Het leven van Hugo de Groot | Page 6

J.B. Elwe
gezongen:
Waer wert oprechter trou, Dan tusschen man en vrou Ter werelt ooit gevonden? Twee zielen, glo��nde aan een gesmeet, Of vast geschakelt en verbonden In lief en leedt.
Deze braave vrouw, eenen Echtgenoot als de groote HUGO overwaardig, mogt echter het zoete byzyn van haar lieven man niet genieten, ook niet, schoon hy korts daarna zo gevaarlyk ziek werd, dat men hem twee Geneesheeren moest zenden--was dit eene geoorloofde handelwys, of was het wreedheid? de staatkunde zal hier anders oordeelen, dan de menschlykheid: wy oordeelen niet: Prins MAURITS heeft gesteld, dat men op het recht niet moest zien, als het gevaar groot was; mogelyk heeft de staatkunde ook stelregels, volgends welken zy de menschlykheid mag doen zwygen! wat hier van zy, onze doorluchtige Gevangene had niemand anders tot gezelschap, dan zynen Dienaar, WILLEM VAN DE VELDE: in eenige ons ter hand gestelde berichten, vinden wy dezen Dienaar, CORNELIS VAN DE VELDE genoemd, en by VONDEL ontmoeten wy nog een andere Dienaar van onzen grooter letterheld, in het volgende vierregelig versje, ten opschrifte voerende: In het Stamboek van CHRISTIAEN KAS, Dienaar van zyne Excellentie HUGO DE GROOT:
Een Kristen Kas bewaert ter noot Ons heilig Lantjuweel, de Groot, Toen 't Vaderlant hem viel te kleen O blintheit! ? verkeerde ze��n!
Wy zullen ons vergenoegen, met dit alleenlyk aangetekend te hebben.--Op den derden September eerstkomende, werden de gevangenen voor de eerstemaal verhoord, door eenigen uit de vergadering der Staaten Generaal, niettegenstaande de Rotterdamsche Vroedschap begeerd had, dat sommige leden uit de vergadering van Holland daar by tegenwoordig zouden weezen: te vergeefsch ook zeide DE GROOT, begrypende dat hy niet voor zyn competenten rechter zou staan; dat hy, als geboren in Holland, een dienaar van een Stad van Holland, en gevangen genomen op den grond van Holland, geen Rechters kende dan van Holland; doch, voegde hy, om de bewustheid van zyne onschuld, en de gerustheid van zyn hart te doen blyken, daar by; ik wil des onverminderd, myne daaden voor ieder wel verantwoorden.
Op den gezegden dag werden hem, zo v����r als na den middag zestien vraagen gedaan, die alle voldoende door hem beantwoord werden.
Na dien tyd ontving hy verscheidene bezoeken, en moest weder op veelerleije ondervraagingen antwoorden; veele schynbezwaaren deeden zig voor hem op, die hy, de vryheid verlooren hebbende, niet kon oplossen, waarover hy zig eenige jaaren daarna ook beklaagde, zeggende: ongelukkig zyn ze, die, zonder toegang van Vrienden gevangen zittende, zig tegen zulke slinksche slagen niet kunnen verweeren.
Den 9den November werd het geval in de vergadering der Staaten van Holland in overweeginge genomen, en beslooten, dat 'er eenigen uit die vergadering zouden gecommitteerd worden, om, benevens de Gedeputeerden der andere Provinci?n, over de examinatie te staan: onze Held moest wederom een en andermaal op de vraagen van dezen voldoen, en zelfs had men zo weinig medelyden met hem, dat hy genoodzaakt werd, staande eenen hevigen aanval van koorts, voor zyne ondervraagers te verschynen.
Op den 21 February des volgenden jaars, (1619), werden vier-en-twintig Rechters over de Gevangenen benoemd, aan elk van die Heeren werd verleend een bezegelde acte, dat niemant hun over deze zaak iets zou miszeggen of misdoen; en na gedaanen eed van getrouwheid en oprechtheid, leiden zy onderling in elkanders handen ook eenen eed af, behelzende dat zy aan niemand zouden openbaaren, iets "van 't geen in deze handelinge voor haar zoude passeeren."--Zeldzaame voorzorg!--kan eene rechtvaardige zaak...... maar wy verkiezen hier liefst geene aanmerkingen te maaken.--Op den 5 Maart, werd de ongelukkige voor de gezegde rechters gebragt, en den 16 April daaraanvolgende, voor de tweedemaal, door dezelven ondervraagd: wy vinden aangetekend, dat onze Held in dat verhoor verzocht, om zyne Deductie op het papier te mogen stellen; dat hem zulks eindelyk toegestaan werd; maar, (welk een zonderling voorbeding!) dat hy niet meer dan vyf uuren tyds, en niet meer dan ����n vel papiers daartoe mogt gebruiken: men begrype hoe hinderlyk deze bepaalingen hem hebben moeten weezen; evenwel omhelsde hy die bekrompene vergunning, en vervaardigde een geschrift, over welke in?engedrongenheid en kleinheid van letter, ieder verbaasd stond.
Zo lang hem het gebruik van pen en inkt vergund werd, verliet hy zyne geliefde studie niet, in we��rwil van alle de smartlykheden welken hem drukten, en die eene minder kloekmoedige ziel dan de zyne, zouden hebben doen kweinen.
Eindelyk werd de volle vierschaar over de gevangene Heeren gespannen, en hun vonnis geveld: wy zullen kortheids halven ons alleenlyk by onzen DE GROOT bepaalen, en denken den Lezer geen ondienst te zullen doen, met de Sententie, over hem uitgesproken, woordelyk over te neemen; dus luidt dezelve:
Alsoo Hugo de Groot, gewesen Pensionaris van Rotterdam, tegenwoordigh gevanghen: De Heeren Commissarissen by de Hoog Mogende Heeren Staten Generaal, tot examinatie van syn Persoon geordonneert; ende daar naar de Heeren Rechteren by de welgemelte hare Ho. Mog. tot vordere kennisse ende judicature van syne saacke gecommitteert, buyten pijne ende banden van ysere bekent
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 40
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.