De Werken van William Shakespeare | Page 9

Dr. L.A.J. Burgersdijk

eerst bezocht werd door drie vrouwen, Hoogmoed, Hebzucht en
Weelde, en daarna weggesleept door twee oude mannen, den Jongsten
Dag namelijk en het Oordeel, had blijkbaar een diepen indruk op den
knaap gemaakt, daar hij zich de vertooning op zijn ouden dag nog in
bijzonderheden herinnerde.--Men kan vermoeden, dat het in Stratford
op gelijke wijze is toegegaan, en zich voorstellen, dat de Mayor, John
Shakespeare, misschien zijn vijftienjarigen zoon naar de
schouwburgzaal, de ruime zaal, die wel driehonderd toeschouwers kon
bevatten, beneden het lokaal der Grammar School, heeft medegenomen
en tusschen zijn knieën liet staan om het schouwspel, dat grootendeels,

zoo niet geheel, een stomme vertooning of dumb show was, te genieten.
Hoe dit zij, uit het boven medegedeelde blijkt, dat de jeugdige
Shakespeare tot 1580, dus tot zijn zestiende jaar herhaalde malen in de
gelegenheid was tooneelvertooningen bij te wonen; dat hij er gebruik
van gemaakt zal hebben, valt wel niet te betwijfelen, want van zulke
feestelijkheden zal in Stratford wel niemand weggebleven zijn, die kans
zag er bij te komen en niet door puriteinsche gemoedsbezwaren werd
weerhouden.--Nog een andere vertooning kan hij bijgewoond hebben
op elfjarigen leeftijd. Toen, in 1575, was koningin Elizabeth de gast
van haar gunsteling Robert Dudley, graaf van Leicester, op zijn
prachtig slot Kenilworth, op vrij korten afstand van Stratford gelegen.
Velen stroomden naar de prachtige feesten toe, want verscheiden
vertooningen in de open lucht konden door tal van toeschouwers
genoten worden. Waarom zou John Shakspere, die toen zeker nog in
goeden doen was, er ook niet heengetogen zijn en zijn flinken knaap
niet hebben meegenomen? Er is één bijzonderheid, die dit zelfs
waarschijnlijk maakt. Meren kwamen bij de vertooningen te pas; Triton
was er te zien, zoo wordt bericht, in de gedaante van een meermin en
zwom naar haar koninklijke majesteit. Arion verscheen er op een
dolfijn, en zong een lied, een wonderzoet gedicht en wonderliefelijk
voorgedragen, met schoone begeleidende muziek, zoodat de beschrijver
geen woorden kan vinden om al de voortreffelijkheid er van te
schilderen, maar een beroep doet op de verbeeldingskracht zijner lezers.
En nu sla men den "Midzomernachtdroom" op (II. 1. 148.) en leze er,
wat Oberon tot Puck zegt:
"Mijn waarde Puck, kom hier; gij weet nog wel, Hoe ik eens op een
voorgebergte zat, En een meermin er zag op een dolfijn, Die zulke
schoone melodieën zong, Dat haar gezang de woeste zee bedwong, En
meenge ster dol uit haar baan verschoot, Om 't lied der maagd te hooren.
Terzelfder tijd zag ik,--gij kondt het niet,-- Cupido vliegen tusschen
aarde en maan, Met pijl en boog; hij mikte, scherp en lang, Op een
Vestale, tronend in het west, En dreef zijn liefdeschicht met zooveel
klem, Alsof 't wel honderdduizend harten gold; Maar 'k zag de vuurge
schicht des jongen gods In 't kuische licht der vochte maan gebluscht,
De hooge priesteresse ging haar weg, In maagdlijke overdenking,
ongedeerd."

Is het te veel gewaagd, als wij vermoeden, dat de dichter bij deze
beschrijving zich de feesten van Kenilworth voor den geest heeft
gesteld en dat hij deze niet uit berichten of verhalen, maar wel degelijk
uit eigen aanschouwing kende?
Doch genoeg vermoedens; ik wil thans onderstellen, wat zeker gebeurd
is, namelijk, dat de blonde, bruinoogige knaap den leeftijd van achttien
jaar bereikt heeft. Ik wil niet gaan gissen, of hij bij zijn wandelingen
buiten veel naar de boerenmeisjes gekeken, of hij met haar op den
dorschvloer of op het veld veel gedanst heeft; maar zeker is het, dat hij
er één te diep in de oogen heeft gekeken, Anne Hathaway,
waarschijnlijk de dochter van een landbouwer, Richard Hathaway [12]
te Shottery, een dorpje op zeer korten afstand van Stratford. Hij was
een domme jongen geweest en had, achttien en een halfjaar oud, in zijn
kalverliefde een vrijage, die gevolgen had, op touw gezet met een
meisje van zes-en-twintig. Zij, die van Shakespeare volstrekt een heilig
boontje willen maken, gissen, dat er ten overstaan van verwanten een
plechtige verloving zal hebben plaats gehad, en beweren, dat zulk een
verloving even goed was als een in allen vorm gesloten huwelijk. Wat
hiervan zij, er bestaat een bisschoppelijk schrijven van 28 November
1582, waarbij aan William Shagspere wordt toegestaan in het huwelijk
te treden met Ann Hathwey, na éénmaal de geboden te laten
afkondigen. Verder weten wij, dat hun dochter, Susanna, op 26 Mei
1583 gedoopt is. Even negentien jaar oud, was William Shakespeare
man en vader. Welk bedrijf hij uitoefende, of hij bij zijn vader in de
zaken was of niet, is onbekend; alleen mag men vermoeden, dat hij in
Stratford woonachtig was, want daar had hij op 2 Februari 1585 het
geluk, tweelingen te laten doopen, welke waarschijnlijk naar Hamnet
Sadler, die bakker schijnt geweest te zijn, en diens vrouw Judith, de
namen Hamnet en Judith kregen. Bij dit drietal spruiten is
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 92
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.