prachtigen achtergrond van blauwe bergen en donkere bosschen. Overigens schijnt het de bekende omgeving: het terras, de waterpartijen, de breede steenen trap, het bassin van Latone, het groote grasperk (le Tapis-vert); en aan den horizon de heldere wateren van het meer, omlijst door de prachtige lanen.
Deze eerste indruk wordt intusschen bedorven door twee pyramiden van rotsen, die uit de bovenste bassins oprijzen en allegorische groepen dragen, voorstellende de godin Fortuna en Pegasus. De grillige onregelmatige omtrekken dezer rotsen, die natuurlijk van elders zijn aangevoerd, passen niet bij de strenge harmonische lijnen der fa?ade, waarvan zij het effect bederven. De fa?ade is eene getrouwe navolging van die te Versailles, maar zij is de eenige, die van buiten geheel voltooid is. De lange noordelijke vleugel, die het theater en de kapel moest bevatten, staat nog in het ruw; van den zuidelijken vleugel is niets te zien dan een begin der fondamenten.
Ik weet niet, in hoeverre het inderdaad de bedoeling des Konings was, het paleis van Versailles in zijn ganschen kolossalen omvang als het ware na te bouwen. Uit het plan der deels voltooide, deels aangevangen gebouwen mag men, naar het schijnt, opmaken, dat inderdaad het voornemen bestond om eene kopie te leveren van het tegenwoordige Versailles; eene verbeterde kopie, in zoo verre alle gevels in denzelfden stijl zouden worden opgetrokken en sommige gedeelten, die in het oorspronkelijke niet meer aanwezig zijn, zouden worden hersteld. De zijvleugels, die den marmeren voorhof omgeven, dragen hetzelfde karakter als de groote fa?ade aan de tuinzijde; de groote trap is op dezelfde plaats aangebracht als de trap, die door Louis XIV te Versailles werd gebouwd doch later verplaatst.
Is het niet ergerlijk en onvergeeflijk, dat dezen prachtigen, koninklijken gebouwen, zoo majestueus en indrukwekkend van ordonnantie en stijl, hetzelfde onhebbelijke euvel aankleeft als het kasteel van Linderhof? Zou men het kunnen gelooven, dat ook hier dezelfde slordige constructie is gevolgd? Alleen de onderbouw is van echt, degelijk graniet; al het overige, van de benedenverdieping tot de balustraden en tropee?n op de kroonlijst, is van baksteen en pleister! Zoo bouwde Lodewijk XIV toch niet; de groote Koning zou het zeer zeker beneden zijne waardigheid hebben gerekend, in een paleis te wonen, waarvan de gemeene grondstof maar noode verborgen werd door een plaksel van cement. De gevolgen van dit echt moderne knoeiwerk zijn dan ook niet uitgebleven: misschien ook door de vochtige uitwasemingen van het meer, doch stellig ten gevolge van deze onverantwoordelijke manier van bouwen, ziet men reeds op een aantal plaatsen zwarte en groenachtige vlakken en sporen van ontijdig verval.
Van binnen zijn slechts veertien vertrekken geheel voltooid; daarnaast en daaronder bevinden zich groote ledige ruimten, vol vuil en stof. En toch, hoeveel millioenen zijn voor dit paleis niet verspild! Het is wel de moeite waard, eene meer uitvoerige beschrijving van het voltooide gedeelte van het paleis te geven, vooral omdat ge hier bij iederen voetstap aanleiding vindt tot het maken van zeer interessante vergelijkingen. Voor wie Versailles kent, is een bezoek aan Herrenchiemsee eigenlijk eerst recht belangwekkend.
Het eerste wat bij het binnentreden van het paleis uwe aandacht trekt, is een reusachtige pauw, gezeten op een marmeren urn, die door een met verguld bronzen ornamenten versierden sokkel gedragen wordt. De kop, de borst en de lange uitgespreide staart van den vogel vertoonen de natuurlijke kleurenmengeling; elk oog in den prachtigen staart is van ge?mailleerd zilver. Dat deze geheele groep uit Parijs afkomstig is, bemerkt ge dadelijk aan het afgewerkte en aan dat zekere cachet, hetwelk zoo moeilijk is na te bootsen. Deze pauw staat in het midden van een door zuilen gedragen vestibule, waardoor ge naar den marmeren voorhof en naar den zijgevel gaat, waarin de groote trap is aangebracht. Deze laatste, een dubbele wenteltrap, die haar licht van boven ontvangt, is tweemaal zoo breed als de tegenwoordige trap te Versailles, en verschilt bovendien daarvan ten eenemale door hare schitterende, veelkleurige dekoratie. De volgende appartementen zijn rustiger van toon.
De eerste kamer, die ge betreedt, is de zaal der koninklijke lijfwacht. Breede lijsten en pilasters van grijs, rood en wit marmer omvatten de paneelen, die met tafreelen uit den spaanschen successie-oorlog zijn beschilderd. De borstbeelden van Cond��, Turenne, Vauban en Villars zijn op voetstukken langs de wanden geplaatst, en voor de ramen staan vier-en-twintig hellebaarden, met blauw fluweel omkleed.--Daarop volgt de eerste antichambre, van grijs en wit marmer, met goud ingelegd; vervolgens de zaal van het _Oeil-de-Boeuf_, die veel grooter is dan haar beroemde naamgenoot en voorgangster te Versailles. In het midden van dit prachtige vertrek staat een ruiter-beeld van den grooten Koning; langs de marmeren wanden ziet men portretten van Lodewijk XIV, hetzij alleen, hetzij omringd door de leden der koninklijke familie, en van den hertog van Orleans.--Deze reeks vertrekken zal zelfs indruk maken op hen, die op het stuk van vorstelijke appartementen tamelijk geblaseerd zijn: en toch zijn er
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.