De Nederlandsche Nationale Kleederdrachten | Page 5

Th. Molkenboer
eenige jaren een corset, en maken zij hun vele rokken niet meer van zoo dikke wollen stoffen. Het gevolg is dat er veel meer teekening in hun figuur kwam, en bijna eenzelfde lijn als de moderne dames-costumes werd verkregen. Voeg daarbij dat de van nature zoo wel gebouwde Walcherensche vrouwen al reeds uit zichzelf een meer "moderne" verschijning hebben dan bijvoorbeeld de Marker vrouwen, dan begrijpt men hoe op Walcheren de nationale dracht voor de vrouwen zoolang en zoo algemeen "mode" kon blijven. Ze flatteerde in hooge mate, ze kwam de lijn van het moderne vrouwen-costume nabij, en ze bleef toch schijnbaar nationaal zonder dit echter in werkelijkheid geheel te zijn.
Ziedaar een voorbeeld van verandering, die althans niet aesthetisch storend werkt en daarom het uiterlijk van het nationaal costume als zoodanig niet geheel ten nadeele komt.

Maar behalve de veranderingen die iedere draagster, naar eigen smaak, aan haar eigen dracht aanbrengt, zijn er andere factoren die op het verdwijnen van de nationale costumes van grooten invloed zijn.
Want .... ze verdwijnen langzaam maar zeker--al die bonte, typische, nationale Nederlandsche-volks-eigen drachten, met zoo eigen schoonheid en charme. De groote en uitgebreide correspondentie, die ik sinds 1912 met belangstellenden over dit onderwerp voer, bewijst dit.
Gemeentelijke autoriteiten zoowel als priv��-personen, uit alle deelen van ons land, zij allen zijn het er over eens dat die drachten zienderoogen verminderen. En--komt men ter plaatse zelf--dan zullen het u alle oude vrouwtjes verhalen hoe in hun jeugd allen minstens nog mutsen droegen, terwijl thans (1916) de jeugd, in diezelfde streken, geen enkel spoor van nationale dracht meer in haar kleeding toont.
De ouderen herinneren zich, dat in hun jeugd bijna allen in nationale kleedij gingen, althans met de muts en de rest van de kleeding was dan althans van ouderwetsche stof, snit en kleur.
De menschen van middelbaren leeftijd van thans (1916) tooien zich nu en dan nog met de muts en het oorijzer of de gouden sieraden, die van de ouders zijn ge?rfd, en dan nog all����n uit pi?teit voor hun voorzaten. Maar de jeugd van dezen tijd (1916) is volkomen "modern."
Dit geldt voor het allergrootste deel van Nederland, en in de allereerste plaats de groote steden en hun omgeving, zelfs in streken als Zeeland, op Marken, Urk en in andere plaatsen, waar de dracht nog vrij algemeen is, vindt men al huisgezinnen, waar slechts een deel van de kinderen in nationaal costuum gaan, de anderen "bekeerd" zijn, zooals ik eens een jong meisje van 13 jaar, (in Huizen) die "modern" droeg, hoorde zeggen.
De moderne jeugd is zoogenaamd "te verstandig", en na dit geslacht zal in het volgende wellicht alle herinnering aan de nationale kleedij in Nederland verloren zijn, met uitzondering van een paar streken, waar thans nog de oude dracht algemeen en in zijn geheel gedragen wordt. Maar die streken worden hoe langer hoe kleiner. Want een andere oorzaak van het veranderen, en daardoor verdwijnen van de nationale kleedij, is de kostbaarheid van die dracht. En ook vereischen de meeste van die costumes zeer veel kennis om ze te vervaardigen, ze zijn lastig in het dragen, en kostbaar in onderhoud, vooral de kanten mutsen en kappen, die meestal door speciale strijksters moeten behandeld worden.
Ook dit zijn ongemakken, die de moderne jeugd gaarne ontgaan wil, vooral omdat de nieuwerwetsche kleeding zooveel eenvoudiger en losser in het dragen is en geheel gereed in winkels kan worden gekocht. Maar daar staat tegenover, dat vele van die oude drachten zoozeer flatteeren. En .... welke vrouw zou dat niet zien .... en waardeeren, en haar veel moeiten doen vergeten. Zoo die ijdelheid dan--voor zoover de vrouwencostumes betreft--voor een deel oorzaak zou kunnen zijn, dat enkele van die oude drachten langer zouden kunnen blijven voortbestaan, niet aldus met de mannendracht. Daar geeft het practische den doorslag, ofschoon hier en daar nog een klein gevoel voor de geboorteplaats en een koppig vasthouden aan oude gebruiken tot de instandhouding van de plaatselijke dracht zal blijven medewerken.
Over het algemeen moet echter vastgesteld worden, dat de nationale Nederlandsche kleedij langzaam maar zeker verdwijnt, en dat vooral dit nu levende geslacht (1870-1920), de grootste veranderingen op dit gebied mee maakt.

B. WAAR WORDEN DE NEDERLANDSCHE NATIONALE KLEEDERDRACHTEN GEDRAGEN?
In ieder van de elf Nederlandsche provinci?n wordt de nationale dracht op zeer verschillende wijze in stand gehouden.
In enkele streken komt ze thans (1916) nog veelvuldig voor en wordt ze in haar geheel, in onder- en bovenkleeding, zoowel door de mannen als de vrouwen en de kinderen in eere gehouden.
In andere gedeelten van ons land, en dat is wel het grootste deel, vindt men er nog slechts de gedeeltelijke overblijfselen van. Die gedeeltelijke dracht bepaalt zich dan hoofdzakelijk tot de vrouwen-kleeding, waarbij alleen de kap en het oorijzer en eenige bijzondere gouden en bloedkoralen lijfsieraden behouden bleven.
Het verdere gedeelte van de kleeding dier vrouwen is dan een soort stadsdracht, waarin zekere vormen en
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 43
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.