Dierenleven in de wildernisSchetsen uit het leven der dieren hun natuurlijke aanleg

William J. Long
Dierenleven in de wildernis
Schetsen uit het leven der dieren
hun natuurlijke aanleg

Project Gutenberg's Dierenleven in de wildernis, by William J. Long
This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
with this eBook or online at www.gutenberg.org
Title: Dierenleven in de wildernis Schetsen uit het leven der dieren hun
natuurlijke aanleg en wat zij leeren moeten
Author: William J. Long
Illustrator: Charles Copeland
Translator: Cilia Stoffel
Release Date: March 29, 2006 [EBook #18072]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK
DIERENLEVEN IN DE WILDERNIS ***

Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed

Proofreading Team at http://www.pgdp.net/

Dierenleven in de Wildernis
Schetsen uit het leven der dieren hun natuurlijke aanleg en wat zij
leeren moeten

Met toestemming van den schrijver William J. Long uit het Engelsch
vertaald door Cilia Stoffel
Teekeningen van Charles Copeland
Derde Druk
Rotterdam MCMXXI
W. L. & J. Brusse's Uitgevers-Maatschappij

INHOUD.
Opdracht 6 Voorrede 7 Op Weg naar School 9 Wat een jong Hertje
moet weten 25 Een Kreet in het Donker 36 Ismaques, de Vischarend 57
Hoe de kleine Visschers les kregen 75 Het blijde Leven 86 Hoe de
Dieren sterven 112 De Indiaansche namen 125

DIT BOEK OVER NATUUR EN DIERENLEVEN DRAAG IK AAN
DE BROEDERSCHAP VAN NATUURLIEFHEBBERS OP.
Zoo luidt de opdracht van deze schetsen, en ik meende er de woorden
aan te mogen toevoegen, waarmee de schrijver een zijner andere
boeken de wereld inzond: "Deze schetsen draag ik aan de onderwijzers
op, die er naar streven hun lessen in natuurlijke historie aantrekkelijker,
pittiger te maken; die hun leerlingen, buiten het eigenlijke gebied der

wetenschap om, een blik gunnen in die wijde natuur, waar hun een
wereld opengaat, zoo heerlijk, dat ze ver boven de wereld der
wetenschappelijke feiten reikt."
C. S.

VOORREDE
Het meerendeel der volgende schetsen ontstond in het bosch, waar de
dieren die ze behandelen vlak om mijn tent heen leefden. Zij zijn alle
natuurgetrouw en geven tevens een kijkje in sommige weinig bekende
levensgeheimen van een massa vogels en andere dieren--schuwe, wilde
wezens meestal, die zich verbergen voor het aangezicht der menschen
en hun nesten of holen in het hartje der wildernis maken.
De schrijver trachtte de oorzaken op te sporen van de dingen die hij zag;
de beteekenis te doorgronden van dat raadselachtige, dat vogels en
andere dieren in hun doen en laten hebben. Als deze schetsen dus een
geheel vormen, is dit daaraan te danken. Een poging tenminste om dat
raadselachtige op te lossen kan men in de inleiding tot dit Dierenleven,
het eerste hoofdstuk, vinden, waar tevens inlichtingen over doel en
onderwerp van dit boek voorkomen. Evenals in mijn vorige uitgaven
geef ik de dieren hier de namen die ze van de Milicete-Indianen
gekregen hebben, en ik doe dit deels om de prettige herinneringen die
ze bij mij opwekken, deels om het persoonlijk karakter dat elk levend
wezen er door krijgt, maar toch voornamelijk omdat zoo'n naam de
eigenaardigheid heeft, door den klank, door een kleine aanduiding, ons
het dier zelf voor oogen te tooveren. Wie het kleine wezen dat onder
het trapje van zijn huisdeur woont, dat zijn kruimeltjes eet en op een
fluitje afkomt, maar gewoonweg pad noemt, hem zegt dat woord niets;
maar als Simmo [1] het heeft over K'dunk, den Dikkerd, dan weet ik
tenminste iets van de taal die dat merkwaardige schepseltje er op
nahoudt en kan ik mij zoo'n beetje voorstellen hoe het er uitziet.
Twee of drie dezer schetsen hebben al eens in verschillende
tijdschriften gestaan, maar de andere komen alle zoo uit mijn oude

opschrijfboekjes en uit de papieren waarin de herinneringen aan mijn
verblijf in de wildernis staan opgeteekend in dit nieuwe boek. De
bekwame teekenstift van mijn vriend Charles Copeland doet er de
dieren weer leven, tot ze van achter oude, mossige boomstronken naar
mij staan te gluren, of wegglippen in het lichte loover van hun eenzame
schuilhoeken; even nog blijven ze staan luisteren en kijken
onderzoekend naar mij om--net als ze in de wildernis deden.
WILLIAM J. LONG.
Stamford, Conn. September, 1902.

OP WEG NAAR SCHOOL.
't Was voor den tweeden keer, jaren geleden, dat ik zag hoe een
ottermoeder haar niets kwaads vermoedende jongen leerde
zwemmen.--Daarbij droeg zij ze op haar rug het water in, alsof 't uit de
grap gebeurde, en eer ze beseften wat zij eigenlijk in den zin had, was
zij onder hen uitgedoken. Maar als ze dan wanhopig in dat onbekende
element lagen te spartelen, dook zij weer naast hen op en begon ze te
helpen en aan te moedigen, terwijl ze in den wilde den weg naar het
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 41
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.