partij te kiezen, en het is trouwens bekend, dat er geen Pyrenee?n noodig zijn, om wat waarheid in het eene land is tot dwaling in het andere te maken, of omgekeerd, indien de belangen ermee gemoeid zijn.
Bij het verlaten van de koninklijke vertrekken deed een gelukkig toeval ons, in de wachtzaal vereenigd, de hofdames zien en diegenen, die te Lissabon aangewezen zijn, om op de "jour" der koningin te verschijnen. Er waren er drie-en-twintig van elken leeftijd en allerlei voorkomen, maar meestal jonge, en verscheiden heel aardig. Ik zal elders enkele vluchtige opmerkingen maken over de portugeesche dames, want als men van de koningin komt, is het beter, geen vergelijkingen te wagen, die noodzakelijk partijdig moeten zijn, dus onrechtvaardig....
Toen wij vrij waren, zijn we een tocht door Lissabon begonnen.
Al onthoudt men zich van de herhaling van het afgezaagde deuntje, dat de Portugeezen voor altijd vroolijk verklaart, moet toch erkend worden, dat de aanblik van de stad Lissabon vóór alles opgewekt, licht en vriendelijk is. Er wordt niet gedraafd, er wordt gewandeld, en zelfs diegenen, die naar hun zaken gaan, hebben niets van dat gejaagde, dat men in andere landen ziet. De vervoermiddelen zijn in uitstekenden staat; fiacres met twee blinkende paarden rijden u vlug overal heen, en een verrassend uitgestrekt net van electrische trams gaan door de groote lanen, de hoofdstraten en volgen elkaar binnen enkele minuten langs de hellingen der steilste heuvels en tot in de straatjes der oude stad, waar ze bijna de volle breedte van de straat innemen. De wagens zijn groot, luchtig, veêren goed en hebben zitplaatsen van gevlochten riet, die heel gemakkelijk zijn. Er wordt veel gebruik van gemaakt, al kost ook de kleinste rit 7 1/2 cent Holl.
Als zoo de levenden het goed hebben, de dooden worden niet minder goed behandeld door de weelde en de doelmatige inrichting van de lijkwagens. Een deftige begrafenis is een schouwspel, dat de moeite waard is. Voorop gaat een koets van monumentalen vorm, geheel verguld, waar de priester in is gezeten, dan komt de lijkwagen in het zwart, overwelfd door een koepel en voorzien van pluimen, bespannen met vier paarden à la Daumont. Voor de lagere klassen wordt minder goud gebruikt, tot men komt aan de laagste klasse, waarbij de priester en de doodkist samen op een eenvoudigen wagen zijn geladen, door een enkel paard getrokken, dat blijkbaar zeer te beklagen is. Voor kinderen wordt dezelfde staat gebruikt, maar met scharlaken behangsel. Moet een hoog personage begraven worden, dan zendt de koning een der historische rijtuigen uit Belem, waar het lijk in wordt geplaatst.
De kerkhoven, nu wij toch eenmaal daarbij zijn aangeland, zien er uit als de onze, met misschien nog meer beelden, die bijna alle allegorisch zijn, zonder iets van het groteske realisme der italiaansche doodenakkers. Het merkwaardigste is ook het kleinste, namelijk het pantheon der koningen in een zaal van het klooster Sint-Vincent. De doodkisten, die in zwart fluweel of zwart laken zijn gehuld en met zilveren spijkers zijn beslagen, staan op lange rijen, op planken met een koperen plaat erop, die den naam van den overledene draagt. Kleine kistjes bevatten de kinderlijkjes. Alleen de baar van Don Pedro, den laatsten keizer van Brazili?, die te Parijs is overleden eenige jaren geleden, is gehuld in de groene braziliaansche vlag. In het midden der zaal, onder een katafalk, beladen met verwelkte kransen, rust Don Luiz, de vorige koning van Portugal, die wacht op een plaatsing in de rijen op de planken, tot zijn zoon zijn plaats heeft ingenomen. Zulk een schikking heeft door zijn grooten eenvoud iets indrukwekkends, en al die kisten, die een vorstengeslacht bevatten, maken veel dieper indruk dan het ijskoude marmer en de massa brons in de kelders van het Escuriaal. Maar men moet wel protesteeren tegen de dwaze tentoonstelling van koning Ferdinand, man van Dona Maria II en grootvader van den tegenwoordigen koning. Het lijk, dat wonderlijk goed bewaard is gebleven, ligt onder een spiegel, en men doet u op een stellage klimmen, om beter te kunnen zien en het licht er goed op te laten vallen, nog wel het licht van een lantaarn. Dat doet denken aan de Capucijners van Palermo; het is stuitend en een koning onwaardig, evenzeer als het in strijd is met den eerbied, dien men aan den dood verplicht is en met de heiligheid van zulk een plaats.
De kerk van dit klooster is een der meest in het oog vallende van Lissabon, dat er vele heeft, maar weinig mooie; de twee torens worden al uit de verte gezien, daar ze zich op een der hoogste punten van de stad verheffen.
Het is een der eigenaardigheden van Lissabon, dat de stad evenals Rome zeven hooge punten heeft en op zeven heuvelen is gebouwd. Daardoor zijn er ook veel lage gedeelten, veel steile hellingen en trappen, zoodat men om de verschillen
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.