw heeft bij haar optreden in de wereld zulk een gunstig
onthaal gevonden, dat zij er niet genoeg dankbaar voor kan zijn. En
toch.... brengt het haar in zekere verlegenheid.
Zij weet dat er eene indiscretie is gepleegd, en dat de belangstelling van
het publiek eene derde uitgave vraagt van: Mijne vertrouwelijke
mededeelingen aan een vriend in Indië. Zij is te bescheiden om die
goede ontvangst aan zich zelve toe te schrijven en beweert dat zij die
alleen dankt aan mijne wijze van haar voor te stellen! Daarbij had ik te
kampen met hare kluchtige verontwaardiging, toen zij vernam van
welke ruchtbaarheid haar pseudoniem het voorwerp was geworden. Zij
stemt het mij toe dat zij erkentelijk behoort te zijn voor zooveel
welwillendheid, maar zij schroomt zich te veel op den voorgrond te
stellen, zoo zij in persoon die schuld der dankbaarheid afdeed, en wil
dat ik alleen de verantwoordelijkheid zal dragen van eene publiciteit
die zij niet heeft gezocht, en dat ik den plicht der openlijke
dankbetuiging van haar zal overnemen. Die eisch is billijk, naar het mij
voorkomt, en het is mij een lust daaraan te voldoen. Maar zullen er veel
woorden noodig zijn om het publiek te verzekeren van onze
dankbaarheid voor zooveel waardeering, die ik nauwelijks had durven
wachten voor eene persoonlijkheid, wier goede hoedanigheden
vermomd waren onder zekere excentriciteit? Er was de scherpe blik der
liefde noodig om die te onthullen. Voor deze liefde bovenal zijn wij
dankbaar, wij hopen haar ook waardig te blijven. Ik zie dat ik mijn
geliefd devies eenigszins wijzigen moet en meen het "succès oblige"
voor oogen te houden.
Leopold van Zonshoven. 26 November 1875.
Jonker Leopold van Zonshoven aan Mr. Willem Verheyst, advocaat te
A.
Beste vriend!
Als gij niet al te diep in 't een of ander proces zijt verwikkeld, kom dan
tot mij op de vleugelen der vriendschap, of meer op zijn
negentiende-eeuwsch gesproken, met den eersten sneltrein den besten
dien gij uit uw provinciestadje kunt bereiken; want ik zit deerlijk in de
engte. Daar is mij iets overkomen, waarover de wereld mirakel zal
roepen, als zij er van hoort. Maar vooreerst mag zij 't nog niet hooren,
et pour cause; daarom moet ik het aan de borst van een vertrouwd
vriend uitstorten, of ik zou er aan stikken. Het is ook zoo iets
ongewoons, zoo iets onwaarschijnlijks, zoo iets onmogelijks, zou
mevrouw de Sévigné zeggen, maar dat toch waar is, toch gebeurd is, ja!
mij gebeurd is, mij, Leopold van Zonshoven, van der jeugd af bestemd
om in de wereld de droevige figuur te maken van: een kalen jonker!
Ook ben ik er van verbluft, of ik een knodsslag op mijn hoofd had
gekregen. Verbeeld je! daar ben ik op eens aangewezen als de
universeele erfgenaam van een kolossaal vermogen.
Eene oudtante mijner moeder, waarvan ik nooit gehoord had en die,
naar het schijnt, met hare geheele familie gebrouilleerd was, is op het
sublieme idée gekomen om bij mij voor toovergodin te spelen, en bij
testamentaire dispositie al hare bezittingen aan mij na te laten. Aan mij!
die alle macht van overleg en zelfbeheersching noodig heb gehad om
van 't oude jaar in 't nieuwe te komen zonder schulden te maken, iets
wat mij in mijne kwaliteit van arm edelman, niet geheel van
zelf-respect misdeeld, absoluut ongeoorloofd is, op zulke wijze, dat ik
mij geen enkele folie, geen enkele caprice kon permitteeren, ik zie mij
op eens een millioen naar het hoofd geworpen. Is het te verwonderen,
dat dit er van duizelt? De waardige overledene had verdiend getuige te
zijn van de ontploffing harer Orsini-bom. Eerst sprong ik op en zou de
petroleumlamp over het tafelkleed mijner hospita hebben omgeworpen,
zoo de goede ziel zelve dat niet door een snellen greep voorkomen had.
Toen viel ik op mijn stoel terug, met eene gewaarwording of mij de
krachten ontzonken, en ik moet er zoo bleek en ontdaan hebben
uitgezien, dat de juffrouw mij later gulweg bekende hoe zij suspicie
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.