dat aan den russischen moeijik herinnert: een goedige, domme, slaperige uitdrukking van het gezicht, lange baarden, recht afgesneden haar; een roode kiel, die tot de knie?n reikt, en de voor een Rus onmisbare hooge vetlaarzen. Verder vielen me de kleine rijtuigen op, getrokken door paarden, die gespannen zijn in een hoog halsstel en bestuurd worden door een koetsier met een langen, blauwen jas aan en een platten, hoogen hoed op. Gaarne waren wij wat langer in Reval gebleven, doch we moesten naar de boot terug.
Om twaalf uur kwam Helsingfors in 't gezicht; eerst als een witte streep aan den gezichteinder, maar spoedig kon men enkele gebouwen onderscheiden, zooals de russische kerk met haar blinkende koperen koepels. We voeren nu niet meer door de open zee, maar tusschen de talrijke eilandjes, die voor de finsche kust liggen. Dit zijn de "scheren", die Helsingfors een natuurlijke haven geven. Sommige van die scheren zijn bewoond, andere niet; er zijn er begroeid met boomen, en ook die als kale klippen boven het water uitsteken. Voor men te Helsingfors aankomt, vaart men langs Sve?borg, de vesting, vroeger door de Zweden en nu door de Russen bezet. Zij wordt streng bewaakt en de toegang is voor ieder verboden. [3] Er wordt beweerd, dat er staatsgevangenen onder in de kelders zitten opgesloten; van andere zijde heb ik dit beslist hooren tegenspreken. In de nabijheid van Sve?borg ligt nog een eilandje, door militairen bezet. Men zegt dat ook daar gevangenen zijn; niemand mag het eiland naderen; te middernacht legt er een boot aan, om de bezetting van voedsel te voorzien. Er werd gefluisterd, dat de vader van Schumann [4] daar gevangen zat. Een andere persoon verzekerde mij, dat er niets bizonders aan het eiland is en dat het tot Sve?borg behoort; hij voegde er bij: de Finnen houden van mysterieuse geschiedenissen en nemen dikwijls zeer onzekere dingen voor waar aan.
We konden niet te Helsingfors aan land komen voordat de douane ons de passen had teruggegeven. De namen van de passagiers werden afgeroepen en ieder moest maar zorgen zijn pas terug te krijgen, want zonder pas wordt men nergens toegelaten, waar de Russen hunne oppermacht doen gelden.
Helsingfors is in 1550 gesticht en sedert 1817 de hoofdstad van het finsche groothertogdom. Eerst na dien tijd is het een stad van eenige beteekenis geworden. Het is een moderne stad, als 't ware volgens een vast schema gebouwd, met rechte straten, afgewisseld door mooi aangelegde en goed onderhouden parken. De groote beweging is op de Esplanade: daar zijn de caf��s en daar is elken avond muziek. In de nabijheid van Helsingfors zijn talrijke gelegenheden om des avonds te soupeeren, of de middaghitte te ontloopen. Wie in Helsingfors is geweest, kent ongetwijfeld: Klippan (de klip), Alphyddan (de alpenhut) Brunsparken en H?gholmen. Klippan is een van de scheren; vooral des avonds heeft men er een prachtig uitzicht: aan den eenen kant de zee met de vele eilanden, aan de andere zijde het silhouet van de stad en de haven. Als men eenmaal des avonds op Klippan is, vergeet men den tijd; zoo tenminste ging het mij, want zelfs om 11 uur was het nog niet geheel donker. Als men dan laat in den avond in Helsingfors terugkomt, zijn de straten meer bevolkt dan midden op den dag. De stad is namelijk in den zomer zeer warm; wie kan, gaat van Mei af naar buiten, en zij die in Helsingfors moeten blijven, gaan eerst tegen den avond uit. De familie waar ik zou logeeren, was ook met de geheele huishouding buiten, en alleen de heer des huizes was naar Helsingfors gekomen, om met zijne dochter mij de stad te laten zien. Omdat we dus geen bediening in huis hadden, namen we onze maaltijden in een restaurant. Zoo maakte ik in Brunsparken nader kennis met de zweedsche keuken, [5] waarvan ik op de _Storf��rsten_ al een voorproefje had gehad. Men begint het middagmaal met sm?rgos, [6] dat gedekt staat op eene groote tafel in 't midden van de eetzaal. Bedien u zelf! heet het hier. Men neemt een bordje, vork en mes en begint van al de lekkernijen, die gereed staan, wat op te pikken; een radijs, een stukje kn?ckebr?d, [7] wat gerookt rendiervleesch, wat wittebrood; maar pas op, het brood zoowel als de gemarineerde sardines zijn zoet van smaak! Het sm?rgos wordt staande gegeten en het kost heel wat moeite eer men leert, handig met vork en mes te manoeuvreeren en ook om de lekkerste beetjes te vinden. Voor de heeren staat er brandewijn klaar, dames drinken nooit daarvan. Na het "sm?rgos" begint het eigenlijke middagmaal. Volgens het menu kan men als eerste gerecht kiezen, soep of "tilbunke". Heeft men den moed dit laatste te bestellen, dan komt er eene glazen kom met ... "hangop"; in Zweden en Finland eet men deze spijs des zomers
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.