In de Oer-wouden van Afrika

Jules Verne

In de Oer-wouden van Afrika

The Project Gutenberg EBook of In de Oer-wouden van Afrika, by Jules Verne This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at www.gutenberg.org
Title: In de Oer-wouden van Afrika
Author: Jules Verne
Release Date: April 5, 2006 [EBook #18120]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK IN DE OER-WOUDEN VAN AFRIKA ***

Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed Proofreading Team at http://www.pgdp.net/

In de Oer-wouden van Afrika.
Door
Jules Verne.
Uitgevers-Maatschappij "Vivat", Amsterdam.

HOOFDSTUK I.
NA EEN LANGEN MARSCH.
"En is er geen Amerikaansche Congo?" vroeg Max Huber.
"Amerika heeft zelf land genoeg", antwoordde John Cort, "er valt nog genoeg te ontginnen tusschen Alaska en Texas en men behoeft waarlijk niet naar vreemde koloni?n uit te zien, als men binnen eigen grenzen nog zooveel te doen heeft, zou ik meenen."
"En dus zullen de Amerikanen Afrika maar overlaten aan de Engelschen, Duitschers, Hollanders, Portugeezen, Franschen, Italianen, Spanjaarden, Belgen?"
"De Amerikanen hebben er niets te doen", hernam John Cort, "evenmin als de Russen, en om dezelfde reden."
"En die is?"
"Dat men niet ver loopt om datgene te halen, wat men thuis onder zijn bereik heeft."
"Nu, ik geloof toch, dat de Amerikaansche regeering op een goeden dag haar deel zal komen eischen van die groote Afrikaansche taart!" antwoordde Max Huber, "er is nu reeds een Fransch Congo, een Belgisch Congo, een Duitsch Congo, zelfs een Onafhankelijke Congostaat, en van al dat land, dat wij nu reeds drie maanden doorkruisen...."
"Als touristen, Max, niet als veroveraars!"
"Nu, van al dat land moet Amerika ook zijn deel nemen. Er zijn hier vruchtbare streken, die slechts op ontginning wachten."
"Onder die afschuwelijk brandende zon", voegde John Cort er bij, terwijl hij zijn voorhoofd afwischte.
"Ba, daar let ik niet meer op!" riep Max Huber, "ik ben reeds aan het klimaat gewend en bijna een neger geworden!"
"Bijna! Het scheelt nog veel voor wij met onze dunne huid op die zwartjes lijken, gij als Franschman evenmin als ik als Amerikaan. Maar toch hebben wij een belangwekkende reis gemaakt, Max, en het wordt tijd dat wij naar Libreville terugkeeren om in de factorijen wat van onzen drie-maandschen tocht te bekomen."
"En toch heeft die reis mij niet opgeleverd wat ik er van verwacht had."
"Wat zegt gij daar, Max? Honderden mijlen zijn wij door geheel onbekende landen getrokken, wij hebben onze geweren moeten gebruiken tegen de assegaaien en pijlen van vijandige inlanders, wij hebben jacht gemaakt op den Numidischen leeuw, zoowel als op den Lybischen panter, wij hebben zooveel olifanten geschoten, dat van hunne slagtanden toetsen kunnen gemaakt worden voor alle piano's ter wereld, en nog ben je niet tevreden?"
"Ja en neen, John. Alles wat gij daar opnoemt zijn de gewone ontmoetingen van elken Afrikaanschen ontdekkingsreiziger. Lees maar eens de reisbeschrijvingen van Barth, Burton, Speke, Grant, du Chaillu, Livingstone, Stanley, Serpa Pinto, Anderson, Cameron, Brazza, Wissmann en hoe al die dappere mannen meer mogen heeten."
"En wat hadt gij dan wel op onze reis meenen te vinden?" vroeg John Cort.
"Iets buitengewoons, iets vreemds en zeldzaams."
"Nu, de reis is nog niet achter den rug", hernam de Amerikaan; "het zal nog wel vijf of zes weken aanhouden, eer wij in Libreville zijn."
"Alsof ons dan nog iets kon overkomen, zooals wij nu reizen in dezen wagen! Het lijkt waarlijk wel een tochtje met een diligence!"
Kort daarop bleef de wagen staan bij een heuveltje, waarop een zestal mooie boomen groeiden, de eenige in deze uitgestrekte vlakte.
Het was zeven uur in den avond en daar op dezen achtsten Noorderbreedtegraad de schemering slechts zeer kort duurt, zou de nacht spoedig vallen. En dan zou het zeer donker zijn, want dikke wolken pakten zich aan den hemel samen.
De reiswagen, die alleen bestemd was voor het vervoer der reizigers en dus geen koopwaren of proviand bevatte, rustte op een zwaar onderstel met vier breede wielen en werd door zes ossen getrokken. Door een schot was zij inwendig in twee kamertjes verdeeld; het achterste, bestemd voor de twee jongelieden John Cort en Max Huber, zooals wij reeds gehoord hebben een Amerikaan en een Franschman, het voorgedeelte in gebruik bij een Portugeesch koopman, Urdax genaamd, en den "voorlooper" Khamis. Deze voorlooper--de man, die steeds aan het hoofd van de karavaan gaat--was een neger van Kameroen en volkomen geschikt als gids door de brandend heete vlakten van Oebanghi.
Drie maanden geleden was deze eenvoudige, maar zeer sterke reiswagen uit Libreville, de hoofdstad van Fransch Congo, vertrokken. In Oostelijke richting gaande, was zij op de vlakten van de Oebanghi gekomen, die hunnen naam danken aan een der voornaamste rechter zijstroomen van de Congo- of Za?re-rivier.
Deze streek strekt zich uit ten Oosten van Duitsch Kameroen, en hare grenzen kunnen niet met nauwkeurigheid worden aangegeven. Zij kenmerkt zich door een machtigen plantengroei
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 38
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.