Anna Karenina

Lev Nikolaevica Tolstoi
Anna Karenina

The Project Gutenberg EBook of Anna Karenina, by Lev Nikolaevica
Tolstoi This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and
with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away
or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
with this eBook or online at www.gutenberg.net
Title: Anna Karenina
Author: Lev Nikolaevica Tolstoi
Release Date: August 18, 2004 [EBook #13214]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK ANNA
KARENINA ***

Produced by Jeroen Hellingman and the Distributed Proofreaders Team

Anna Karenina
Naar het Russisch van
Graaf Leo Tolstoï

EERSTE BOEK.

I.
Gelukkige huisgezinnen zijn elkander gelijk; ieder ongelukkig gezin is
daarentegen op bizondere wijze ongelukkig. In het huis der Oblonsky's

liep alles in de war. De huisvrouw was er achter gekomen, dat haar man
op te vertrouwelijken voet stond met de Fransche gouvernante, en
daarom had zij hem verklaard, niet langer met hem onder één dak te
willen leven. Dit was voor drie dagen voorgevallen en de daaruit
ontstane wanverhouding drukte evenzeer de echtgenooten zelf, als de
andere familieleden en het dienstpersoneel. Alle huisgenooten hadden
een gevoel, alsof er in hun samenzijn niet meer de rechte geest was,
alsof de gasten, die toevallig in een herberg samentreffen, meer met
elkander verbonden waren dan zij.
De huisvrouw verliet haar kamer niet, mijnheer was sedert eenige
dagen afwezig, de kinderen liepen als vergeten en verlaten door het
huis rond. De Engelsche bonne was 't met de huishoudster oneens
geworden en schreef aan een vriendin om naar een andere betrekking
voor haar om te zien. De kok had den vorigen middag reeds huis en
dienst verlaten, ook de onderkeukenmeid en koetsier eischten hun loon.
Op den derden dag ontwaakte Stipan Arkadiewitsch Oblonsky--Stiwa,
zooals hij door zijn vrienden genoemd werd--op den gewonen tijd en
wel 's morgens om acht uur, doch niet in zijn slaapkamer, maar in zijn
studeervertrek op een marokijnlederen sofa. Hij keerde zijn welgedaan
lichaam nog eens op de kussens om, om nog weder in te sluimeren,
omarmde het hoofdkussen en drukte zijn wang daar stevig tegen aan,
doch eensklaps richtte hij zich op, bleef overeind zitten en opende de
oogen.
"Ja, ja, hoe was het ook weer?" hij zocht zich een droom te herinneren.
"Ja, hoe was het toch? Juist! Alabin gaf een diner te Darmstadt, neen!
niet te Darmstadt.... Het was iets Amerikaansch. Ja, maar dan was
Darmstadt in Amerika. Ja, Alabin gaf een diner op glazen tafels, en die
tafels zongen: Il mio tesoro.... Neen, niet il mio tesoro ... iets veel
mooiers.... En daar waren kleine kristallen flesschen, en daar waren
vrouwen...."
De oogen van Stipan Arkadiewitsch glinsterden vroolijk en lachend
mijmerde hij verder.
"Ja, het was heerlijk, heerlijk mooi! O! daar was nog zooveel meer
schoons,--men kan zich dat wakend in het geheel niet meer
voorstellen--dat is onmogelijk!"
Daar hij juist een streep daglicht door de rolgordijnen zag schemeren,
wipte hij vlug zijn beenen van de sofa, tastte daarmede naar de

geborduurde pantoffels, een geschenk van zijn vrouw op zijn laatsten
verjaardag, en strekte toen, zooals hij negen jaar gewoon was, zonder
zich op te richten, de hand naar de plaats uit, waar in het slaapvertrek
zijn chambercloak placht te hangen. Daar hij dien niet vond, herinnerde
hij zich, waarom hij niet in het slaapvertrek ontwaakt was. De lach
verdween van zijn gelaat, zijn voorhoofd rimpelde zich.
"Ach, ach!" zuchtte hij, terwijl de voorstelling van alle bizonderheden
van de bewuste scène met zijn vrouw bij hem het besef van de
volslagen hopeloosheid van zijn toestand en het drukkende bewustzijn
zijner eigen schuld opwekte.
"Neen, zij zal het mij niet vergeven, zij kan niet vergeven! En het
ergste is, dat alles mijn schuld is! 't Is geheel en al mijn schuld en toch
ben ik de schuldige niet. Dat is het tragische er van!" dacht hij.
"Ach, ach!" steunde hij wanhopig en herinnerde zich die oogenbllkken
van dat tooneel, die voor hem het pijnlijkst waren. 't Onaangenaamste
was dat hij, toen hij vroolijk en vergenoegd uit den schouwburg te huis
komend met een groote peer voor zijn vrouw in de hand, deze niet in
het salon aantrof en tot zijn verwondering ook niet in het woonvertrek,
maar in de slaapkamer, met het ongelukkig, alles verradend briefje in
de hand!
Zij, de altijd bekommerde en zorgvolle, de naar zijn opvatting
oppervlakkige Dolly, zat daar onbeweeglijk met den brief in de hand en
zag tot hem op met een uitdrukking vol ontzetting en vertwijfeling,
maar waarin toch nog de hoop doorschemerde, dat hij alles zou kunnen
loochenen.
"Wat is dit? Wat is dit?" vroeg zij en wees op het briefje. En zooals het
dikwijls geschiedt, kwelde Stipan Arkadiewitsch niet zoozeer de zaak
zelf, als wel de wijze, waarop hij
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 275
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.