schamele overblijfselen van pauwenvederen, goudweefsels op
donkere wollen stof, ornamenten van verguld brons en lood werden
gevonden bij de beenderen van een krachtigen grijsaard van hooge
gestalte.
De noorsche sagen omschrijven verscheiden dergelijke begrafenissen,
en we kunnen ons inderdaad voorstellen, hoe dat nieuwe schip op het
strand gehaald werd door de grimmige langharige krijgers; zij zongen
onder het halen en bespraken de gevechten waarbij zij overwonnen; de
veraf gelegen landen waar zij geroofd en geplunderd hadden, waar zij
alles te vuur en te zwaard verwoestten onder aanvoering van den
hoofdman, die daar nu levenloos op de baar uitgestrekt lag, gehuld in
zijne rijkste gewaden. Lichte schoenen omsloten zijne voeten; wapens
rustten aan zijn zijde en alle gareel was om hem heen verzameld; alles
wat bij het schip behoorde, de loopplanken, de koperen ketel, platen en
spaden en drie kleinere booten met roeispanen, roer en boomen. Het
behoorde zoo, dat de held behoorlijk toegerust zijne reis naar Odin
aanvaardde. Daarom werden dan ook al zijne paarden en honden
geslacht en met hem, maar naast het schip, begraven. Daarna werd alles
met aarde bedekt, en een heuvel ontstond op die plaats.
De overblijfselen van het Vikingenschip bevestigen de juistheid dier
overleveringen.
Het woord Viking moet men vooral niet in verband brengen met het
engelsche woord King. Het wordt uitgesproken als Wiking, en
beteekent "iemand die aan eene wijk, aan een inham van het water
woonde".
In den namiddag bracht ik een bezoek aan Holmenkollen, eene
uitspanningsplaats in de omgeving van Kristiania. De stadstram bracht
mij van 't hôtel naar het eindstation Majorstuen, waar men overstapt in
de tram naar Holmenkollen; een fraaie rit langs eenige buitenplaatsen
en ten laatste stijl berg aan door bosch met bij toeneming mooie
uitzichten op de omgeving. Het eindstation ligt nog eene minuut of tien
onder het hotel, dat op zich zelf een bezoek waard is; een fraai houten
gebouw met terrassen en veranda's, van waar men een overheerlijk
mooi uitzicht heeft op de stad Kristiania en de golf, een der prachtigste
panorama's die ik ooit zag, niet alleen in Noorwegen, maar ook elders.
Van Holmenkollen kan men langs een uitstekenden straatweg nog
verder omhoog gaan naar eene tweede uitspanning Frogner Saeter.
Deze straatweg is ter herinnering aan het bezoek van den duitschen
keizer in 1890, de Keizer Wilhelmsweg genoemd. Een vreemden
indruk maken hier en daar de Bauta-steenen (herinneringssteenen,
bestaande uit lange smalle granietstukken) waarop naast den naam van
Keizer Wilhelm, dien van Koning Oscar staat, sinds dien door de Noren
van de betrekking tot hun land ontheven. De weg kronkelt langs de
helling van den berg geheel door bosch omhoog; na ongeveer 10
minuten bereikt men een lief plekje, eene uitspanning met een
waterplas, dan eene kerk, nog wat verder op een hotel, en dan de
Frogner Saeter. Een Saeter is eigenlijk eene berghut, waar gedurende
den zomer, herders en vee in huizen, overdrachtelijk wordt de naam
toegepast op eene in landelijken stijl gebouwde zomerwoning. Deze
saeter is dan ook van hout en in oud-Noorschen stijl gebouwd. Het
uitzicht is hetzelfde als van Holmenkollen, maar nog vrijer. Een tweede,
nog hooger gelegen uitzichtspunt bezocht ik niet, om voor de duisternis
nog eens te genieten van het heerlijke uitzicht vanaf den weg. Dat was
evenwel onnoodige haast, want zelfs ten 9 uur 's avonds kan men daar
nog goed zien.
Na mijn terugkomst in de stad wandelde ik nog wat in de
Shortingsgade en in de Karl Johannsgade, die mij van zelf bracht in het
park in de omgeving van het koninklijke slot. Het was daar vol, en men
zoude gaan denken dat er in Kristiania niets anders dan dames woonden,
en dat die allen des avonds bij mooi weer en fraai uitgedost in dat park
rondwandelden. Het was eene aardige vertooning, al die lichte
zomertoiletjes in dat bleeke avondlicht, en daarbij de groote
beweeglijkheid der wandelaarsters.
Den volgenden ochtend moest ik tijdig aan den trein zijn, want de reis
ging tot Fagernaes als begin van de zoogenaamde Valdersroute, die in
Noordwestelijke richting van Kristiania dwars door Noorwegen voert.
In den morgentrein is een doorgaand rijtuig tot Fagernaes, dat tevens
een uitzichtsrijtuig is. De banken zijn allen in eene richting aangebracht,
en de wanden zijn bijna geheel van glas. Ik was er al een half uur voor
het vertrek, maar toen ik in dat rijtuig plaats wilde nemen, stonden er
twee heeren met opgeheven armen gereed om te zeggen dat alles bezet
was. Daar mede kwam ik al dadelijk in botsing, met 't geen het reizen
in Noorwegen mogelijk maakt en het tevens belemmert. De beide
heeren waren volgens de opschriften op hunne petten tolken van de
firma Cook en van de firma Bennett. Aan deze beide kantoren komt de
eer toe, Noorwegen voor de touristenwereld toegankelijk te hebben
gemaakt. Zij hebben de tochten die men er maakt, georganiseerd;
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.