Door Holland met pen en camera | Page 8

Lud. Georges Hamön
was op zijn dagen van groote uitbundigheid. De
schilderijen van Rubens in het Louvre, zoo cru in hun realisme, kunnen
nog als symbolen dienen, indien een schets vol echte waarneming
symbool kan zijn voor een veeleischend geslacht.
Het bacchanaal,--dat moet erkend--verschilt naar gelang van de
provincies en krijgt meer en meer neiging, tot een familiefeest te
worden, 't geen dan weer op verlies van schilderachtigheid te staan
komt.

De kermissen hebben voor de jongelieden bijzonder groote beteekenis,
omdat ze voor hen zeer zeldzaam voorkomende gelegenheid zijn, zich
vrij te bewegen, uit te gaan. In dit moerassige land, waar van eigenlijke
velden en buiten zijn geen sprake is, kan men niet, als bij ons, des
Zondags gaan wandelen langs schaduwrijke wegen tusschen bloeiende
weiden.
Van tijd tot tijd gaat men wel eens per boot naar Rotterdam of
Zierikzee, maar die uitstapjes halen niet bij een kermisdag in de
hoofdstad der provincie. Daar gevoelt men zich te huis; men kan er op
zijn gemak okshoofden zwart bier verzwelgen en wafels verorberen,
uien eten en komkommers of geconfijte citroenen in azijn, gekruid met
harde eieren....
Wat de huwbare dochters aangaat, zij nemen ijverig deel aan de kermis.
Lang van te voren zorgen zij voor de mooie mutsen met de ronde
vleugels, die haar oogen zoo goed doen uitkomen, voor den
bloedkoralen collier, het blauw fluweelen dasje, de gouden plaatjes op
het voorhoofd en de gouden stiften op zij, met al die kleine extraatjes,
waardoor de jongens worden bekoord.
Die kostbare sieraden zijn de trots van de boerin. De droom van ieder is,
ze prachtig te kunnen vertoonen, van echt goud, opdat de wind ze even
kan bewegen en ze kan doen ruischen als de vleugels van een libel.
Te Zoutelande wordt verteld, dat een zeer mooi, maar ongelukkig
boerinnetje, dat door de gierigheid van haar vader geen sieraden bezat,
een heftig verlangen voelde om op dit punt de gelijke te zijn van haar
kermisvriendinnen, opdat zij evenals deze gevraagd zou worden te
dansen, te lachen en poffertjes te eten door de jongelui, die de armoede
minachten.
Toen zij naar de markt van Middelburg ging, om de melk en de boter
van de boerderij te verkoopen, overpeinsde ze die lastige quaestie en
was diep bedroefd, zoo geminacht te zijn, hoewel ze er aardig genoeg
uitzag.
"Ik wil schitteren", dacht ze, "want ik ben mooier dan de anderen".

Onder het voortloopen, in haar gesloten jakje met het bruine juk op de
schouders, keek ze mistroostig naar het water in de slooten, dat de zon
weerspiegelde, en zei tot zichzelve, dat, zoo dit water melk was, zij
dadelijk genoeg zou hebben, om de mooiste sieraden te koopen van de
goud- en zilversmeden in Schoonhoven.
Toen begon ze te lachen, stond stil, nam van haar geverfde emmers het
deksel af, zag, dat ze niet vol waren, deed er een weinig bij van 't water,
dat in vele tinten straalde, en zette haar weg voort.
In plaats van acht liters melk te verkoopen, verkocht ze er elken dag
twaalf en verborg in een laadje de opbrengst van haar list.
Het ging zoo goed, dat ze weldra een aardig spaarpotje had en de zoo
begeerde sieraden kon koopen. Zij was uitgelaten blij en kon niet laten,
toen ze uit de stad terugkwam, tegen haar slapen de mooie sprieten te
hechten en in het water te kijken als in een spiegel.
Helaas, toen zij zich bukte, om haar gelaat te zien, raakten de krullen,
die niet goed vastzaten, los en vielen in het stroomende water.
Reneetje, op het gras gezeten, vervuld van spijt en boosheid en
teleurstelling, schreide heete tranen, tot de wind haar deze verstandige
woorden in het oor fluisterde:
"Wat uit het water komt, moet tot het water terugkeeren."
Er wordt niet bij verteld, of het jonge meisje den troost aanvaardde.
II
Ontmoeting op straat.--De mooie ruiter.--Teleurstellend
déjeûner.--Vader Kick.
Zoodra ze getrouwd is, na de uitbundige pret van de bruiloft, bergt de
boerin in de laden alle kleine sieraden en snuisterijen, waar zij zoo op
gesteld was als jong meisje. Het gebruik wil namelijk, dat zij er ernstig
ga uitzien, juist als de vrouwen, die geen veroveringen meer willen

maken, omdat ze een levensgezel hebben gevonden. Ze bewaren alles
voor haar dochters, als die op haar beurt, bij de eeuwige herhaling der
verschijnselen, een boer aan den haak moeten slaan.
Maar kom ... ik loop te lang in Zoutelande rond, luisterend naar den
wind, die mij deze vroolijke dingen vertelt tusschen twee duwen tegen
de wieken van den grooten molen.
Een melkboer, in zijn kar als een schuit, met een groot harig paard er
voor, gaat naar het veld, en zijn wagen verbreekt de stilte.
Elders ontmoet ik even buiten het dorp een miniem klein paartje,
jongetje en meisje. Zij, zeer moederlijk en grappig, beknort den kleinen
jongen met een basstemmetje
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 27
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.