men wil vertoeven, terwijl men, in een rijtuig gezeten, door het rijzen of dalen van den weg gedwongen wordt steeds voort te gaan. Trouwens, de afstanden zijn niet groot. Een gemak is het daarenboven, dat men dezen per kilometer op steenen palen langs de straatwegen aangeduid vindt, terwijl op de kruispunten der heirbanen overal wegwijzers zijn opgericht. Men weet dus altoos of men de goede richting volgt. Ook heeft men geen vergissingen of teleurstellingen te duchten en blijft gevrijwaard voor de onaangename ervaring, welke men zoo vaak ten onzent op het platteland ontmoet, wanneer men hoort spreken van "een goed kwartiertje", terwijl men soms een uur heeft af te leggen.
Een alleraangenaamste wandeling vindt men aan de overzijde der rivier langs de Sasselbach, beek der Saksen, die, na een uitgestrektheid van zes à zeven kilometers te hebben doorloopen, zich tusschen Gilsdorf en Diekirch in de S?re stort. Volgt men stroomopwaarts de smalle vallei waarin zij zich voortspoedt, dan komt men eindelijk in de nabijheid van een meelfabriek en brandewijnstokerij, verscholen in de diepte aan den straatweg naar La Rochette tusschen weelderig groen, waaruit het geklik-klak van het molenrad u tegenklinkt. Een landhoeve is er aan verbonden. Uitgestrekte korenakkers en aardappelenvelden strekken zich aan de andere zijde uit. Nijverheid, landbouw en veeteelt te gader hebben daar hun zetel opgeslagen. De inrichting, Moulin-Tschiderer geheeten, is een bezoek overwaard. Met welgevallen zal men de zware ossen en stevige schapen aanschouwen, die men hier fokt om ze later ter markt te brengen of uit te voeren naar Belgi? en Duitschland. De melk der koeien wordt in de stad uitgevent. De afval der fabriek dient tot voedsel voor het vee. Niets gaat verloren, terwijl de grondstoffen in de nabijheid worden verbouwd.
Dicht bij die fabriek, vormt de Sasselbach drie watervalletjes, als ten minste de droogte des zomers niet te lang heeft aangehouden. Onwillekeurig wordt men daar uitgelokt zich in de schaduw van het zwaar geboomte aan den oever neêr te vlijen en, luisterende naar het geklots en gekletter der schuimende golven, zich in zoete mijmeringen te verdiepen. Van hier keert men naar Diekirch langs den straatweg terug. De geheele wandeling duurt een anderhalf uur. Men kan die ook ondernemen van Gilsdorf over Folkingen, dat een oud kasteel bezit, thans in een pachthoeve hervormd. Op een half uur afstand ten zuidoosten van dit dorp, in het bosch tusschen Medernach en Stegen, ontspringt de Sasselbach.
Wat Diekirch als hoofdverblijf bovenal aanbeveelt, is dat het door zijne ligging beter dan eenige stad van het groothertogdom geschikt blijkt voor langere uitstapjes, per spoortrein of rijtuig te maken. Een volledig programma wordt u daarvoor aangeboden en is ook in een aanhangsel achter mijn Schetsen opgenomen. Naar gelang van den tijd, waarover gij te beschikken hebt, kan dit worden ingekrompen of uitgebreid: in noordelijke richting naar Vianden, Clairvaux, Bourscheid, Wiltz, Esch-le-Trou; oostelijk naar Beaufort, Echternach, het Müllerthal; zuidwaarts naar La Rochette, Meysemburg, Mersch en haar omtrek, de vallei der Alzette en de hoofdstad. In de stad zijn uitnemende rijtuigen verkrijgbaar: landauers, omnibussen, victoria's, breaks, chars-à-bancs, open en gesloten. Bij heele of halve dagen en naar het aantal paarden, dat men noodig heeft, worden de prijzen van een rijtoer berekend. Een wagen met twee paarden kost voor een geheelen dag 20 fr., voor een halven 12 fr.; met één paard 7.50 fr. voor een halven en 12 fr. voor een geheelen dag. Toch kan de toestand van den weg wel eens een verhooging van den prijs noodzakelijk maken.
V
Onder de uitstapjes, die bij een eerste, zelfs kort verblijf te Diekirch worden aanbevolen, behoort dat aan de ru?nen van Bourscheid, anderhalve kilometer van het dorp van dien naam gelegen op den top van een hoogen berg, wiens voet door de S?re wordt gekust en waaronder men bij Michelau in een langen tunnel voortspoort. Ik wees reeds in mijn inleiding op de stoute en verheven tooneelen, die de oevers der Boven-S?re aanbiedt, eer zij bij Ettelbrück de Alzette in haren schoot opneemt.
Die ru?nen, een der schoonste proeven van militaire architektuur uit de middeleeuwen, zijn de overblijfselen van een kasteel, dat aan het gevaar ontkwam van, als zoovele andere burchten door een Fransch leger onder den maarschalk de Boufflers, die als een geesel het hertogdom doortrok, te worden verwoest, toen het bij de eerste opeisching zich haastte zijn poorten te openen. Een eeuw later werd het door de Fransche republikeinen geplunderd en ontmanteld. Langzamerhand in een bouwval herschapen, tot staatseigendom verklaard en ten verkoop aangeslagen, kwam het in het bezit der familie Vannérus. Was de burcht voorheen de trots van den ganschen omtrek, thans wekt de verhevenheid der ru?ne, die de vallei bestrijkt en van verre den blik onweêrstaanbaar tot zich trekt, de bewondering van den toerist. Te midden eener indrukwekkende en woeste natuur is zij als neêrgeworpen op een soort van voorgebergte, dat, vierhonderd meters hoog, aan drie
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.