het gesjacher met staatspapieren plaats heeft; al die rondstuivende
personages met hun doordringend gekrijt: ze deinen heen en weer, als
een zee van eigennut, en de bankiers schieten dan uit die woeste
mensengolven als haaien naar voren, en hàppen. Het ene monster
verslindt het andere. Boven in de GALERIE kan men zelfs
speculerende Dames zien, als loerende roofvogels op een klip. Hier is
het ook, dat de Belangen wonen, die in deze tijd over oorlog en vrede
beslissen.
Het valt nochtans niet mee om de aard van die belangen juist in te
schatten, en hun werking te begrijpen, of om de gevolgen te overzien.
Zeer zeker, de koers van de staatspapieren en de discontovoet zíjn een
politieke thermometer; maar het zou een vergissing zijn om te geloven
dat die thermometer de vooruitgang kan tonen van de ene of de andere
grote vraag die de mensheid tegenwoordig beweegt. Het stijgen en
dalen van de koersen bewijst niet het stijgen of dalen van de liberalen
of de reactionairen. Het gaat hem veeleer over de grotere, of juist de
geringere hoop die men heeft; op de pacificatie in Europa; op het
instandhouden van de bestaande orde; of, liever nog, over de hoop dat
alles, waar de terugbetaling van de staatsschuld van afhangt, bij het
oude blijft.
En – bij al de bedenkingen die men kan hebben – in dit beperkte
opzicht zijn beursspeculanten bewonderenswaardig. Niet gestoord door
enige overweging van geestelijke aard, richten zij al hun zinnen op de
platte feiten, en met de dierlijke zekerheid van de weerkikvors voelen
zij aan of een bepaalde gebeurtenis, die er op het eerste gezicht
misschien geruststellend uitziet, niet óóit een bron van stormen zou
kunnen worden – en omgekeerd, of een groot onheil niet ten langen
leste de rust zou kunnen consolideren. In het geval van Warschau
vroegen zij niet: hoeveel ongeluk er nu voor de mensheid zou uit
voortkomen; maar: of de zege van Kantschu niet de onruststokers zou
ontmoedigen – zij bedoelen natuurlijk de vrijheidsgezinden. Ze dachten
van wel, en de koersen gingen omhoog.
Veronderstel nu dat er op de beurs een telegram zou aankomen, met de
boodschap dat mijnheer Talleyrand in een vergelding nà de dood
gelooft: dan zouden de Franse staatspapieren direct tien procent zakken;
de speculanten zouden er dan rekening mee houden dat hij zich
misschien met God zou willen verzoenen. Hij zou dan vast
LOUIS-PHILIPPE en het hele JUSTE-MILIEU laten vallen, hen
sacrifiëren, en daarbij de schone rust die wij nu genieten op het spel
zetten. TO BE OR NOT TO BE is niet de grote vraag aan de Beurs,
maar – rust of onrust? Daar houdt de disconto rekening mee. In
onrustige tijden is het geld angstig, en het trekt zich terug in de koffers
van de rijken, zoals in een vesting, en het houdt zich gedeisd; de
disconto stijgt. In rustiger dagen wordt het geld weer zorgeloos, biedt
zich te koop aan, toont zich in het openbaar, en doet erg uit de hoogte;
de disconto staat laag. Zo'n ouwe LOUIS-D'OR heeft meer verstand
dan een mens, en die weet beter of het nu oorlog wordt of vrede.
Toen ik gisteren? naar de Beurs ging, om daar een brief op de post te
doen, toen stond daar dat hele speculantenvolk onder de kolonnen, voor
de brede trappen van het Beursgebouw. Net was het bericht
aangekomen dat de nederlaag van de vrijheidsgezinde patriotten zo
goed als zeker was – de zoetste tevredenheid straalde van alle gezichten;
men kon zeggen dat de hele Beurs lachte. Onder het gebulder van de
kanonnen gingen de fondsen tien stuivers omhoog. Er werd namelijk
geschoten tot vijf uur; omstreeks zessen was de hele revolutiepoging
onderdrukt.
Heinrich Heine Französische Zustände in: Sämtliche Werke, Meyers
Klassiker-Ausgaben, Ernst Elster, 1893 vertaald als radiotekst door
Marc Vanfraechem
? dat was de zesde juni 1832 (nvdv)
De Beurs lacht, by Heinrich Heine
A free ebook from http://www.dertz.in/
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.