voortgang maken is natuurlijk geen sprake. Doch dit is nog niets; verderop komen de onmogelijkste cuestas, de mula glibbert terug, werkt zich naar boven, en glijdt dan soms bij eene daling een stuk naar beneden. Om ons heen een dicht bladerdak van een oerwoud, de zon breekt hier nooit door, alles is verlaten en ziet er troostloos uit. Wee den mensch, wien het niet gelukt in éénen dag door deze wildernis heen te komen; nergens is hier een onderdak te vinden, niemand ontmoet men op dezen verlaten weg. De weg voert af en toe loodrecht naar boven, hoe het mogelijk is, dat mijne mulita tegen deze stijle cuestas opkomt, is mij volkomen een raadsel. Wij dalen thans plotseling af in eene verdroogde beek schijnbaar, aan den anderen kant verheft zich het pad bijna loodrecht tegen de bergen, het is hier gevaarlijk en Leonardo raadt mij aan af te stijgen, en zelf naar boven te klauteren, waarna hij de beide dieren naar boven zal leiden. Een plezierig oogenblik, ik "zwem" als het ware door de modder naar boven, glij terug, val, krabbel op, doch worstel mij ten slotte naar boven. Hoe ik er uitzie, behoef ik wel niet te besehrijven, doch... mijne kleeding is hierop berekend, mijne schoenen helaas niet, en mijne voeten zijn dientengevolge kletsnat; doch, hierop let je in zulke oogenblikken minder. Er wordt verder "gereden" en na eene wanhopige worsteling komen wij tegen 12 uur aan een diepe vallei, een prachtig stukje wilde natuur, waar twee bergstroomen met woest geweld hun water voortstuwen, kleine watervallen vormend. Hier wordt een oogenblik afgezadeld, de dieren hebben alleszins een rust verdiend, ik neem weder een bad, en wij lunchen hier. Om 1 uur weder voorwaarts, het zou vervelend worden, eene verdere beschrijving te geven van onze klimpartij door dit gedeelte der Montana. Genoeg zij, dat wij eindelijk tegen 4 uur afdalen in eene breede vlakte, na nog 1 uur ongeveer in een stortregen gereden te hebben, van eenen aard zooals dat alleen in de tropen plaats heeft. Ik heb gelukkig een regenmantel omgeslagen, wat toch niet verhelpen kan, dat mijne beenen en knie?n drijfnat worden, doch.... dit droogt straks wel weder in de zon op. Onze weg voert thans door de drooggeloopen bedding eener rivier, overal met wild suikerriet begroeid. Dit gedeelte noemt men Borboullon. Ik dank alle Goden het zwaarste gedeelte mijner reis achter den rug te hebben, het verdere gedeelte voert over Planada en tegen 5 uur passeeren wij Lancetillal, het laatste gehucht op de grenzen van Honduras en Guatemala gelegen. Mijn doel van dien dag is Mixco Farm, eene der uitloopers der in deze laagvlakte gelegen bananen-fincas der United Fruit Co., waar ik eindelijk weder beschaving en een behoorlijk onderdak hoop te vinden. Na 1 uur rijdens vangt op eenmaal het bananenwoud aan, men beseft thans eerst ten volle, wanneer men den aanleg dezer finca's gadeslaat, met hare afgepaalde terreinen, afvoerkanalen, de hierover voerende bruggetjes, welk een geweldige arbeid in deze vroegere wildernis moet zijn tot stand gebracht. Met welk eene vreugde begroet ik de hutten der arbeiders, terwijl verderop het keurig afgebakende huis, met zinken dak, en overal met muskietengaas omgeven, (der Mandador dezer finca) mij weder een behoorlijk nachtverblijf voorspelt. Mr. Sunderland, de manager, een echte amerikaansche pionier, heet mij van harte welkom, en is gaarne bereid mij logies te verschaffen, "al ware het ook voor een paar weken", zooals hij glimlachend zegt. Met welk een genot, na al de uitgestane ontbering, men zich weder aan eene met keurig wit tafellaken bedekte tafel zet, en zich de door een negerkok klaargemaakte spijzen laat smaken, behoeft wel geen betoog. Doch als ik mij dan des avonds weder in een rein zacht bed kan leggen, gevoel ik mij bijna zalig. Ik slaap dan ook overheerlijk, en wordt met noode op tijd wakker.
April 15. Om 6 uur wordt opgezadeld, daar ik tijdig in Guirigua aankomen wil om den trein te halen, die hier om precies 10 uur vertrekt naar de hoofdstad van Guatemala. Bovendien wil ik eenen vriend bezoeken, Mandador van Quiché farm, waar ik trachten wil de beide mulas met Leonardo gedurende mijne afwezigheid, onder dak te brengen.
Mr. Sunderland raadt mij aan, mijn revolver achter te laten, daar het dragen hiervan zonder extra permissie der regeering niet geoorloofd is. Ik neem afscheid van mijnen gastheer, en wij rijden thans dwars door de bananenplantage, passeeren de rivier Montagua, welke gedeeltelijk op de grens van Honduras en Guatemala loopt, voor het eerst en arriveeren na ongeveer een uur aan Teguane farm, welke grooter en mooier aangelegd als Mixco farm, doch ik besluit hier niet op te houden. Overal bananen, zoover het oog reikt. Het meerendeel der arbeiders op deze fincas zijn Jamaica-negers, terwijl de inlanders hier minder op den voorgrond treden. Men hoort dan ook meestal engelsch spreken, voor zoover
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.