heuvel leidt de weg naar den Horn, den hoogsten top bij Altenahr, met grootsche bosschen en een prachtig uitzicht; bij helder weer ziet men van hier het Zevengebergte en zelfs de spitsen van den Keulschen dom.
Van Altenburg uit hebben wij op den ouden Romeinschen weg, die langs de wijnbergen loopt, een nieuw en wel het schoonste panorama van Altenahr, de ru?ne en de omringende heuvels.
Zooals reeds zoo dikwijls, valt ook hier weer het scheiden zwaar, nu we naar het in de buurt gelegen dorp Kreuzberg gaan met zijn oud slot en de nog oudere romeinsche brug.
Als we de brug overgaan, komen we na een stijging van den weg bij half vervallen huizen, en daar voorbij worden onze nieuwsgierigheid en onze wensch om zooveel mogelijk van al het schoone te genieten, volop bevredigd door het landschap dat zich nu voor onze oogen ontrolt.
Wij zien het slot Kreuzberg hier aan den achterkant, dan de erbij behoorende kerk en daartusschen den top van den bij Altenahr gelegen heuvel de Teufelsley en het door sprookjes omsponnen Teufelsloch. Hier moet namelijk de teleurgestelde Lucifer zijn bloedeigen grootmoeder door den toenmaals gesloten rotswand heen hebben gejaagd en haar een bijl achterna hebben gegooid, toen ze, in een schoon meisje veranderd, hem voor den gek had gehouden. Zoo en niet anders moet de zeldzame spleet in de rots zijn ontstaan.
Rondom de kerk en het slot ziet men de prachtig aangelegde wijnbergen, terwijl op den voorgrond aardappel- en korenvelden liggen.
Geen bezoeker van het Ahrdal verzuime dezen weg te bezoeken. Het halve uur, dat men noodig heeft voor oponthoud en heen- en terugreis, mag niet op het programma van den dag ontbreken.
Op den terugweg aan de brug gekomen, blijven we aan deze zijde der Ahr; hier toch verheft zich onmiddellijk voor onze oogen de vooral voor de geologen van beroep zoo belangwekkende en beroemde plagioklaasbazaltrots, de Kotzhardt.
Met eerbied en een zeker gevoel van genot gaan wij van daar, innerlijk gelukkig dat het ons vergund is, ook dit bijzonder mooie stuk natuur te hebben mogen zien en bewonderen.
Wij geven er nu de voorkeur aan, het voor ons liggend voetpad te volgen; in de schaduw der eiken en hazelaars komen we na twintig minuten wandelens aan het kerkje in het bosch bij Putzfeld.
We kunnen niet nalaten aan de vervallen kapel een bezoek te brengen. Daar binnen gekomen, verrijzen voor onzen geest de voorbijgegane eeuwen en alsof wij wakend droomden, zien wij met het oog van onzen geest in de voorste banken der kapel de familie van den bezitter van het goed, waarop eerst de aanzienlijke personen uit de plaats volgen en ten slotte de bewoners der omliggende plaatsen, allen aandachtig de woorden des priesters volgend, en onwillekeurig grijpt ook ons de eerbiedige stemming aan en wij hooren de laatste woorden van den priester, waar hij, zich tot de gemeente wendend, zegt "Ita missa est", en na den zegen te hebben ontvangen, verlaten wij met de gemeente het bedehuis.
Wij gaan het bergpad af, de brug over de Ahr over en staan nu voor Putzfeld zelf, met zijn armoedige inwoners en eigenaardig gebouwde huizen.
Men bemerkt, dat zelden naar dit plaatsje uitstapjes worden gemaakt, want de straten zijn stil en ledig, en ook op de wegen ontmoeten we op onzen verderen tocht bijna geen levend wezen.
Wij grijpen op onzen terugweg een gunstige gelegenheid om te rijden met vreugde aan, om weer te Altenahr te komen, terwijl we graag gebruik maken van het aanbod van den koetsier, om met hem naar het aan den straatweg naar Bonn gelegen dorp Kahlenborn te gaan.
Voor we in dat dorp zelf komen, hebben we op de Kahlenborner hoogte een prachtig vergezicht op het Zevengebergte. Binnen tien minuten zijn we in Kahlenborn aangekomen en vinden er zoo recht en echt het type van een duitsch dorp, dat nog weinig met de moderne beschaving in aanraking is gekomen.
Ofschoon wij graag het karakter van de huizen en het dorp nader wilden leeren kennen, moesten we ditmaal daar van afzien, want in den loop van het gesprek vernamen wij, dat in deze streek niet enkel de mooie natuur viel te bewonderen, maar dat wij ook heerlijke kunst konden genieten. Er bevindt zich namelijk in een zijdal van de Ahr, het Sahrdal, een zeer armelijk dorp, Kirchsahr met een kleine kapel. Daar vindt men boven het altaar een tryptiek van onschatbare kunstwaarde, door Meester Koenraad van Keulen geschilderd.
Binnen weinig tijd hebben wij den weg erheen afgelegd; wij krijgen de schriftelijke toestemming van den daar wonenden kapelaan, om het zeldzame kunstgewrocht op onze gevoelige plaat te mogen vastleggen, en we luisteren met open mond naar de woorden van den leeraar, die tevens koster is, waar hij ons vertelt, dat sinds de 34 jaren, waarin hij op dezen post is geplaatst, reeds dikwijls beproefd werd, de schilderij te photografeeren, doch dat tot heden noch hij, noch
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.