Het Vrije Rusland
The Project Gutenberg EBook of Het Vrije Rusland, by William Hepworth Dixon This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at www.gutenberg.org
Title: Het Vrije Rusland De Aarde en haar Volken, 1873
Author: William Hepworth Dixon
Release Date: May 7, 2006 [EBook #18339]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK HET VRIJE RUSLAND ***
Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed Proofreading Team at http://www.pgdp.net/
HET VRIJE RUSLAND.
De schetsen, die wij onzen lezers onder dezen titel aanbieden, zijn ontleend aan het voor een paar jaren verschenen boek van den met lof bekenden engelschen schrijver, William Hepworth Dixon, Free Russia, het vrije Rusland, genaamd: welk werk door het beschaafde publiek in Engeland en ook elders met grooten en welverdienden bijval is ontvangen. De titel mag eenigszins zonderling schijnen: hooren wij wat de schrijver zelf aanvoert om deze zijne keuze te rechtvaardigen.
"Swobodnaya Rossia (het vrije Rusland)--zoo zegt hij--is eene uitdrukking, die in geheel dat groote land leeft in aller mond; deze twee woorden geven het karakter aan en drukken tevens de hoop uit van het nieuwe rijk, dat tijdens den Krimoorlog in het leven is getreden. In vroeger tijd was ook Rusland vrij, niet minder dan Duitschland en Frankrijk. Later werd het overstroomd door aziatische horden; en sedert dien tijd handhaafde zich het tartaarsche element, indien al niet in het wezen, dan toch wel in den vorm, tot aan den oorlog van 1853; maar sedert den uitgang dier worsteling onderging het oude Rusland eene herschepping. Deze nieuwe natie, die het behoud van den vrede wenscht, en die vrij wil zijn:--deze is het, die ik vooral gepoogd heb te schilderen."
Het behoeft nauwelijks herinnering, dat de engelsche schrijver met het feit, hetwelk zoo noodlottige gevolgen heeft na zich gesleept, en aan de vrijheid van Rusland een einde gemaakt, den inval der Mongolen bedoelt, die omstreeks de helft der dertiende eeuw het grootste gedeelte van het toenmalige russische rijk veroverden, en aan zich onderwierpen. Deze tartaarsche heerschappij duurde ruim twee eeuwen, en heeft zeer zeker in het russische volkskarakter, en vooral in de maatschappelijke en staatkundige instellingen, zeer diepe sporen achtergelaten. Uit dien tijd dagteekent, bijvoorbeeld, de invoering der lijfeigenschap; evenzoo is het aan geen twijfel onderhevig, of deze mongoolsche overheersching heeft aan geheel het leven van den russisch-slavischen volksstam dat eigenaardig oostersch, aziatisch karakter gegeven, dat Peter de Groote met forsch geweld heeft gepoogd uit te roeien, maar dat toch ook nu nog eene zoo scherpe lijn trekt tusschen Rusland en de volkeren van westelijk Europa. Volgens onzen schrijver zou nu de Krimoorlog, in zijne gevolgen, den machtigen stoot hebben gegeven, die het in aziatische barbaarschheid half verzonken russische rijk weder tot nieuw en hooger leven heeft opgewekt. Wat hiervan moge zijn, volgaarne luisteren wij naar de altijd belangrijke mededeelingen van den heer Hepworth Dixon: bovenal waar het een land geldt, dat, zoo ons niet alles bedriegt, geroepen is, binnen een niet te lang tijdsverloop, eene groote, wellicht voor eeuwen beslissende rol in de wereldgeschiedenis te spelen.
I.
HET HOOGE NOORDEN.
"De Witte-zee!" riep, met een luiden lach, onze deensche gezagvoerder, terwijl hij zijn dunnen rossigen knevel opstreek;--"de Witte-zee! een mooie naam, inderdaad, voor eene zee, die er uitziet als engelsch bier! De bedding moge wit zijn, want die is bezaaid met de beenderen der schipbreukelingen;--maar het water is het nooit, tenzij dan dat het bevroren en met sneeuw bedekt is. Neen, dan hebben de matrozen en de zeehondenvisschers een beteren naam bedacht: zij noemen haar de IJszee."
Na de Noordkaap--eene lichtgrijze, fantastisch gevormde, sombere rotsmassa, die ver in de schuimende golven der Poolzee uitsteekt,--te zijn omgevaren, stevenen wij zuidoostwaarts, onophoudelijk gedurende twee verschrikkelijke dagen geteisterd door wind, hagel en regen. In al dien tijd zagen wij niets van de zon: wel bespeurden wij omstreeks middernacht een flauw schijnsel, dat aan den morgenstond deed denken: maar op den middag was het weder dezelfde onbestemde schemering, juist even voldoende om de omringende duisternis zichtbaar te maken.
De schilderachtige, overal door baaien en inhammen afgebroken en met hooge bergen geteekende kust, die wij tot dusver volgden, ligt achter ons: wij zeilen nu langs een vlak, eentonig, somber, ongebroken strand, bijna altijd in een dichten nevelsluier gehuld, die ons slechts nu en dan een blik op de akelige, levenlooze streek gunt. Na eene vervelende vaart van ongeveer vijftig uren, komen wij eindelijk aan een laag land, dat, half in den nevel verloren, zich verre weg naar het zuiden uitstrekt, niet ongelijk aan eene grauwe wolkenlaag. Wij varen tusschen kaap Kanin en de zoogenaamde Heilige-kaap, Swioetoi-Noss, door, en stevenen vervolgens het ongeveer dertig mijlen breede kanaal binnen, dat van de Poolzee naar de ruime en grillig gevormde binnenzee
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.