Aan de kust van Malabar, by
Emile Deschamps
The Project Gutenberg EBook of Aan de kust van Malabar, by Emile
Deschamps This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost
and with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it
away or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License
included with this eBook or online at www.gutenberg.org
Title: Aan de kust van Malabar De Aarde en haar Volken, 1909
Author: Emile Deschamps
Release Date: March 26, 2007 [EBook #20908]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK AAN DE
KUST VAN MALABAR ***
Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
Proofreading Team at http://www.pgdp.net/
Aan de kust van Malabar.
Naar het Fransch van Emile Deschamps.
I.--Mahé.--Algemeene aanblik.--De stad.--De markt.--De
bevolking.--De visscherswijk.--Rijstvelden en voetpaden.--De
Aldeeën.--Prijsuitdeeling.--De Mopla's.--De Polea's, lager dan de
Paria's.--Enkele bijzonderheden over de kasten.--
De kust van Malabar strekt zich in het Zuid-westen van het schiereiland
Voor-Indië uit over een lengte van ongeveer 540 kilometer tegenover
de Arabische Zee. Boven de kuststrook verheffen zich de West Ghats
met hun prachtige teakbosschen, en in de laagte vertoont het land veel
meren en plassen, die van de zee zijn gescheiden door duinen en door
vruchtbare vlakten. De havensteden, als Cochin, liggen niet aan zee,
maar aan de lagunen. Op de kust van Malabar begonnen de
veroveringen van de Portugeezen; daar stichtten de Franschen Mahé;
daar vestigden de Engelschen zich voor goed te Tellicherry in 1863.
Als men bij het verlaten van laatstgenoemde stad de houten brug op
palen betreedt, die over de rivier is geslagen en naar de fransche
bezitting Mahé leidt, heeft men een prachtig uitzicht. Rechts heeft men
de riviermonding met de reeks rotsen en de lijn van het witte schuim
der branding; aan den eenen kant de woning van den administrateur,
half begraven onder het hooge groen, waarboven palmen wuiven;
tegenover dat huis een zandige landtong, omzoomd met kokospalmen,
waarvan de kruinen zich buigen naar het blauwe water der zee; links de
blauwgrijze rivier, in glanzige kalmte, stroomend tusschen twee hagen
van groen, dat de warme tint heeft van het tropische gebladerte; op den
achtergrond in de verte de afgeronde bergtoppen van de Ghats; op den
voorgrond tuinen en aanplantingen, en heel boven de fijne, elegante
kruinen der kokospalmen, silhouetten van dakbungalows dicht aan het
water, wegschuilend in diepe schaduw. Op het water varen eenige
prauwen, slank en lang, voortgepagaaid door een inboorling, die aan
een der uiteinden staat. Op het punt, waar de woning van den resident
verrijst, teekent zich de vlaggestok van de fransche driekleur scherp
tegen het azuur der lucht af.
Daar passeeren enkele inboorlingen, bronskleurig, met zwarte,
schitterende oogen, gehuld in hun wit ruim overkleed; sommigen met
buizen aan, anderen met bloote schouders, allen met een reuzenhoed
van palmbladeren op het hoofd, dat daaronder bijna onzichtbaar is. De
vrouwen zijn wonderlijk gekapt, met een kegel van haar op zij van het
hoofd of aan den achterkant. Zij dragen eenzelfde rokje of pagne als de
mannen, met een stuk vuil linnen over de borst, die ten halve bedekt of
geheel naakt is. Daar loopen kleine kinderen als aapjes, met een lapje,
niet grooter dan een hand, om de decentie te redden of ook wel zonder
zulk een kleedingstuk; een soldaat met breeden, rooden gordel en een
tulband van dezelfde kleur, met bloote voeten en een wijde broek van
zware, blauwe stof en eindelijk een Europeaan met grooten helmhoed,
wit van het hoofd tot de voeten en gebruind door de lucht en het
klimaat.
Op het oogenblik van mijn aankomst was het overal kalm en rustig; ik
kreeg het gevoel, dat ik mij bevond in een slapende of verlaten stad. De
inboorlingen, die ik tegenkwam, liepen met ernstig gezicht zachtjes
voort, in groepjes en zwijgend, en van boven viel in de diepe schaduw
onder de hooge boomen een zware en heete lucht op ons neer. Men is
ten hoogste verbaasd, als men na eenige straten, of wat daarvoor moet
doorgaan, te hebben doorloopen, te hooren, dat dit nu Mahé is en te
vernemen, dat er niet minder dan 4000 inwoners leven. Slechts enkele
hutten vertoonen zich, en enkele honderden inboorlingen vormen de
menigte op de markt, ziedaar alles. Dat komt, doordien de hutten en
huisjes, die vrij ver uiteenstaan, verloren zijn in het hooge groen der
tuinen en verdwijnen achter de hooge bermen van de wegen.
Die geweldige bermen, die de wegen insluiten tot een hoogte van twee
meters en meer, worden in den regentijd overdekt met een echt tapijt
van kleine, teêre grassen, met mos en varenkruid, met kleine
begonia'tjes en andere planten, en de grond gaat geheel wegschuilen
onder de bekoorlijke bekleeding, die in wezen blijft gedurende een deel
van het droge seizoen. Ook de kleinste paden worden aldus omlijst.
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.