뒮
In en om Java's Paradijs, by A. Koorevaar
The Project Gutenberg EBook of In en om Java's Paradijs, by A. Koorevaar This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at www.gutenberg.org
Title: In en om Java's Paradijs De Aarde en haar Volken, 1907
Author: A. Koorevaar
Release Date: November 16, 2006 [EBook #19832]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK IN EN OM JAVA'S PARADIJS ***
Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed Proofreading Team at http://www.pgdp.net/
In en om Java's Paradijs.
Door A. Koorevaar.
Wij wenschen in de herinnering van de vele Indische lezers die "De Aarde en haar Volken" ongetwijfeld telt, terug te roepen de gedachte aan Tosari en omstreken en den landgenoot in patria, nu het toerisme over de geheele wereld als het ware hand over hand toeneemt en ook de Nederlanders daarin niet achterblijven, een klein denkbeeld te geven van het wondervolle Tenggergebied, zoo rijk aan mysteries vooral voor hem, die eerbied heeft voor het grijs verleden van de zooeven genoemde streken en medevoelt de taal zonder woorden, die daar gesproken wordt door machtige bergen, die getuigen waren van het Hindoetijdvak, op Java een tijdvak, dat zich nog eeuwen lang aan ons zal blijven openbaren in tempels en andere overblijfselen van voortreffelijke bouwkunst, welke nog steeds de bewondering wekken van Insulindes bezoekers. Er schijnt zelfs, toen het grootste gedeelte van het eiland Java reeds geheel bekend was, toch nog lang een sluier van geheimzinnigheid gehangen te hebben over het Tenggerland, een sluier, die uit den aard der zaak eveneens de bewoners er van bedekte.
Althans in 1778 werd van uit Batavia aan den commandant van Pasoeroean de vraag gesteld, of het waar was, dat op het gebergte Bromo onlangs nog menschen aan de goden geofferd waren. En zelfs in het jaar 1860, in onze dagen dus, verzocht een doctor in den "Amsterdamschen Navorscher" ingelicht te worden omtrent het feit, of er op Java wezenlijk nog een gebergte met Pythagoristen bevolkt, gelegen was.
De eerste kennis van het prachtland hebben wij te danken aan de Britten (1815).
In 1806 wist men evenmin iets van een krater Bromo als van den algemeenen naam Tengger. Men had toen nog zóó weinig kennis van Oost-Java, dat in allen ernst beweerd werd, dat door een brandenden berg op Bali alle koffieboomen in Pasoeroean verzengd waren geworden.
De Javasche courant van 1829 verhaalde ons het eerst iets over het meergenoemde gebied. De latere litteratuur is mager. De reizigers kwamen, zagen en gingen. Een koude neus was genoeg. En toch, als men van uit het sanatorium Tosari als een leeuwerik op een zode op uitkijk staat, dan ziet men van alle zijden een gebergte, waarvan elk deel zijn legende heeft, ruggen, ravijnen, bronnen, steenen en bosschen en de dorpen zichtbaar naar alle windstreken zijn bewoond door het overschot van een stam, die drie eeuwen opwaarts tellen kan, 10 à 13 geslachten.
Hoe men naar Tosari komt? Van Pasoeroean tot Poespo per as, dan te paard of in een tandoe (draagstoel) binnen eenige uren van de hitte in de kou, uit de dichte in de ijle luchtlagen.
Vooraf een blik op de bewoners van die hooge oorden.
Die zwart geblakerde gespierde kerels met vodden voor broek, specie van hoofddoek, met om zoo te zeggen kattenpooten en tijgerklauwen waarmede zij de steile hellingen opklimmen, onvermoeid, immer kakelzuchtig en vertellend op weg, die lieden dan zijn het eenig overgebleven gedeelte van de oorspronkelijke polynesische inheemsche bewoners van Oud-Java. Zij hebben een eigen tijdrekening, eigen namen voor dagen, weken, maanden en jaren, eigen goden, eigen woon- en bouworde, eigen zeden en gewoonten.
De groote, onzichtbare wereldkracht, die zich openbaart in vuur en rookwolken opwellend uit het hart der aarde door den grooten krater van den Tengger, die kracht, dat vuur, die krater is Bromo, een voorstelling van de scheppende en vernielende kracht, Bromo en Siva.
Dat machtige, onbegrijpelijke wezen, dat zich enkel openbaart door vuur en rook, wordt jaarlijks bevredigd door offeranden.
Straks komen wij op de daaraan verbonden plechtigheid terug. De eerste lieden, door wie de Tengger ten minste eenigszins in exploitatie kwam, waren de commandanten van Pasoeroean. Kleine potentaatjes, wel nederig in titel en rang (vaandrig, luitenant), maar met meer gezag bekleed dan tegenwoordig de generaals.
Reeds ruim een eeuw geleden schijnt een dier commandanten te hebben opgemerkt, dat de aardappelen, de uien, de kool en andere "vaderlandsche" groenten uitstekend gedijden in een klimaat op een hoogte van zes duizend voet.
Men kan aannemen, dat de eerste kool- en andere moesgroententuinen daar zijn aangelegd tusschen de jaren 1743 en 1751, want in dien tijd begon men een dergelijken aanleg te Buitenzorg, Tjipanas en Soerakarta, in West- en Midden Java dus.
De vaandrig Adriaan van Rijck deed het eerst
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.