daemonisch. In de RUE ST DENIS hoorde ik de oude kreet "�� LA LANTERNE" en woedend vertelden enkele stemmen mij dat ze een gifmenger aan het verhangen waren. Sommigen zeiden dat het een koningsgezinde was �C ze hadden naar het schijnt een BREVET DU LYS in zijn tas gevonden, een soort vrijgeleide met het leliesymbool; anderen beweerden dat het een priester was, en die zijn tot alles in staat. Aan de RUE VAUGIRARD werden twee mensen vermoord, omdat ze een wit poeder op zak hadden. Ik zag ����n van die ongelukkigen, toen hij nog een beetje rochelde. Oude vrouwen zelfs deden hun klompen uit en sloegen hem daarmee zolang op de kop tot hij dood was. Hij was helemaal naakt, tot een bloedklomp geslagen en gekwetst; niet alleen waren hem de kleren afgerukt, ook de haren, de schaamdelen, de lippen en de neus. Een woesteling deed het lijk een strik om de voeten en sleepte het door de straat. Hij riep daarbij aan ����n stuk: "VOIL�� LE CHOL��RA-MORBUS!" Een wondermooi witwoedend vrouwmens, met ontblote borsten, haar handen helemaal met bloed bedekt, stond erbij, en toen het lijk haar voorbij kwam gaf ze het een trap met de voet. Ze lachte, en ze vroeg mij of ik voor dat zachtmoedige werkje niet een paar franken over had; dan zou ze een zwart rouwkleed kunnen kopen, want haar moeder was een paar uur daarvoor gestorven, aan gif.
III. Flanel
's Anderendaags bleek uit de kranten dat de ongelukkige mensen, die men zo gruwelijk vermoord had, helemaal onschuldig geweest waren; het verdachte poeder dat op hen gevonden was zou kamfer geweest zijn, of chloruur, of een van die andere middeltjes tegen de cholera �C en al die zogenaamd vergiftigden waren, op de meest natuurlijke manier, aan de heersende plaag bezweken. Het volk hier, zoals het volk overal, ontsteekt rap in woede, en kan dan tot gruweldaden verleid worden; maar als datzelfde volk bezadigde stemmen hoort, dan wordt het even snel milder gestemd, en het berouwt hartsgrondig zijn ondaden. Met dat soort stem hebben de kranten hier �C direct de dag daarop �C het volk weten in te tomen en zachter te stemmen. Het mag een triomf van de pers genoemd worden, dat ze in staat bleek het onheil zo snel in te perken �C onheil dat de politie met haar COMMUNIQU�� had aangericht. [...] Sindsdien is alles hier rustig; "L'ORDRE R��GNE �� PARIS", zou onze minister van buitenlandse zaken, Horatius Sebastiani, zeggen. Een doodse stilte heerst in gans Parijs. Een stenen ernst ligt op alle gezichten. Vele avonden lang zag men zelfs op de BOULEVARDS weinig mensen, en dan nog�� dezen ijlden elkaar snel voorbij, met de hand voor de mond, of een doek. De theaters waren uitgestorven. Als ik een SALON binnenkom, dan zijn de lui verwonderd mij nog in Parijs te zien �C want dringende besognes heb ik hier toch niet? De meeste buitenlanders �Cnamelijk mijn landgenoten �C zijn onmiddellijk afgereisd. Gehoorzame ouders hadden van hun kinderen het bevel gekregen ten spoedigste naar huis te komen. Godvrezende zonen vervulden zonder dralen het zoete verzoek van de ouders, die hun terugkeer naar de HEIMAT wensten. Eert uw vader en moeder, en gij zult lang leven op aarde! Bij anderen ontwaakte plotseling een oneindige SEHNSUCHT naar het dierbare vaderland, naar de romantische gouwen aan de ontzagwekkende Rijn, naar de geliefde bergen, naar het gelukzalige Schwaben: het land van de hoofse liefde en de vrouwentrouw, van de lustige liederen en de gezonde lucht. In het H?TEL DE VILLE zijn er al meer dan 120.000 reispassen afgegeven, hoor ik.
En, alhoewel de cholera het zichtbaar gemunt had op de armere klassen, t��ch waren het de rijken die op slag de benen namen. Sommige PARVENUS kan men het niet kwalijk nemen dat ze er vandoor gingen; die dachten waarschijnlijk: de cholera, die komt van zo ver, uit Azi?, en die w����t dus niet dat wij de laatste tijd veel geld verdiend hebben op de beurs �C die houdt ons misschien nog voor arme drommels, en laat ons toch nog in het gras bijten. Alexandre Aguado, markies DE LA MARISMAS DEL GUADALQUIVIR, een der rijkste bankiers hier, en ridder in het Erelegioen, was de veldmaarschalk van deze grote terugtocht. Waanzinnig van angst zat de ridder, naar het schijnt, gedurig achterom te kijken door het raampje van zijn koets, en hij hield zijn blauwe bediende, die achterop stond, voor de waarachtige dood zelf, de CHOL��RA-MORBUS. Het volk morde bitter toen het zag hoe de rijken �C bepakt met artsen en apothekers �C zich in gezondere oorden kon redden. De armen zagen met wrevel, dat geld nu ook een beschutting tegen de dood was. Het grootste deel van de JUSTE-MILIEU-regering en de HAUTE- FINANCE is sindsdien ook verdwenen, en leeft nu in zijn kastelen. De ��igenlijke vertegenwoordigers van de rijkdom, de heren
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.