Van ditzelfde punt onderscheidt ge ook, in de verte, op de uiterste spitsen der tegenoverliggende rotsen, twee kleine chalets, die als uit de lucht schijnen gevallen. Ook dat zijn koninklijke verblijven, waarin Lodewijk II, die steeds bij voorkeur de hoogste en eenzaamste plekjes opzocht, nu en dan eenige dagen ging doorbrengen. Nog dieper in het gebergte had de Koning wederom andere plekken uitgekozen, om daar verschillende gebouwtjes te doen plaatsen. Dicht bij de grens, langs den partikulieren weg, die van Linderhof naar Hohenschwangau voert, heeft hij een marokkaansch paviljoen en de zoogenaamde Hundinghütte laten bouwen. Deze laatste moet eene oud-germaansche hut voorstellen, en is de getrouwe navolging van de hut van Hunding, zoo als die in de _Walküre_ van Wagner voorkomt. In de nabijheid van de Plansee eindelijk had Lodewijk II den bouw ondernomen van een paviljoen van Sint-Hubert.
Vatten wij onze indrukken van deze koninklijke residentie samen, dan moeten wij bekennen dat het kasteel van Linderhof een juweel van kunst had kunnen worden, indien de Koning zich door een soberder en fijner smaak had laten leiden en weerstand had weten te bieden aan de verlokkingen eener geblankette en opgetooide rococo-kunst, die hier allerminst op haar plaats is. Maar toch, ook zoo als het nu is, behoort dit kasteel met zijne fantastische omgeving en bijgebouwen, tot de eigenaardigste merkwaardigheden der streek; en de woest-verheven, romantische bergnatuur, die dit paviljoen à la Pompadour omringt, draagt er niet weinig toe bij om de aantrekkelijkheid en bekoring er van te Verhoogen.
III
Zij die per spoor de reis van Munchen naar Salzburg hebben gemaakt, herinneren zich zeker nog wel eene majestueuse witte fa?ade, die tusschen groene bosschages en boomgroepen, aan den oever van de Chiemsee, het grootste meer van Beieren, te voorschijn treedt. Dat is het paleis van Herrenchiemsee, het duitsche Versailles.
Van Munchen uit kan men op een dag de reis heen en weer maken; twee uren na het vertrek stopt de trein te Prien, het naast bij het meer gelegen station. Een kwartier verder, te Stock, is het punt waar de stoomboot, die het meer bevaart, aanlandt.
Het voorkomen van het land is over het algemeen tamelijk vlak, en de oevers van het groote meer, dat omstreeks twintig kilometers lang en ruim tien breed is, zijn vrij eentonig en karakterloos. Alleen aan de zuidzijde verrijzen de Alpen, waarvan sommige toppen eene hoogte bereiken van tweeduizend el. In het meer liggen drie eilanden: een onbeteekenend eilandje, deels met riet en biezen begroeid, deels tot moestuin ingericht; het Fraueninsel, dat ongeveer tien hektaren groot is; en het Herreninsel of Herrenw?rth, dat eene oppervlakte beslaat van ruim tweehonderd hektaren en met bosschen en weilanden is bedekt.
Deze beide eilanden, dicht bij elkander gelegen, ontleenen hun naam aan het nonnenklooster en aan de Benediktijner-abdij, die daar in vroeger eeuw werden gesticht en waaraan de eilanden behoorden. Fraueninsel vooral is zeer bekoorlijk, vooral ook om het heerlijke panorama van het meer en de Alpen. De landelijke herberg, die in den zomer druk bezocht wordt, staat vlak naast het oudere reeds in 783 gestichte klooster, dat door Koning Lodewijk I aan de Benediktijner-nonnen werd teruggegeven en thans tot pensionaat voor meisjes is ingericht. Vooral de schilders uit Munchen plegen hier dikwijls te vertoeven.
De insgelijks in de achtste eeuw gestichte abdij van Herreninsel of Herrenw?rth heeft in de geschiedenis der Kerk eene belangrijke en glansrijke rol gespeeld. Het klooster werd tijdens den inval der Hunnen verwoest, en nam later eene eerste plaats in onder de godsdienstige gestichten van Beieren. In 1806 werd de eerwaardige abdij geseculariseerd; Herrenw?rth werd voor een spotprijs verkocht aan partikulieren, die, zonder eenigen eerbied voor het roemvol verleden der gewijde plaats, zooveel mogelijk voordeel van hunne bezitting trachtten te trekken. De oude torens en gebouwen werden gedeeltelijk gesloopt; de kerk werd tot eene brouwerij ingericht, en men had reeds een aanvang gemaakt met het vellen der bosschen, toen Koning Lodewijk II in 1873 het domein kocht.
De kleine stoomboot, die zeker voortaan niet meer voldoende zal zijn voor het vervoer der talrijke bezoekers,--hun aantal bedraagt, naar het zeggen, gemiddeld vijf- à zeshonderd per dag;--zet u vlak bij de bijgebouwen Van het klooster aan wal. Hier is de boerderij, de brouwerij en een in der haast ingericht restaurant, waar vooral gedurende de maanden Augustus en September eene onbeschrijfelijke drukte heerscht en oceanen bier worden verzwolgen. De gebouwen van het eigenlijke klooster omgeven nog aan de vier zijden den stillen fraaien kloosterhof.--Men wijst u nog de vertrekken der voormalige abten; tijdens den bouw van het paleis werden zij bij herhaling door den Koning betrokken.
Van den kleinen heuvel die Herrenw?rth draagt, voert een weg, in tien minuten, door het bosch naar het nieuwe paleis. Uit het dennenbosch komt ge eensklaps op een plateau, waar u eene zonderlinge verrassing wacht. Daar ziet ge voor u de welbekende groote fa?ade van Versailles, maar uitkomende tegen een
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.