Bibi in een sarcofaag van wit marmer, en de andere, Moerki Bibi in een prachtgraf van zwart marmer, met parelmoer ingelegd. Daar dicht bij hadden andere, minder begunstigde echtgenooten eenvoudiger rustplaatsen. Het was een bekoorlijk plekje vol licht en glans, waar de gedachte aan dood en sterven aan niets sombers verbonden was, zoo geheel anders dan bij de lijkentorens van de Parsi's en de brandstapels der Hindoes.
Tegen den avond gingen we een bezoek afleggen bij den commissioner general, den heer Lely en Mevrouw Lely. Wij vernamen, dat Mevrouw reeds vertrokken was naar de Parsifamilie, waar ook wij genoodigd waren tot het bijwonen van het huwelijk van den zoon, en onze gastheer geleidde ons toen naar de Kankariya, het kunstmatige meer op drie mijlen afstands van Ahmedabad. Alleen onmiddellijk aan het meer vindt men eenigen plantengroei, waar troepen apen ons nieuwsgierig, maar zonder wantrouwen, aangluurden.
De Kankariya is een der grootste waterréservoirs in Indi?; het beslaat meer dan 62 acres en is veelhoekig, met 34 zijden, elk van 190 voet. Het werd in 1451 voltooid en is door steenen trappen omgeven met koepels op verscheiden kanten en een sluis. In het midden is een eilandje, aan den wal verbonden door een brug van 48 bogen, en met een zomerpaleis en tuin voor den onderkoning van Ahmedabad. De reizigers spreken met bewondering over de Kankariya, en reeds voor Pietro della Valle was dit het schoonste plekje ter wereld. Maar op het eind der 18de eeuw lag alles, paleis, waterleiding, sluis, in puin, en eerst in 1872 heeft de regeering zich de zaak der restauratie aangetrokken. Aan de oevers werd bosch aangeplant, en het meer werd uitgediept. Men kan er nu rondwandelen, maar de omgeving is nog allermelancholiekst. Men zou er kunnen schreien, en ten overvloede liet zich een klagende muziek hooren, terwijl ik er vertoefde.
Toen ik bij ons rijtuig terug keerde, waren mijn moeder en de vrienden aan het luisteren naar de garba's of balladen van een ouden muzikant. Dat was de oorzaak van mijn ontroering. Op den terugweg lieten wij rechts liggen de armenische en hollandsche graven, die we voor een later bezoek bewaren, en het was avond toen we thuis kwamen. De mist was dik, die ijzige mist van Ahmedabad, die zoo eigenaardig onaangenaam ruikt naar roet. Niet lang daarna traden wij een dier groote tenten binnen, die in Indi? sjamiana heeten; ze was schitterend verlicht, en er was een elegante menigte bijeen, want er werd het huwelijk gevierd van een jongen Parsi.
In het midden van een tuin, waar een onmetelijk velum over was uitgespreid, werden op een estrade, half verborgen achter een gordijn van bloemen, vooral rozen en jasmijn, de kerkelijke plechtigheden voltrokken door de mobeds of priesters. Ze zongen psalmen en ter afwisseling lieten zich inlandsche en europeesche orkesten hooren. Het was een mooi gezicht. De heer en mevrouw Lely waren in gezelschap van den luitenant-gouverneur der Noordwestelijke provinci?n, Sir Antony Mac Donnell. Er werd te Ahmedabad vol lof gesproken over de wijze, waarop die hooge ambtenaar zich kweet van zijn taak, de enquêtecommissie voor den hongersnood te presideeren. Den volgenden morgen al vroeg namen wij afscheid van onze vriendelijke gastheeren en vertrokken naar Kathiawar.
Dat is een vierkant schiereiland, dat in de Arabische Zee uitsteekt tusschen Katsj en de kust van Goedsjerat, en zoo genoemd is naar den stam der Kathi's, die er als kolonisten kwamen tusschen de 13de en de 15de eeuw. De Mahratten pasten den naam op het geheele schiereiland toe, en in navolging van hen doen de Europeanen dat ook.
Hoe afgelegen het ook is, toch heeft het schiereiland gedeeld in de lotgevallen van Indi?. In overoude tijden stond het onder de heerschappij van Asoka en zijn opvolgers en werd door vice-gouverneurs bestuurd tot op den tijd, dat de gouverneurs zich onafhankelijk maakten. Van dien tijd af ontmoet men er zuiver hindoesche dynastie?n; daarna kwamen de Mohammedanen, dan de invallen der Mahratten en eindelijk de suzereiniteit van Engeland, waarmee een nieuwe periode van orde en vooruitgang wordt geopend.
Wat landschappelijk schoon betreft, is Kathiawar zeer ongelijk; in het Westen en het Oosten vindt men er zandwoestijnen, met cactussen bedekt, waarop de bosschen van den Gir volgen, vol van klare beekjes en groene velden. In het Noorden heeft men de verlaten oorden van den Ran, dan naar den kant van het Zuidwesten het lachende land met zijn tuinen en goed bebouwde velden en eindelijk meer binnenwaarts in Sorath het massieve granietgebergte, de Girnar, welks toppen majestueus boven den staat Junagadh oprijzen. Wij begeven ons daarheen.
Tusschen Ahmedabad en Wadhwan namen we de gevolgen der droogte waar en van den ellendigen hongersnood; overal zagen we kale velden en weiden met mager vee. Wat een armoedig gezicht, die magere, stoffige buffels, die niet van hetzelfde ras lijken als onze glanzige en vette dieren der hoeven in Bandora! Nergens heeft de hongersnood wreeder
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.