Eline Vere | Page 4

Louis Couperus
ruw, als uit wit marmer gehouwen kruis, waaraan een slanke witte vrouw zich in doodsgevaar vastklampte, terwijl haar voeten door een tulle golf werden oversproeid. En haar vingeren wrongen zich krampachtig vast aan de Rots der Eeuwen.
--Het is Lili! hoorde men hier en daar.
--Wat is die Lili elegant! fluisterde Emilie tot Cateau. Maar hoe zo? ze daar zoo hangen! Hoe houd ze het uit!
--Ze ligt heelemaal in kussens, maar het is toch erg vermoeiend, zeide Toos. Je ziet natuurlijk niets van die kussens, freule.
--Natuurlijk niet! Het is heel mooi, ik heb nooit zoo iets po?tisch gezien.... Zeg eens, Toos, ik dacht dat je me�� zo? doen?
--Ja freule, maar alleen in het laatste tableau met Etienne Van Erlevoort. Nu moet ik langzamerhand weg, om mij te gaan verkleeden.
Zij wipte van haar stoel. Het licht weifelde, de deuren schoven dicht. Een licht applaus klapte als op ongelijke handslagen door de zaal. Maar weldra herhaalde zich het witte vizioen van schuimend gaas, en een engel boog zich met roerenden blik over den breeden arm van het kruis, om de bezwekene, die nu met geloken oog daartegen lag, op te heffen.
Het applaus we��rklonk krachtiger.
--Marie kan zich natuurlijk we��r niet ernstig houden! sprak Emilie, haar hoofd schuddend. Ze schatert het straks uit.
Werkelijk trilde er iets zeer ongepast spotachtigs om het fijne mondje van den engel, terwijl zijn roerende blik eenigszins komiek werd onder een paar zenuwachtig opgetrokken wenkbrauwen.
VII.
Hoewel men het den artisten aanzag, dat zij mo�� waren, daar niemand zich onbewegelijk hield, werd het laatste tableau met tal van toejuichingen ontvangen. Viermaal, vijfmaal moest het herhaald worden. Het was eene allegorische voorstelling der Vijf Zinnen, voorgesteld door de vier jonge meisjes, rijk gedrapeerd in zware stoffen,--goud- en zilverlaken, brokaat en hermelijn--en door Etienne, den jongsten bro��r van Fr��d��rique, die in een minstreelgewaad het Gehoor voorstelde.
Het was nu gedaan.
Met de lange pauzes, die de artisten zich veroorloofd hadden, was het twee uren geworden, en de heer en mevrouw Verstraeten ontvingen de dankbetuigingen der gasten, die afscheid namen.
--Blijft u nog soupeeren, met Cateau? zeide mevrouw Verstraeten zachtjes tot mevrouw Van der Stoor. Heel familiaar.
Mevrouw Van der Stoor vond echter, dat het te laat zo? worden; zij wilde alleen nog op haar dochter wachten.
De artisten hadden zich zoo spoedig mogelijk verkleed en traden de zaal binnen, waar zij nog van de laatste gasten eenige complimenten over spel en smaak opvingen. Emilie had zich bij dien zegevierenden intocht aan de piano gezet, en ontbeukte er de akkoorden eener fanfare aan. Zij bleef als intieme huisvriendin met Van Raat en Betsy soupeeren.
--Morgen kom je toch, niet waar, Toos; morgenmiddag, om twee uur, komt de fotograaf! riep Marie.
Het was dan Donderdag, maar Cateau zou niet naar school gaan, om uit te slapen, en om twee uur zou zij komen.
Afgetobd vielen de artisten ne��r in de gemakkelijke stoelen der ruime serre, waar een koud souper verscheen, een kalkoen, sla, een taart, champagne.
--Wat was het mooist? Wat was het mooist? riepen zij allen.
En een ieders opinie werd gewikt en gewogen, bestreden en toegejuicht, onder een algemeen gerammel van borden, gekletter van vorken en lepels, geklink van glazen, vol en spoedig le��g.

Hoofdstuk II.
I.
Om halfdrie keerden de Van Raats van het souper terug naar het Nassauplein. Hun huis was stil, de knecht en de meiden waren naar bed. Terwijl Henk zijn sleutel in den zak stak, en den bout dwars voor de huisdeur lichtte, stelde Betsy zich onwillekeurig haar slapenden jongen voor, roze, met gesloten vuistjes, in zijn wit bedje. Zij nam de bougie, van den pijler der trap, en ging naar boven; hij met zijn couranten de eetkamer in. Het gas brandde er, schemerflauw, een verkleinde waaiervlam.
Zoo ook in haar kleedkamer. Zij draaide de kraan open waardoor zich het licht snel uitbreidde, en trok haar bonten rotonde van de schouders. In den kleinen haard wrong zich stuiptrekkend een vurige tong, als van een heraldischen leeuw. Er zweefde door het vertrek iets als de lauwheid van een warm bad, vermengd met den zoeten geur van Violettes de Parme. Even zag zij in de aangrenzende donkere kamer naar het witte bed van haar kind om, begon zich toen, zuchtende, te ontkleeden en liet de kanten japon, als een wolk van zwart, haar heupen afglijden. De deur werd geopend, en Eline kwam, een weinig bleek, binnen, in een wit flanellen peignoir, met los hangend haar.
--Zoo Elly, nog niet naar bed?
--Neen; ik.... heb wat zitten lezen. Heb je je geamuzeerd?
--O zeker, het was alleraardigst. Ik wou alleen, dat Henk niet zoo ondragelijk vervelend was. Hij zegt geen stom woord, en zit met zijn b��te gezicht aan zijn horlogeketting te morrelen, tot ze gaan whisten, in de pauzen.
Eenigszins driftig zette Betsy den eenen voet achter den anderen, en schopte een schoentje uit, van goudle��r, met kralen.
Eline rekte zich, kwijnend.
--Heb je gezegd aan mevrouw Verstraeten, dat ik ongesteld was?
--Ja, maar
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 226
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.