indruk op den knaap gemaakt, daar hij zich de vertooning op zijn ouden dag nog in bijzonderheden herinnerde.--Men kan vermoeden, dat het in Stratford op gelijke wijze is toegegaan, en zich voorstellen, dat de Mayor, John Shakespeare, misschien zijn vijftienjarigen zoon naar de schouwburgzaal, de ruime zaal, die wel driehonderd toeschouwers kon bevatten, beneden het lokaal der Grammar School, heeft medegenomen en tusschen zijn knie?n liet staan om het schouwspel, dat grootendeels, zoo niet geheel, een stomme vertooning of dumb show was, te genieten. Hoe dit zij, uit het boven medegedeelde blijkt, dat de jeugdige Shakespeare tot 1580, dus tot zijn zestiende jaar herhaalde malen in de gelegenheid was tooneelvertooningen bij te wonen; dat hij er gebruik van gemaakt zal hebben, valt wel niet te betwijfelen, want van zulke feestelijkheden zal in Stratford wel niemand weggebleven zijn, die kans zag er bij te komen en niet door puriteinsche gemoedsbezwaren werd weerhouden.--Nog een andere vertooning kan hij bijgewoond hebben op elfjarigen leeftijd. Toen, in 1575, was koningin Elizabeth de gast van haar gunsteling Robert Dudley, graaf van Leicester, op zijn prachtig slot Kenilworth, op vrij korten afstand van Stratford gelegen. Velen stroomden naar de prachtige feesten toe, want verscheiden vertooningen in de open lucht konden door tal van toeschouwers genoten worden. Waarom zou John Shakspere, die toen zeker nog in goeden doen was, er ook niet heengetogen zijn en zijn flinken knaap niet hebben meegenomen? Er is ����n bijzonderheid, die dit zelfs waarschijnlijk maakt. Meren kwamen bij de vertooningen te pas; Triton was er te zien, zoo wordt bericht, in de gedaante van een meermin en zwom naar haar koninklijke majesteit. Arion verscheen er op een dolfijn, en zong een lied, een wonderzoet gedicht en wonderliefelijk voorgedragen, met schoone begeleidende muziek, zoodat de beschrijver geen woorden kan vinden om al de voortreffelijkheid er van te schilderen, maar een beroep doet op de verbeeldingskracht zijner lezers. En nu sla men den "Midzomernachtdroom" op (II. 1. 148.) en leze er, wat Oberon tot Puck zegt:
"Mijn waarde Puck, kom hier; gij weet nog wel, Hoe ik eens op een voorgebergte zat, En een meermin er zag op een dolfijn, Die zulke schoone melodie?n zong, Dat haar gezang de woeste zee bedwong, En meenge ster dol uit haar baan verschoot, Om 't lied der maagd te hooren. Terzelfder tijd zag ik,--gij kondt het niet,-- Cupido vliegen tusschen aarde en maan, Met pijl en boog; hij mikte, scherp en lang, Op een Vestale, tronend in het west, En dreef zijn liefdeschicht met zooveel klem, Alsof 't wel honderdduizend harten gold; Maar 'k zag de vuurge schicht des jongen gods In 't kuische licht der vochte maan gebluscht, De hooge priesteresse ging haar weg, In maagdlijke overdenking, ongedeerd."
Is het te veel gewaagd, als wij vermoeden, dat de dichter bij deze beschrijving zich de feesten van Kenilworth voor den geest heeft gesteld en dat hij deze niet uit berichten of verhalen, maar wel degelijk uit eigen aanschouwing kende?
Doch genoeg vermoedens; ik wil thans onderstellen, wat zeker gebeurd is, namelijk, dat de blonde, bruinoogige knaap den leeftijd van achttien jaar bereikt heeft. Ik wil niet gaan gissen, of hij bij zijn wandelingen buiten veel naar de boerenmeisjes gekeken, of hij met haar op den dorschvloer of op het veld veel gedanst heeft; maar zeker is het, dat hij er ����n te diep in de oogen heeft gekeken, Anne Hathaway, waarschijnlijk de dochter van een landbouwer, Richard Hathaway [12] te Shottery, een dorpje op zeer korten afstand van Stratford. Hij was een domme jongen geweest en had, achttien en een halfjaar oud, in zijn kalverliefde een vrijage, die gevolgen had, op touw gezet met een meisje van zes-en-twintig. Zij, die van Shakespeare volstrekt een heilig boontje willen maken, gissen, dat er ten overstaan van verwanten een plechtige verloving zal hebben plaats gehad, en beweren, dat zulk een verloving even goed was als een in allen vorm gesloten huwelijk. Wat hiervan zij, er bestaat een bisschoppelijk schrijven van 28 November 1582, waarbij aan William Shagspere wordt toegestaan in het huwelijk te treden met Ann Hathwey, na ����nmaal de geboden te laten afkondigen. Verder weten wij, dat hun dochter, Susanna, op 26 Mei 1583 gedoopt is. Even negentien jaar oud, was William Shakespeare man en vader. Welk bedrijf hij uitoefende, of hij bij zijn vader in de zaken was of niet, is onbekend; alleen mag men vermoeden, dat hij in Stratford woonachtig was, want daar had hij op 2 Februari 1585 het geluk, tweelingen te laten doopen, welke waarschijnlijk naar Hamnet Sadler, die bakker schijnt geweest te zijn, en diens vrouw Judith, de namen Hamnet en Judith kregen. Bij dit drietal spruiten is het gebleven. Na den laatstgenoemden datum zijn wij zeven jaar zonder eenige berichten van Shakespeare; het eerste, wat daarna van hem vernomen wordt, is, dat hij in 1592 een
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.