De zomer in Kaschmir | Page 2

F. Michel
maal haar glimlach had geschonken aan dienzelfden Jehan Guir in de dagen, toen hij nog niet anders was dan de erfprins Selim. En toch was ik nog meer ontroerd bij het zien van het huis, waar generaal Allard woonde, een dier officieren van het groote leger, die bij wijze van revanche het fortuin van Randjit Singh maakten, en waar hij gastvrijheid verleende aan Jacquemond; onder een open koepeltje in den tuin droeg een eenvoudige marmeren steen het fransche opschrift: "Marie Allard, zes maanden."
Intusschen zal de toerist ook zijn toebereidselen maken voor de reis als beschaafde nomade. Hij zal beginnen met zich een lichte tent aan te schaffen, die toch dubbel is, naar het model, dat "Zwitsersch huisje" heet of Kaboeltent. Dan zal hij meubels voor het kamp aanschaffen, waaronder een bed dat uit elkander kan worden genomen, benevens tafels, die toegeslagen en stoelen, die gevouwen kunnen worden; keukengerei, liefst een reeks aluminiumpannen van verschillende grootte, die in elkander passen; een veldkachel, ge?mailleerd aardewerk en tuinlampen en dan nog dat betrekkelijk zeer klein aantal dingen, die werkelijk onmisbaar zijn. Men kan ook gerust met het aanschaffen van een en ander wachten tot de aankomst in Kaschmir en het gaat ook wel, een deel der goederen te huren van een der agentschappen te Srinagar.
Maar laat men vooral niet verzuimen, reeds te Lahore twee van die onwaardeerbare indische bedienden te huren, die zoo goed de kunst verstaan het gemak en de rust van hun heer te verzekeren te midden van de vele kwellingen der dagelijksche verplaatsingen. De eene zal dienst moeten doen als khitmatgar of kamerdienaar, de ander zal khansama of kok wezen. Hun maandelijksch salaris bedraagt van twaalf tot zestien roepijen, plus een fooi van acht roepijen, als men hen ver van hun huis meeneemt en ze voor hun eigen onderhoud moeten zorgen. Die Mohammedanen uit Pendsjab zijn in den regel betrouwbare personen en geheelonthouders, wat niet altijd het geval is met de bedienden, die in de zeehavens op de aankomst van de globetrotters wachten. Stel u er vooraf van op de hoogte, dat ze van dezelfde secte zijn, om lastige conflicten te voorkomen. De mijnen hadden het onderweg best samen kunnen vinden, maar ten slotte kregen ze toch nog herrie.
In den laatsten tijd van mijn verblijf te Srinagar had ik enkele uitnoodigingen moeten aannemen en eenige malen gasten moeten ontvangen. Het is dan de gewoonte, dat de bedienden elkander ook inviteeren, en nu had op een zekeren avond, toen de mijne uit dineeren waren, de khansama, die een vroom Sunniet was, met schrik vernomen, dat de khitmatgar tot de Sji?eten behoorde; zoo ontdekten ze, na een half jaar in vrede en vriendschap te hebben geleefd, dat ze geslagen vijanden waren, omdat meer dan duizend jaren geleden khalief Omar het geslacht van Ali, den schoonzoon van den profeet, uitroeide.
Laat de toerist zich gerust op den khitmatgar verlaten, om elken morgen op dezelfde plaats op tafel bij zijn bed of in de zakken aan de tent de zaken te vinden, die hij noodig heeft. Op elk uur van den dag en den nacht wordt de uitroep Ko? hai! die zooveel beteekent als hei daar! beantwoord en volijverig en verstandig wacht de bediende bevelen af met de servet over den schouder als het teeken zijner waardigheid. Zorg er slechts voor, dat hij die vaak verwisselt voor een schoone! Want hij veegt er niet alleen het bord mee af, dat hij u brengt; hij stoft er, zoo noodig, ook uw kleeren mee en bij gelegenheid uw schoenen; hij jaagt er met korte, welwillende tikjes het ongedierte mee weg, dat, als ge te dicht bij een dorp hebt gekampeerd, half verdoofd door het insectenpoeder tusschen uw lakens is te vinden; hij ranselt er de koelies mee, als ze te langzaam naar zijn zin de tenten opslaan en het kamp in orde brengen, want hij gevoelt zich als een karavaanbestuurder, en de goede Kaschmireezen, die door mijn bediende worden uitgescholden, een kereltje, dat ze met een vinger hadden kunnen omverwerpen, spraken hem altijd eerbiedig met Sirdar aan, dus met niet minder dan den titel, door lord Kitchener van Khartoem gedragen, toen hij het bevel over het engelsch-egyptisch leger voerde!
Hij beweerde bovendien met trots, van goede familie te zijn; maar ongelukken in de familie hadden zijn opleiding in den weg gestaan; ook maakte hij geen aanspraak op den titel van dichter, zooals de khitmatgar van een mijner vrienden, die in zijn vrijen tijd zich amuseerde met het maken van perzische verzen. Hij was ten minste trouw en eerlijk en waarheidlievend, wel een verschil met anderen, die alle veertien dagen dezelfde schoonmoeder moeten begraven; hij heeft mij slechts eenmaal een halven dag verlof gevraagd, en dat was te Lahore, om te trouwen! En toen ik hem edelmoedig den geheelen dag aanbood, protesteerde hij en beweerde, dat hij liever op
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 43
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.