nog open en konden wij de
vingerdikke afgescheurde wortels nog in den grond zien zitten. Ook
deze boom was natuurlijk 15.6 voet zuidwaarts verschoven.
Het andere huis stond op korten afstand dwars op het vorige, zoodat de
scheur aan zijn voorgevel voorbij was gegaan. Langs dien gevel liep de
rijweg en aan de andere zijde was een moestuin, met een hek van
witgeverfde paaltjes. De scheur was bijna evenwijdig aan den gevel
gegaan, ten noorden in den moestuin en ten zuiden schuin over den
rijweg loopende. Het pad door den tuin was recht tegenover de deur
geweest; nu was het ruim 15 voet naar het zuiden verschoven. Het hek
was vernield en ineengedrukt; enkele paaltjes stonden nog en waren
hoog overgroeid door hop, die verder op de grenslijn eenvoudig over
den grond moest kruipen. De scheur was dwars door een vak met
frambozen gegaan, die op rijen stonden en dus in de verschuiving der
rijen weer een goed middel gaven om de grootte daarvan te meten. In
het bizonder werd een rij uien gewezen, die midden doorgescheurd en
ruim 15 voet uiteengeschoven was.
Daarmede was ons onderzoek van de scheur zelve afgeloopen. Een
even belangrijke vraag is echter die naar hetgeen er buiten het
eigenlijke scheurgebied gebeurt. Dit kan men in twee deelen verdeelen.
De eene groep van verschijnselen omvat grondverschuivingen, de
andere de gevolgen van de trillingen, die bij het losscheuren in de
aardschors ontstaan en die meer in het bizonder den naam van
aardbeving dragen. Van die grondverzakkingen konden wij dien dag
het een en ander zien; de trillingen echter zijn het, die Santa Rosa, San
Francisco en San José verwoest hebben.
Het ligt voor de hand, wanneer de scheur in weeken grond de
aardschors onvast maakt, dat dan op korten afstand hetzij op de helling
van een heuvel, hetzij langs den oever van een beek of riviertje, grond
omlaag kan schuiven. Geschiedt dit onder een gebouw, dan kan dit
tengevolge daarvan verzakken. Het eerste wat wij daarvan zagen betrof
de houten brug over de hoofdbeek der vallei, dicht bij de plaats waar de
weg van Point Reyes zich naar Olema en naar Inverness vertakt. Aan
den oostelijken oever was de grond onder de brug omlaag gegleden en
had een der spanten medegenomen. De verplaatsing bedroeg maar
enkele voeten, maar de balken, waarop de vloer van de brug lag, waren
van het spant afgetrokken en met vloer en al omlaag gevallen. Evenzoo
was het opgaande gedeelte uiteengescheurd. Dit alles was nog duidelijk
te zien, ofschoon men tijdelijk een nieuwen vloer over het gebroken
gedeelte heen gebouwd had.
Evenzoo zagen wij de bruggen van zijwegen door het moeras
plaatselijk verzakt. Dicht bij Olema was de grond onder een huis naar
de beek afgezakt, en stonden de beide zijwanden in plaats van vertikaal
en evenwijdig, schuin en in een wijden hoek tegenover elkander. Het
was een houten huis, en zou dus van de aardbeving als zoodanig niet
geleden hebben. Toch was het, ofschoon niet inéén gevallen,
onbewoonbaar geworden en de eigenaar was bezig, dicht er bij een
nieuw te laten timmeren. Langs den weg in Olema zag men overal de
gevolgen van die verzakking. Een huis was, in zijn geheel en vrij wel
onbeschadigd, een paar meters achteruit gegleden, van de helling af,
met grond en al. Andere, wier voorgevel te hoog stond en dus bleef
staan, waren in het achtergedeelte van hun steunsel beroofd en dus
omlaag gezakt, nu eens het huis schuin trekkende, dan weer de ruiten
brekende, elders een veranda scheef zettende enz. Ook zag men
sidewalks, die naar den huiskant toe omlaag gezakt waren. Natuurlijk
waren de schoorsteenen gebroken en was men druk bezig die te
herstellen.
Voor zoover wij de scheur bezochten, had de verschuiving alleen in een
horizontale richting plaats gevonden. Wat wij van verticale
verplaatsingen zagen, was geheel van localen aard en veroorzaakt door
de eigenschappen van den kleigrond of door het instorten van
aardschollen in de kleinere spleten of het omlaagzakken van den grond
tusschen de hoofdspleten. Evenzoo heeft men over de geheele lengte
van de spleet ten zuiden van San Francisco slechts horizontale
verschuivingen kunnen waarnemen. Van deze kon ik bij Chittenden,
waar de barst den spoorweg kruist, het een en ander zien. Men ziet hier
namelijk, van de trein uit, de barsten als zwarte lijnen over den met gras
begroeiden en dus bruinen heuvel loopen, die vlak achter het station
ligt. De voornaamste barsten gaan in de richting van de scheurlijn, maar
ook enkele zijdelingsche barsten waren duidelijk te zien. Vertikale
verplaatsingen ontbreken echter niet geheel op de scheurlijn; zij worden
aan het noordelijkste uiteinde gevonden, waar deze het voorgebergte
van Point Arena van het vaste land afscheidt. De westelijke of juister
zuidwestelijke zijde van de scheur is hier omhoog en de
tegenovergestelde dus omlaag gegaan. De verplaatsing bereikt ten
hoogste 4
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.