De Roos van Dekama | Page 5

J. van Lennep
en (zoo hij hoopt) ook nuttig te laten doorbrengen, zal de toekomst leeren. Wie op de fantastische schildering van exceptioneele personen belust is, zooals de hedendaagsche literatuur onzer naburen die meestal aanbiedt, zal zich bedrogen vinden: hij zal hier slechts menschen aantreffen, zooals zij nog heden ten dage zijn, met hun goede en slechte hoedanigheden, met hun driften en hartstochten,--maar gewijzigd naar de denkbeelden, zeden en gebruiken van den tijd. Maar hij zal, na het ten einde brengen dezer bladeren, de waarheid daarin bevestigd vinden der stelling, dat, zoo niet al het goede op deze wereld zijn loon noch het kwade zijn straf ontmoet, diegene ten minste, die zich laat overmeesteren door eenigen hartstocht, al ware die zelfs uit zijn oorsprong te billijken, altijd zal achterstaan bij hem, die, uit welk beginsel dan ook, de omstandigheden niet vooruitloopt, zijn gemoedskalmte bewaart, en, gelijk de schrijver zich uitdrukt, aan wien wij ons motto ontleenen:
Wacht en stille sitt.

EERSTE HOOFDSTUK.
daer 't Sticht ter merreckt quam De Goier, Aemstelaer, de Veene- en Waterlander. Zy staplen vrucht en vee en zuivel op elckander. Gevogelte, en gewas, en wat de nooddruft eischt, Ter liefde van 't gewin, daer 't al om draeft, en reist, En vlet, en vaert, en woelt: terwijl de burgeryen Van d' eene aen d'andere weeck, bij deze merckt gedyen, En kelder en schappra, met opgepropten schoot, Bezorgen als de mier haer hol, voor hongersnoot.
Vondel. Inwyding van 't Stadhuis.
Onder die steden, welke vanouds aan de grafelijke kroon van Holland gelijk zoovele edelgesteenten flonkerden, en wier macht en rijkdom tot een hechten steun verstrekten aan des Landheers gezag, was Haarlem, gelijk genoeg bekend is, een der voornaamste. Haar ouderdom verloor zich in den nacht der tijden: 't zij, dat men haar, met Boxhorn, voor de vroegere verblijfplaats der Herulen houde en den naam Haarlem, als een verbastering van Herulen-heim aanmerke: 't zij, dat men dien, met Langendijk, van den Noorman Hariald afleide: 't zij, dat men met de oude landskronieken veronderstelle, dat zekere Koning of Vorst, Lem genaamd, aan de door hem gestichte stad de benaming van Heer Lems stad, naderhand Haarlem, hebbe achtergelaten, of met een lateren taalkenner eenvoudig aanneme, dat het woord harel dezelfde beteekenis hebbe als hard, en door harelheim een harde grond te verstaan zij:--genoeg is het, dat juist de onzekerheid van dien naamsoorsprong de aloudheid der plaats zelve aanduidt.
Aan den oever eener rivier gebouwd, waarvan zij zich als van twee armen bedienen kon, om, aan de eene zijde, het Haarlemmermeer en de daarom gelegen landen, aan de andere, het IJ, en door het IJ, de Zuiderzee te bereiken, had zij van deze gunstige ligging reeds vroeg partij getrokken, om een handel te drijven, die, schoon zich zelden verder uitstrekkende dan de gewesten, welke om die binnenzee?n gelegen waren, haar niettemin gelegenheid gaf, om de voortbrengselen van hare door geheel Europa beroemde lakenweverijen te slijten en daardoor aan hare ingezetenen welvaart en aanzien te verschaffen: terwijl zij in hare bierbrouwerijen, die de bewoners der omliggende landstreken met den toenmaals zoo algemeenen drank voorzagen, een niet min voordeeligen tak van bestaan gevonden had, vooral, sedert door een grafelijk besluit het verkoopen van vreemd bier binnen Holland verboden en aan Haarlem alzoo een soort van alleenhandel in het graafschap vergund was.
De bekoorlijke omtrek, die zich niet alleen door een in Holland zoo zeldzame heuvelachtigheid onderscheidde, maar ook aan den adel de heerlijkste gelegenheid aanbood om in een klein bestek de rijkste genoegens van jacht en visscherij te smaken, had in de nabijheid der stad een immer toenemend aantal van aanzienlijke sloten en jachthuizen doen verrijzen, wier adellijke bewoners in een schier ongestoorde eensgezindheid met de poorters levende, het hunne toebrachten om den bloei der stad te bevorderen. En, opdat geen roem aan Haarlem ontbreken zou, de Graven zelven kwamen meermalen zijn vest bezoeken, waar zij alsdan door hun prachtige hofhouding, door hun milddadigheid, door het vieren van ridderlijke feesten, welvaart en genoegen onder de ingezetenen verspreidden. Het was vooral aan twee der Graven, die den naam van Willem droegen, dat de Sparenstad groote verplichting had. De eerste van die twee, Koning Willem, was binnen haar wal geboren, en beschonk zijn moederstad met ruime voorrechten, terwijl de andere, Willem van Henegouwen, schoon een uitlander, die stad boven andere tot zijn verblijfplaats koos, en aan haar vooral den naam van den Goede verdiende.
Het was onder de regeering des zoons van dezen Vorst, dat de voorvallen plaats vonden, in deze bladeren vervat, en waarvan de bijzonderheden aan de vergetelheid zijn ontrukt geworden op de wijze, aan den lezer medegedeeld.
Het was in het voorjaar 1345, dat een talrijk aantal van naburen en vreemdelingen naar Haarlem was toegestroomd, ter bijwoning van een plechtig feest, hetwelk binnen zijn muren door Graaf Willem den Vierden stond gegeven te worden. Deze Vorst, sedert kort teruggekeerd van een buitenlandschen tocht, waarop
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 246
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.