De beklimming van den Fuji-yama | Page 2

J. Philipson-Radersma
een "gezellig" embonpoint zich dat genoegen geheel moet ontzeggen, daar de deurtjes niet wijder zijn dan 50 cM. Hoe deze door de natuur al te mild bedeelden in Japan reizen, is mij onbegrijpelijk.
De coupé scheen bij ons binnenkomen geheel vol, wat zeer natuurlijk is, daar ieder persoon ten minste twee plaatsen innam. Zitten op onze manier is voor Japanners heel ongemakkelijk; doch de bouwer van spoorwegwagons in Japan schijnt dat als bewijs van civilisatie toch noodzakelijk te vinden. Zoo waren eenige personen bij ons binnenkomen verplicht hunne onder het lichaam dubbelgevouwen beenen weg te trekken en ze op europeesche wijze te laten neerhangen. Het was niet zonder zuur gezicht dat deze operatie plaats vond, maar men moet iets voor de civilisatie over hebben! Het was zeker deze overweging, die de passagiers in de omstandigheden deed berusten.
Eene jonge dame tegenover me had hare stelling op een stapel reisdekens weten te handhaven en putte onophoudelijk uit een aantal bonte zijden taschjes, nu eens beschuitjes of vruchten, dan eens een courant, waarin zij zich ging verdiepen, dan weer een zacht papiertje, om haar neus te snuiten, welk papiertje ze dan met een gebaar van weerzin het venster uitwierp.
De reis in den trein duurde drie en een half uur, doch was vol afwisseling. Het landschap werd steeds bevalliger en wilder.
De bergen, die zich zoo lang schuil gehouden hadden in hunne geheimzinnige blauwe sluiers, wierpen die langzamerhand af en openbaarden al hunne weelderige schoonheid, hunnen heerlijken plantengroei met woeste rotspartijen. Het Hakone-gebergte verrees ter linkerzijde en het doel van onzen tocht, de Fuji-yama, vertoonde zich trotsch en majestueus, nog steeds ver aan den horizont, maar toch reeds zichtbaar in zijn geheelen slanken kegelvorm.
Na ongeveer twaalf tunnels gepasseerd te hebben en verscheidene bruggen, die ons over diepe ravijnen voerden, waar naakte bruine mannen met hengelstokken aan het visschen waren in een bruisend bergstroompje, kwamen we om half één aan het station Gotemba; hier verlieten wij den trein en zou de eigenlijke tocht beginnen.
Daar we zuinig moesten zijn met onze eetwaren, besloten we in een Japansch h?tel ons middagmaal te gebruiken. Zooals in elk Japansch huis, moesten wij onze schoenen uittrekken om binnen te komen, waarna we geleid werden naar de tweede verdieping in een vertrek, keurig belegd met zachte matten, doch geheel ontbloot van meubels. Eenige papieren schuifdeuren verdeelden het gemakkelijk in twee deelen en onze eerste zorg was ons te kleeden in onze bergcostuums.
Middelerwijl was onze maaltijd gereed gemaakt; in water gekookte rijst en een gerecht van kip, dat zeer onsmakelijk was. We zaten op den vloer en keken naar den Fuji-yama, die zoo zwijgend en ver aan den horizont stond, dachten aan de meer dan 10.000 voet die wij moesten klimmen, en deden ons best de rijst en kippensoep met behulp van stokjes te verorberen.
De hoogte van den machtigen vulkaan schijnt een zeer suggestieven invloed uit te oefenen op den h?telhouder van Gotemba--later ondervonden wij op bijna allen in den omtrek van den Fuji-yama;--de rekening, die ons bij het weggaan gepresenteerd werd, droeg er ten minste duidelijke sporen van, en was meer in overeenstemming met deze aanzienlijke hoogte dan met het sobere onthaal, dat wij gehad hadden.
Drie paarden, ieder met een geleider en twee koelies voor onze bagage, die meteen gidsen zouden zijn, stonden op ons te wachten en begroetten ons glimlachend met diepe, hoffelijke buigingen. Ik meen de koelies--tot de paarden is de Japansche beleefdheid nog niet doorgedrongen. Mijn costuum, dat de goedkeuring der heeren niet had mogen verwerven, die me zeker liever in een sleepjapon den Fuji wilden zien opzweven, bleek nu al heel practisch, daar geen dameszadel in Gotemba te krijgen was.
Tegelijk met ons zou een heel gezelschap Japansche pelgrims in lichtblauwe kimono's, de bestijging beginnen, maar zij konden zich niet de weelde veroorloven het eerste gedeelte van den weg te paard af te leggen. Onder deze pelgrims bevond zich een oud, gebogen vrouwtje, dat zelfs niet in staat was de trap van het h?tel zonder hulp op of af te komen. Was het mogelijk, dat geloofsijver deze O-basan (grootmoedertje) den top van den berg zou doen bereiken?
Om 3 uur 's middags, met groote stroohoeden op, begonnen wij onzen rit, die helaas stapvoets moest gaan, opdat de koelies ons konden bijhouden.
Het begin van den weg was niet bijzonder interessant; we reden door uitgestrekte, half bebouwde velden met slechts weinig helling. Vóór ons, in de verte, verrees Fuji, onbereikbaar als een ideaal; wij zagen eenige witte plekken glinsteren nabij den top en hoopten, dat het sneeuw zou zijn; deze materieele hoop scheen ons doel nader te brengen en minder onbereikbaar. Gekomen uit het warme Yokohama, was het denkbeeld binnen vier en twintig uur door sneeuw te loopen eene opwekking en aansporing.
Gotemba ligt ongeveer 2000 voet boven den zeespiegel, de lucht is er dus reeds aanmerkelijk koeler dan in Yokohama, doch de zon
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 15
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.