Natuur. En zagen soms de voorbijgegane nog scherpzinniger dan zij? deze echter nemen bij het ontdekken van den aard der lichamen, bij het opsporen van de hun eigen krachten haast tot niets anders hun toevlucht dan tot de Scheikunde. Nagenoeg elke duurzame en schoone vondst betrekking hebbende op den aard van het vuur, van hitte, licht en koude, al wat bekend is geworden over het ware karakter van kleuren, smaken, geuren; omtrent de oorzaken der aardbevingen, en van het vuur, dat zich op verschillende plaatsen onder de aarde bevindt; omtrent het magnetisme van lichamen en hun aantrekkingskracht, dit alles is men aan scheikundige proeven verschuldigd.
De Scheikunde is dus bij uitstek geschikt om de Physica uit te breiden: zij is met de proefondervindelijke Wijsbegeerte z���� nauw saamgekoppeld, dat hij, die zijn geest niet gevormd heeft met haar voorschriften, ongeschikt is de geheimen der Natuur te zien. Aan beide betwist hij het recht aan de Akademie te worden onderwezen, die het aan ����n betwist.
Maar ik verbeeld mij sommigen van u mij te hooren tegenwerpen. "Zacht wat! Zegt ge dat die wetenschap zooveel lofwaardige werken verricht en zooveel succes heeft in het ontdekken van de vermogens der lichamen? Verzekert gij, dat die den geest toerust met de kennis van verborgen waarheden? Een wetenschap, die tot walgens toe opgepropt met oudewijvenpraatjes, fabeltjes en droomerijen, gevormd in verwarde hersenen, haar beoefenaars daarmee geheel en al vervult; en die over niets anders den mond vol heeft dan over geheime, nooit geziene dingen, die dikwijls onmogelijk zijn, en, indien zij soms al ware dingen laat zien, dan toch slechts in een dichten sluier gehuld; zoo zelfs, dat zeer terecht een dichter gezongen heeft, dat elk vluchtig koeltje eerder te vertrouwen is dan, wat de Scheikunde verzekert".
Dit wil ik, wat mij betreft, niet bestrijden noch ontkennen: vol van dergelijke zaken zijn de boeken, vol de uitlatingen der Alchemisten, van wie een groot deel gelijk aan dien slaaf[8] bij TERENTIUS, wat zij waars hooren, uitstekend weten te verzwijgen en verborgen te houden; maar als iets onwaar of leugenachtig is, maken zij het onmiddelijk openbaar. Maar waarlijk is er wel iemand, die over deze zaak de vierschaar spant, z���� onverstandig of z���� verdorven, dat hij de wetenschap de dwalingen aanrekent, die de krankzinnige bedriegersbende dier pseudoscheikundigen heeft verbreid? Omdat het dezen schandelijk toeschijnt alleen gedwaald te hebben, lokken zij daarom ook anderen tot zich door schoonschijnende sier van woorden en wikkelen hen in dezelfde dwalingen en, daar zij het eerst door hun eigen onwetendheid te gronde zijn gegaan, trekken zij hun volgelingen met zich in een gemeenschappelijk verderf, waarbij zij tenminste dit bereiken, dat onder den opgestapelden hoop, de een boven op den ander, de oorzaak en bewerker van den eersten val bedekt wordt. Zij bezitten voorwaar niets van de Scheikunde behalve den naam, dien zij zelfs ook niet waardig zijn, daar zij slechts luisterend naar de begeerten van hun zinnen of naar monsters van hypothesen in een waanzinnig brein geboren, de ware regels der wetenschap noch weten noch zich er naar richten.
[Note 8: TERENTIUS' Eunuchus I. 2. v. 23 en 24. (Vertaler.)]
De Scheikunde is er inderdaad zoo ver mogelijk van af geloof te schenken aan ijdele bespiegelingen. De betrouwbaarheid der ooren zelfs is voor haar gering; zij legt zich alleen neer bij het getuigenis der oogen. Vandaar dat al degenen, die haar op de onvervalschte manier beoefenen, eerst op de afzonderlijke lichamen volgens het voorschrift der wetenschap verschillende proeven nemen met de hoogste nauwkeurigheid en de meest zorgvuldige waarneming van alle verschijnselen, hierbij de natuur als leidsvrouw volgend; vervolgens teekenen zij telkens de waarneembare uitkomsten eerlijk op en eerst nadat zij daarin een volkomen helder inzicht hebben gekregen en ze met elkaar vergeleken hebben, maken zij daaruit met wiskundige strengheid die gevolgtrekkingen, die er in duidelijke en onafgebroken volgorde uit kunnen worden afgeleid. En dit eerst is het, niets anders, wat de ware beoefenaars der Scheikunde als waarheden en leerstellingen erkennen. In waarheid wat is zekerheid, indien dat het niet is?
Daar dit zoo is, meen ik, dat er niemand meer van ulieden zal gevonden worden, die hardnekkig blijft ontkennen, dat door een verstandige beoefening der Scheikunde het begrip van den menschelijken geest verbazend wordt vermeerderd. Er blijft nog over, dat wij in 't kort de voordeelen uiteenzetten, die zij het lichaam aanbiedt, daar zij, ten nauwste verbonden aan de Geneeskunde, die daarvoor zorgdraagt, deze een buitengewoon nuttige en tevens zeer noodige hulp betoont, die aan niets anders kan ontleend worden dan aan datgene, waarover de Scheikunde beschikt.
Dat de Geneeskunde zeer hecht met de Physica verbonden is, leert de beschouwing van beide. Derhalve wordt zij met denzelfden band, waardoor zij met gene vereenigd is, ook aan de Scheikunde gekoppeld en de uiteenzetting daarvan zou geen woorden meer vereischen, als niet nog een nauwer verwantschap van beide zich voordeed.
De Geneeskunde heeft
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.