dikwijls versmade diensten aan te bieden.
Maar toen hij het kabinet van de koningin verliet, was zij zeer ontsteld. Het karakter van dezen man en zijne grootsche plannen hadden den diepsten indruk op haar gemaakt. Zij kon de gedachten, door hem opgewekt, niet verdrijven. Als zij naging, welk verlies Spanje lijden zou, wanneer een ander hof zijn diensten aanvaardde, en zijn plannen niet ijdel bleken te wezen, dan had zij geen rust. Toevallig kwam juist op dat oogenblik Ferdinand in haar kabinet. Zij deelde hem haar zorg mee, waarop hij zeide: "De koninklijke schatkist is door den oorlog geheel uitgeput." Voor een oogenblik zweeg de koningin en dacht over de zaak na. Op eenmaal rijpte een onveranderlijk besluit in haar geest. Met geestdrift riep zij uit: "Ik zal ten behoeve van mijn eigen kroon van Castili? de onderneming doorzetten en mijn eigen juweelen verpanden, om het noodige geld te krijgen."
De morgenster was voor Columbus opgegaan, maar hij had haar niet gezien, omdat hij de oogen niet opwaarts, maar naar den grond geslagen had. Op dat oogenblik zwoegde hij in het zand, en had nog maar eenige mijlen van den weg afgelegd. Toen hij een donker pad tusschen de bergen in wilde slaan, hoorde hij een stem achter zich. Hij keerde zich om, en zag een hoveling in allerijl naderen. De bode verzocht hem uit naam van de koningin, om terug te keeren.
Een oogenblik aarzelde Columbus, of hij aan het bevel gehoorzamen zou. Niets dan teleurstelling was zijn deel geweest, en had hem er toe gebracht, het Spaansche hof volstrekt niet meer te vertrouwen. Het kwam hem voor, dat beide vorsten, onwillig om hem in zijn onderneming bij te staan, nog minder hebben wilden, dat hij in dienst van een anderen monarch kwam, zoodat het gebeuren kon, dat een andere kroon den roem verwierf, dien Spanje verworpen had. Aangezien de renbode hem echter de verzekering gaf, dat de koningin hem in ernst gaarne weer wilde zien, wendde hij den teugel en reed terug, om een nieuw onderhoud met Isabella te hebben.
Was de koningin traag in het besluiten, vlug was zij in de uitvoering er van. Aanstonds maakte zij aan Columbus bekend, dat zij van harte al zijn eischen inwilligde, en dadelijk bereid was tot een voegzamen tocht mede te werken. Hij werd benoemd tot Admiraal en tot Onderkoning van al de landen, die hij ontdekken zou, en een tiende deel van de voordeelen, die de reis mocht opleveren, was voor hem. Pinzon verzocht, dat hij 1/8 van de winsten genieten zou, als hij ook 1/8 van de uitgaven voor zijn rekening nam, en deze schikking werd gemaakt. Eindelijk was dus het gewichtige vraagstuk opgelost. Columbus was misschien de gelukkigste man van de wereld, toen hij naar Palos terugkeerde. Weinig zal hij gedacht hebben, dat zijn loopbaan stormachtig wezen zou, vol teleurstellingen, beleedigingen en ellende, zoodat hij van verdriet sterven zou.
Onmiddellijk werd er een koninklijk bevel uitgevaardigd, dat de stad Palos twee kleine schepen leveren moest, voldoende bemand en van levensmiddelen voor de reis voorzien. Door zijn vriend Pinzon leverde Columbus zelf een ander, zoodat hij de onderneming met drie schepen kon beginnen. Twee van deze schepen waren lichte barken, of, zooals ze in dien tijd heetten, karveels. Voor de officieren waren er kajuiten, en bakken voor het scheepsvolk, maar een gemeenschappelijk dek was er niet. Het derde schip kreeg den naam van Santa Maria, en moest voor den admiraal dienen. Het was geheel overdekt en telde 16 manschappen. Over de Pinta voerde Martin Alonzo Pinzon het bevel met 30 man aan boord. De Nina was bemand met 24 matrozen, onder bevel van Vincent Yanez Pinzon. Alle schepen waren klein en niet grooter dan honderd ton, en dus zooals de Amerikaansche jachten, waarmee een tocht over den oceaan gedaan is van New-York naar Cowes, maar wat zelfs nog in 1867 als een voorbeeld van stoutmoedigheid werd beschouwd. Maar Columbus vond ze zeer geschikt voor de onderneming. Alle personen, die den tocht mede maakten, meegerekend was er 120 man.
Naar het volksbegrip was de onderneming uitermate gevaarlijk, bijna heiligschennend en God verzoekend. Zij werd nog roekeloozer geacht, dan in onze dagen de poging, om met een luchtballon over den oceaan te trekken, zou genoemd worden. Het was derhalve moeilijk, om volk te krijgen. De regeering was dan ook ten slotte genoodzaakt tot geweld over te gaan, en zeelieden tot den kruistocht te dwingen.
In den vroegen morgen van den 3n Augustus 1492, juist toen de zon uit de golven van den oceaan opkwam, haalde de kleine vloot de zeilen op voor den avontuurlijksten en gevaarvolsten tocht, waarvan de wereldgeschiedenis gewaagt.
Men was te bewogen, om vroolijk te wezen. Geen hoera! werd gehoord, en luidruchtigheid was verre. Getabbaarde priesters brachten de zeelieden aan boord. Toen de zeilen ontplooid waren en de zwakke vaartuigen door een gunstigen wind langzaam
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.