Francisco
verwoest werd. Die toestellen heeten seismograaf en bestaan in
hoofdzaak uit een slinger, die zijn bewegingen op een onderliggend
vlak kan opschrijven. De richting, het aantal en de betrekkelijke groote
der trillingen worden aangeteekend, alsmede de tijd, waarop de
aanteekening plaats vond. De aardbeving van 18 April veroorzaakte
achtereenvolgens drie systemen van golven. De uitslag was eerst
ongeveer van noord naar zuid, dus evenwijdig aan de scheur. Dit was
klaarblijkelijk een rechtstreeksch gevolg van de verschuivingen bij het
ontstaan daarvan. Nadat de naald een aantal zulke golven had
opgeschreven, veranderde zij haar richting en trilde van oost naar west,
dus loodrecht op de scheur, om ten slotte een groep onduidelijk
draaiende en verwarde bewegingen aan te geven, die geen bepaalde
hoofdrichting meer hadden. Deze brachten ten slotte de aardbeving tot
rust. Voor een leek geeft zulk een figuur slechts een zeer onvolledig
denkbeeld van de bewegingen. Daarom wil ik hier de waarnemingen
aanvoeren van iemand die te Santa Rosa juist uit zijn raam keek toen de
aardbeving begon. Vrij ver in den tuin stond een groote iep, vrijwel
afgezonderd van andere boomen. Plotseling begon de geheele kroon
heen en weer te zwiepen, niettegenstaande er geen wind woei. De
geheele boom boog eerst naar de eene zijde en daarna naar de
tegenovergestelde over en herhaalde dit een paar malen. Toen scheen
de stam met den grond omhoog te rijzen en weer te dalen, en maakte
allerlei bewegingen tot bijna even plotseling alles ophield. Niets was
daarbij gebroken geworden, noch aan dien boom, noch aan eenig ander
gewas in denzelfden tuin. Dit is trouwens een algemeene ervaring;
behalve juist op de spleet zijn boomen en planten door de aardbeving
zoo goed als nergens beschadigd.
Een zeer belangrijk punt is de vraag, hoe de golven zich door harde en
hoe door weeke gronden voortplanten. Met de eerste zijn de rotsen
zelven bedoeld; als weeke grond wordt de alluviale, aangeslibde bodem
bestempeld, die uit meer of min zanderige klei bestaat. In den harden
grond planten de trillingen zich als krachtige maar kleine golven voort,
in den weeken bodem veranderen deze in groote langzamere, maar
geweldig verwoestend werkende golven. De kleigrond trilt als een gelei,
zegt men, wat er opstaat wordt zoover heen en weer geslingerd, dat het
breekt en ineen valt. Dit is de voorstelling, die men zich er thans van
maakt, en die nog aan de waarnemingen moet getoetst worden, zoodra
deze volledig genoeg zullen verzameld zijn. Ik vermeld haar hier niet
als een vaststaande wetenschappelijke verklaring, maar omdat ik denk,
dat zij voor mijn lezers het overzicht over de details der verwoesting
gemakkelijk kan maken. De aard der gebouwen speelt natuurlijk ook
een groote rol, en maakt daardoor dikwijls het maken van
gevolgtrekkingen onzeker, vooral wanneer, zooals helaas bij deze
gelegenheid zoo vaak gebleken is, de bouw niet voldeed aan de
voorschriften, volgens welke de bouwmeester betaald werd.
In San Francisco kon men hier en daar het wezen dier groote golven
bestudeeren. Het is in het lage op aangeplempten grond gebouwde
gedeelte ten zuidoosten van Marketstreet. Hier werden de straten
volgens ooggetuigen golfsgewijs opgetild, met golven zoo hoog als een
man. Men zag de golven als het ware onder de straten doorgaan en deze
optillen en weer laten zakken. Hetzelfde vertelde een ooggetuige van
een spoorweglijn bij Santa Rosa. Deze mededeelingen schijnen
ongelooflijk, maar waar de achtste straat te San Francisco door dit
aangeplempte gedeelte gaat, is de straat in die plooiingen gebleven,
nadat de golven ophielden en loopt men daar dus nu nog als over een
reeks van kleine heuvels.
De streek, waarover de aardbeving haar verwoestingen deed gelden,
bedraagt ter weerszijden van de barst omstreeks 25-30 mijlen. Maakt
men nu een lijstje van de steden en dorpen van deze streek en wel
eenerzijds voor die welke op rotsgrond staan, andererzijds voor die
welke in de dalen liggen en dus op alluvialen grond gebouwd zijn, dan
ziet men de tegenstelling terstond. In de eerste groep behooren Santa
Cruz aan de westzijde, en Petaluma en San Rafaël aan de oostzijde der
scheur. Tot de verwoeste plaatsen behooren Salinas aan de westzijde,
San José en Santa Rosa aan de oostzijde. De drie eersten zijn op
rotsgrond, de drie laatsten midden in de dalen gebouwd. San José ligt
13 mijlen en Santa Rosa 20 mijlen oostelijk van de scheur, terwijl San
Rafaël en Petaluma beiden dichter daarbij liggen. Te Salinas werden
niet alleen de steenen gebouwen van het stadje verwoest, maar ook de
suikerfabriek van den heer Spreckels, een gebouw met stalen geraamte,
maar met onvoldoende fondeering. Omtrent een aantal andere minder
bekende plaatsen ontving de Commissie, aan wier rapport deze
gegevens ontleend zijn, opgaven die het bedoelde verband tusschen
grondsoort en graad van verwoesting bevestigen.
San Francisco behoort, zooals wij reeds gezien hebben, tot beide
groepen. Het is voor een deel op de rotsachtige
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.