Keltische Mythen and Legenden | Page 2

T.W. Rolleston
Noord-Munster; dat Cheshire,
Shropshire, Herefordshire, Monmouthshire, Gloucestershire, Devon,
Dorset, Northamptonshire, Huntingdonshire en Bedfordshire meer
Keltisch zijn--en even Keltisch als Noord-Wales en Leinster; terwijl
Buckinghamshire en Hertfordshire zelfs nog meer Keltisch zijn en
gelijk staan met Zuid-Wales en Ulster." [3]
Het is dus voor een Angel-Keltisch, niet een Angel-Saksisch volk dat
dit overzicht van de oude geschiedenis, den godsdienst en de mythische
en romantische literatuur van het Keltisch ras is geschreven. Het is te
hopen dat dat volk daarin dingen zal vinden, waardig in herinnering te
blijven als bijdragen tot den algemeenen schat der Europeesche cultuur,
maar vooral waardig in de herinnering te blijven van hen, die meer dan
eenig ander levend volk hebben geërfd van het bloed, de neigingen en
den aanleg der Kelten.

INHOUD.
Inleiding IX I. De Kelten in de Oude Geschiedenis 1 II. De Godsdienst
der Kelten 35 III. De Mythen omtrent de invallen in Ierland 79 IV. De
Oude Milesische Koningen 130 V. Verhalen van den Cyclus van Ulster
161 VI. Verhalen van den Cyclus van Ossian 231 VII. De Reis van
Maeldun 285 VIII. Mythen en verhalen van de Kimbren 305 Goden

van het huis van Don 322 Goden van het huis van Llyr 323 Arthur en
zijn Magen 324 Register 387

LIJST VAN ILLUSTRATIES.
Koningin Maev (Titelplaat). "Wij vreezen niemand" 6 "Wij zijn op weg
naar Rome" 8 "Onmiddellijk stapte een ander over hem heen toen hij
daar nederlag" 22 Vercingetorix rijdt langs het Romeinsche Kamp 24
"Moge Tara voor eeuwig verlaten zijn" 32 Praehistorische Tumulus te
New Grange 38 Rijen Steenen, te Kermaris, Carnac 42 Moderne
Steenaanbidding te Locronan, Bretagne 50 Ingang van den Tumulus te
New Grange 56 Menschenoffers in Gallië 68 "Zij vroegen melk en
koren in ruil voor hun Kinderen" 70 St. Finnen en de Heidensche
Aanvoerder 82 Tuan bespiedt Nemed 84 De Twee Afgezanten 90
Corpre en Koning Bres 92 "Sawan gaf den halster der koe aan den
Knaap" 94 "De Druïde dreef het naar het huis van zijn vader, Kian" 96
De Boot van Mananan 98 "Bij de feesten van het Toovervolk" 102
"Hier bij het meer werkte hij" 108 Sinend en de Put van Connla 112 De
komst van de Zonen van Miled 114 Het volk van Dana luistert naar de
Muziek der Zwanen 124 Ethné hoort stemmen 128 Macha meet den
omtrek der Stad uit 136 "De eerste boom was een wilg" 138 Midir en
Etain 146 "Op den vloer van de hut vallen zijn vogelveeren af" 150
Conary in de Netten van het Toovervolk 154 De Vloek van Macha 162
De Knaap Setanta Volgt Koning Conor 164 De Hond van Cullan 166
Cuchulain vraagt den Koning om wapenen 168 "Cathbad keek naar de
sterren en hij werd zeer verontrust" 180 Koningin Maev en de Druïde
188 Cuchulain in den Strijd 190 "Slaap nu, Cuchulain, bij het graf in
Lerga" 196 "Cuchulain greep Ferdia toen hij viel" 202 "Het Hoofd ging
nog altijd door met roepen en vermanen" 204 Cuchulain en de
Toovermaagden 206 Emer hoort van de afspraak 208 De Dood van
Cuchulain 214 Forbay en Koningin Maev 224 Koning Fergus en de
Dwerg 226 Finn vindt de Oude Mannen in het Bosch 236 "Finn hoorde
de tonen der Tooverharp" 238 "Ik ben Saba, O Finn" 244 Oisin en
Niam 248 "Het witte paard was uit hun oogen verdwenen als een krans
van nevel" 252 "Zij vonden zich plotseling verward in draden garen"
254 "Patrick verzoekt zijn schrijvers alles nauwkeurig op te schrijven"

256 "Zij joegen hem naar het strand" 262 "De Fianna richtten een
steenen pilaar op, met haar naam in Ogham letters" 264 Dermot nam
den Horen en vulde dien 270 Dermot en Grania 274 "De troep der
Fianna verdween, en liet haar over aan haar smart" 278 "Het ware beter
voor u den man te wreken, die hier verbrand is" 286 "De helft van het
koren van uw land wordt hier gemalen" 292 "Den vierden dag kwam
zij naar hen toe buiten de vesting" 294 Het offer van Diuran den Rijmer
304 De Boetedoening van Rhiannon 332 "Evnissyen legde zijn hand op
den zak" 340 "Ik zal haar niet loslaten" 346 "Het jammeren en
weeklagen werd nog luider dan te voren gehoord" 372

HOOFDSTUK I: DE KELTEN IN DE OUDE GESCHIEDENIS.

Oudste mededeelingen.
In de kronieken van de classieke volken van omstreeks vijfhonderd jaar
vóór de Christelijke jaartelling vindt men herhaaldelijk gewag gemaakt
van een volk, dat met die naties in betrekking stond, somtijds in vrede,
somtijds in den oorlog, en dat blijkbaar een krachtige en invloedrijke
plaats innam in het onbekende gebied van Midden-Europa. Dit volk
wordt door de Grieken de Hyperboreërs of Kelten genoemd; de laatste
uitdrukking wordt het eerst gevonden bij den aardrijkskundige
Hecataeus, ongeveer 500 v.C. [4]
Herodotus spreekt omstreeks een halve eeuw later van de
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 166
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.