Het Vrije Rusland | Page 4

William Hepworth Dixon
oppervlakte beslaat van zevenmaal de uitgestrektheid van Frankrijk, werd door kolonisten uit Nishny-Nowgorod bevolkt en ontgonnen, ten tijde toen deze groote stad nog in het genot harer volle zelfstandigheid was, rijk door haar handel, beroemd door haar kunstliefde en haar godsdienstzin, de mededingster van Frankfort en Florence, evenals Londen en Brugge, lid van het machtige verbond der Hansa. De aldus gestichte koloni?n handhaafden en verdedigden eeuwen lang hare aloude rechten en vrijheden; zij weerden zoowel den duitschen invloed als de overheersching der Tartaren af, en bewaarden het nationale karakter in al zijne zuiverheid, vrij van alle vreemde bijmengselen. "Nooit," zeide mij, met blijkbare fierheid, een pachter van Archangel, "nooit hebben wij onder ons edelen of slaven gekend." In alle opzichten, zoowel ten goede als ten kwade, zijn zij aan hunne oude levenswijze en zeden getrouw gebleven; en toen de Tsaar Godonoff, ten jare 1601, de aartsvaderlijke inrichting van het dorps- en gemeentewezen naar het tartaarsche model wilde vervormen, boden zij een even hardnekkigen weerstand, als toen, zes-en-zestig jaren later, de patriarch Nikon in de eeredienst veranderingen wilde invoeren, die meer met den byzantijnschen geest dan met de oud-russische traditie strookten.
Deze vrije kolonisten, niet wijkende voor den aandrang van wereldlijke en geestelijke machthebbers, weigerden standvastig hun ouden ritus te verruilen voor de offici?ele liturgie, die men hun opdringen wilde. Zij behielden hunne taal, hoewel de hoofdstad die verworpen had; en eindelijk, toen de bestemde tijd vervuld was, schonken zij aan de wereld een groot dichter, Michael Lomonosoff, die, in eene boerenhut geboren, der vernederde en vergeten taal een nieuwen luister schonk, en haar de heerschappij verzekerde in de school, in de regeeringscollegi?n en zelfs aan het hof.

II.
DE WITTE-ZEE.
Wij varen om kaap Intzy, en laten achter ons de nauwe zee?ngten, die Lapland van het land der Samojeden scheiden: de Witte-zee opent zich voor ons.
Deze zee, ruim tweemaal zoo groot als het uitgestrektste meer der Vereenigde Staten, het Lake Superior, herinnert door hare gedaante eenigermate aan het meer van Como: ten noordwesten dringt zij met eene smalle baai, de golf van Kandalask, diep in Lapland door; ten zuiden splitst zij zich wederom in twee baaien, door eene breede zandvlakte gescheiden, waarvan de armzalige bewoners van visscherij en zeehondenvangst leven. Naar de rivieren, die zich in deze baaien uitstorten, voert de eene den naam van golf van Onega, de andere dien van golf van Dwina of van Archangel: welke laatste naam meer algemeen is. Aan de monden dezer rivieren liggen de beide koopsteden Onega en Archangel.
De Witte-zee is over het algemeen zeer diep: aan den ingang schat men de diepte op tachtig vademen; nabij de golf van Kandalask wijst het peillood niet minder dan honderd-zestig vademen aan; toch is het strand doorgaans noch hoog, noch steil. De golf van Onega is met rotsen en eilanden bezaaid, waarvan de meesten echter niet veel meer zijn dan zandbanken, die haar ontstaan danken aan het slib, dat de golven van de vlakten van Kargopol medevoeren. Aan den ingang der golf, tusschen kaap Orlow en de stad Kem, ligt eene groep van meer belangrijke eilanden, zooals Solowetsk Anzersk, Moksalma en anderen, aan wier namen zich veelvuldige legenden en herinneringen uit de vroegere en latere geschiedenis van Rusland hechten.
Solowetsk, het aanzienlijkste eiland van dezen kleinen archipel, boogt op zijn beroemd klooster, nog geheel vervuld met de herinnering aan Sint-Servatius en Sint-Zosimus; zijne muren herbergden ook eenmaal den heiligen Filippus. Dit klooster bezit hoogvereerde relieken, waaraan monarchen en bedelaars om strijd hulde komen bewijzen; in zijne ruime gangen en hoven dwaalt het ontzaggelijke spooksel om, waarvan de gedachte alleen den kozak in zijne tent, en den kabeljauwvisscher in zijne schuit, eene siddering door de leden jaagt. Dit klooster was het tooneel van een aantal merkwaardige gebeurtenissen, en zelfs van wonderen, door de po?zie en de schilderkunst verheerlijkt.
Nabij den mond van de Dwina verheft zich de voor korten tijd gebouwde vuurtoren, die tachtig voet boven de zee oprijst; maar de nevel is meestal zoo dicht, dat het bijkans onmogelijk is den toren te zien. Wij krijgen hier een loods aan boord; zijn gelaat, door zware lokken omgolfd, drukt zachtheid en geduldige lijdzaamheid uit. Op een nederigen, half vreesachtigen toon, als duchtte hij dat zijn raad kwalijk zou worden opgenomen en hij zelf mishandeld, deelde hij ons mede, dat het aan den mond der rivier laag water was, en dat wij verplicht zouden zijn den vloed af te wachten.
"Wachten!" roept onze kapitein; "neen, dat nooit! Help ons liever een handje, dan zullen wij er wel doorkomen."
Juist breekt de zon door de nevelen heen; maar de zwarte wolken hangen laag en dreigend; ieder gevoelt dat een stormvlaag op handen is. Dicht bij den mond liggen twee booten, de Thera en de Olga, die als beschonkenen heen en weder slingeren; toch geeft de russische loods glimlachend toe; de machine werkt met halve kracht, en
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 67
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.