Bezoek aan den berg Athos | Page 8

Not Available
onder het voorwendsel van ze te
restaureeren, volkomen te bederven. Maar toch, deze schilderijen, hoe
slecht ook uitgevoerd, maken desniettemin als decoratie een zeergoed
effect, en onderscheiden zich in dit opzicht gunstig van de, uit het
oogpunt der kunst, veel voortreffelijker werken onzer meesters. Het
begrip van decoratieve kunst--en dat behoort muurschildering toch in
de eerste plaats te wezen--schijnt voor het tegenwoordige geslacht
verloren gegaan. Wanneer ge een onzer moderne kerken binnentreedt,
met groote kosten, dikwijls door zeer bekwame handen, op nieuw
beschilderd, kunt ge niet nalaten, onaangenaam getroffen te worden
door het volkomen gebrek aan samenwerking tusschen den architect, de
schilders en de beeldhouwers. Ieder van hen heeft op zich zelf gearbeid,
zijne eigene opvatting en inspiratie gevolgd, zonder zich om de anderen

te bekommeren: en de samenvoeging binnen een zelfde kader, van
kunstwerken, ongetwijfeld met talent, maar toch onder den invloed van
geheel verschillende denkbeelden vervaardigd, brengt een disharmonie
voort, die afstoot en hindert. Dit was niet alzoo in de oude gothische
kathedralen der middeleeuwen, en dit is ook niet alzoo hier op den berg
Athos. Hier verdwijnt de persoonlijkheid der kunstenaars; ieder
begrijpt zijne eigenaardige taak, en tracht niet daar buiten te gaan. Geen
stoute verkortingen verbreken den statigen eenvoud der architecturale
lijnen; het goud dringt zich niet aan u op; en het mozaïek smelt zijne
sobere tinten samen met de kleurschakeeringen van het marmer. Het
geheel is harmonisch, omdat eene zelfde gedachte al de deelen bezielt
en aan ieder zijne eigenaardige plaats en beteekenis aanwijst; en deze
minder dan middelmatige fresko's dragen er alzoo mede toe bij, om aan
het geheele gebouw het passende monumentale karakter te geven.
Men vergat vooral niet, ons twee afbeeldingen der Heilige-Maagd te
laten zien, die op den geheelen berg in bijzondere eere worden
gehouden. De eerste hangt hoog boven den hoofdingang, en is zeer
moeilijk zichtbaar vanwege het dichte traliewerk. Een oude kaloyer, die
in het portaal zat, verhaalde ons, met groote breedsprakigheid, de
geschiedenis van dit beeld. Die historie kwam in 't kort hierop neer.
Theophilus, de patriarch van Alexandrië, de vijand van den heiligen
Johannes Chrysostomus, had in zijn twist met den monnik Isidorus,
eenige kloosters doen verbranden, en de schilderijen die zij bevatten
verstrooid. Een dezer schilderijen werd in zee geworpen, door de
golven op wonderdadige wijze naar den oever bij Iveron gevoerd, en
door een kaloyer, Gabriël genaamd, uit het water getogen. Thans prijkt
het heilige beeld boven de poort des kloosters.--De andere afbeelding is
in eene kleine kerk, aan de heilige Apostelen gewijd, geplaatst; het
bijna zwart geworden paneel heeft, op de hoogte van het gelaat, eene
breede wond of scheur, waaruit bloeddruppelen heeten te vloeien. Men
verhaalt u, dat omstreeks het jaar 650, het klooster door zeeroovers
overvallen en ingenomen werd. Hun hoofdman, een Ethiopiër van
geboorte, drong tot in deze kapel door, en trof de Heilige-Maagd met
zijn mes in het gelaat: aanstonds vloeide het bloed uit de gapende
wonde. De rooverhoofdman, door dit wonder getroffen, bekeerde zich;
met al zijne makkers nam hij het monnikskleed aan, en sleet zijn verder

leven in het klooster.
In de grieksche kloosters wordt de gastvrijheid op den meest
onbekrompen voet uitgeoefend, en zonder aanzien des persoons: Joden
en Muzelmannen worden evengoed ontvangen als Christenen. Niemand
behoeft iets te betalen; maar de Grieken zijn handige diplomaten; en
zonder rechtstreeks iets te vragen, weten zij u toch aan het verstand te
brengen, dat men eene of andere bijzondere gave van u verwacht,
indien ge sommige kostbare voorwerpen begeert te zien.
De higoumenos verhaalde ons, dat onder de weinige vreemdelingen,
die hier vertoefd hebben, sommigen ziek zijn geworden, ondanks het
zeer gezonde klimaat. Ik wil het gaarne gelooven. Hij die hier komt,
zonder bepaalde beweegreden, zooals, bij voorbeeld, belangstelling in
de oude kunstgewrochten, moet al spoedig de prooi worden van
doodelijke verveling. Het voedsel der monniken is slecht, de kamers in
de buitengalerijen zijn over dag brandend heet, de zindelijkheid laat
zeerveel te wenschen over, en de bergpaden zijn bijna ontoegankelijk.
Behalve de gulle ontvangst en de niet zeer rijke conversatie der
monniken, blijft er geene andere afleiding over dan de beschouwing der
omringende natuur, die inderdaad prachtig is en een onmetelijk
panorama voor uwe blikken ontrolt. Ongelukkig brengt de
kloosterregel mede, dat de poorten met zonsondergang gesloten worden:
gij kunt dus des avonds den onmetelijken horizon alleen aanschouwen
van een balkon, dat als een zwaluwennest onder het dak hangt.
Meermalen, wanneer wij des nachts door het slaan op de simanders
werden gewekt, verlieten wij onze kamer, om de nog half dommelende
monniken naar de kerk te zien gaan. Het was een eigenaardig tooneel:
die waggelende, door den ouderdom gebogen gestalten, in lange
mantels gehuld, en flauwelijk verlicht door de flikkerende vlam der
kleine lamp, die ieder in de hand droeg, langzaam langs de galerijen
gaande, terwijl de echo der sombere
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 17
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.