De Zoon van Dik Trom | Page 9

C. Joh. Kieviet
al diens werk. Hij liet zich daarbij door niets storen, of het moest door een draaiorgel zijn. Dat vond hij zoo verrukkelijk mooi, dat hij er zelfs zijn eten voor liet staan, wat hij anders voor geen geld ter wereld zou doen. En nog mooier vond hij het busje, waarin de vrouw van den orgeldraaier het geld ophaalde. De orgeldraaier en zijne vrouw woonden op het dorp en kwamen vast elken Dinsdag met het orgel rond. Dat was erg lastig voor Anneke, want die had dan altoos waschdag, en moest toch al elk oogenblik haar waschgoed in den steek laten, om de klanten in den winkel te helpen.
Eens op een Dinsdagmorgen had zij het daarmede erg druk gehad, toe het geluid van het orgel al van verre tot haar doordrong. Ook Jantje had het gehoord. Hij was toen een jaar of drie en kon dus de deur al zelf opendoen.
't Geluid van het orgel kwam naderbij, en Jantje was in de voordeur gaan staan, om van de muziek zooveel mogelijk te genieten. Eindelijk was het orgel tot voor den winkel gekomen en verscheen Mietje, de vrouw van den orgeldraaier, die Klaas Touw heette, aan de deur. Jantje haastte zich naar de keuken, en zei:
"Moedel, daal is Klaas Touw met het olgel." De r kon hij nog niet zeggen, zoodat hij gemakshalve daar maar een l voor nam.
"He, wat een gezeur van morgen," zei Anneke, wie de zweetdroppels op het voorhoofd parelden van de drukte. "Er ligt wel een cent in de toonbanklade, Jantje, je weet wel."
"Ja moedel," zei Jan, en weg was hij.
Hij greep een handjevol centen en begaf zich naar Mietje.
Hij legde een cent in het bakje en zag hem met de grootste belangstelling door de gleuf verdwijnen, want dat vond hij iets zeer geheimzinnigs. Toen de cent weg was, legde hij er een tweeden in, die op dezelfde eigenaardige wijze in de diepte verdween. Daarna een derde, en een vierde, en een vijfde. Dat ging zoo voort tot Jantjes handje leeg was. Mietje was blijkbaar een heel geduldig vrouwtje en zij streek Jantje liefkoozend over zijn kopje.
"Wacht even, ik zal del nog meel halen," zei Jantje, en hij voegde de daad bij het woord. De toonbanklade was nog lang niet uitgeput en Jantje vond het heel aardig, dat het orgel zoo lang bleef draaien, en dat de centen zoo mooi in de bus verdwenen.
"Flap," daar viel er weer een naar beneden, tot groote pret van Jantje, die er hardop om lachen moest. "Flap," weer een, en nog een, en nog een, tot zijn handje alweer leeg was. En tot zijn groote vreugde draaide het orgel nog maar steeds door, en bleek Mietje vriendelijk genoeg om voor zijn plezier nog een poosje te blijven staan.
"Wacht even," zei Jantje, "ik zal del nog meel halen. El zijn del nog genoeg."
Nu, dat was waar, en hij kwam al spoedig weer met een handjevol terug.
"Flap," ging het alweer, en "flap, flap, flap," volgden de andere. Anneke was zoo druk aan het wasschen, dat zij het heele orgel vergeten was. Gelukkig, dat er nu eens een poosje geen klanten kwamen....
Jantje liep geregeld heen en weer van Mietje naar de lade, en van de lade naar Mietje, wier geduld onuitputtelijk bleek. Jantje vond haar erg zoet, dat ze zoo lang blijven wou en dat hij zoo prettig met het busje mocht spelen.
Maar eindelijk was de voorraad centen uitgeput, en daarom begon Jantje met de dubbeltjes, die hij in de lade vond. Gelukkig kwam er juist een meisje den winkel binnen om een half pond suiker te halen en toen ze zag, wat Jantje deed, zei ze:
"Zeg, stoute jongen, dat mag je niet doen." Zij nam Jantje de dubbeltjes af, die hij in de hand had, en riep luid:
"Vollek!--Vollek!"
Opeens bleek Mietje haast te krijgen. Zij wenkte Klaas, die onmiddellijk den slinger van het orgel in rust bracht, en samen vervolgden zij met meer dan gewonen spoed hun tocht. Zij liepen zelfs zonder te spelen verscheidene huizen voorbij, en verdwenen in een achterbuurtje.
Jantje was echter boos en begon luidkeels te schreeuwen. Maar zijn Moeder was nog boozer, toen zij van het meisje vernam wat er gebeurd was, en zij gaf Jantje voor zijne broek en zette hem in de woonkamer met bevel, dat hij daar den geheelen middag blijven moest. Klaas Touw en Mietje kregen, toen zij weer met het orgel kwamen, een geducht standje van haar en mochten in geen vol jaar meer aankomen.
"Je hebt wel voor een jaar genoeg gehad," zei Anneke boos, "en 't is een schande, dat je het geld aangenomen hebt. Als je fatsoenlijke menschen waart, zou je mij gewaarschuwd hebben."
Of Mietje al zei, dat het zoo erg niet geweest was, en dat Jantje maar een cent of vijf in het busje had gedaan, 't hielp haar niets.
"Je hebt voor een
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 64
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.