20.000 Mijlen onder Zee: Oostelijk Halfrond | Page 8

Jules Verne
vervaarlijke rookwolken door hare beide schoorsteenen naar boven stuwde.
Onze bagage werd onmiddellijk op het dek van het fregat gebracht. Ik haastte mij aan boord te komen en vroeg naar den kapitein. Een der matrozen bracht mij op de kampanje, waar ik een officier vond met een goed voorkomen, die mij de hand toestak.
"Mijnheer Pierre Aronnax?" vroeg hij.
"Dat ben ik," antwoordde ik hem. "Kapitein Farragut?"
"In eigen persoon. Wees welkom, mijnheer de professor; uw hut is voor u gereed."
Ik groette hem, en liet den kapitein verder voor het uitzeilen zorgen, terwijl ik mij de hut deed aanwijzen, welke voor mij bestemd was.
De Abraham Lincoln was voor hare nieuwe bestemming goed gekozen en uitgerust. Het was een snelzeilend fregat, met eene machine, welke eene stoomspanning van zeven atmosferen toeliet. Met deze drukking had de Abraham Lincoln een gemiddelde snelheid van 18,3 kilometer in het uur, eene aanzienlijke snelheid, maar onvoldoende om met den reusachtigen visch te wedijveren.
De inwendige inrichting van het fregat beantwoordde aan het overige. Ik was zeer tevreden over mijne hut, welke zich in het achterschip bevond en uitkwam in het officierssalon.
"Wij zullen hier op ons gemak zijn," zeide ik tegen Koenraad.
"Even goed als een slak in haar schelp!" antwoordde Koenraad.
Ik liet Koenraad onze koffers behoorlijk plaatsen en ging zelf weer naar boven om de toebereidselen tot de afvaart te zien. Op dit oogenblik liet de kapitein de laatste trossen, welke het fregat aan de kaai van Brooklijn bevestigden, losgooien. Als ik dus een kwartier later gekomen was, zou het schip zonder mij vertrokken zijn, en ik had dien buitengewonen, bovennatuurlijken en onwaarschijnlijken tocht niet medegemaakt, waarvan het ware verhaal evenwel niet overal geloof zal vinden. Maar de kapitein wilde geen dag, geen uur zelfs verliezen om de zee te bereiken waar het dier het laatst gezien was. Hij liet den machinist op het dek komen.
"Hebben wij drukking genoeg?" vroeg hij.
"Ja wel, mijnheer," antwoordde de machinist.
"Go head!" riep daarop kapitein Farragut.
Dit bevel werd naar de machinekamer overgebracht door middel van een toestel met samengeperste lucht, en de onder-machinist draaide de kruk om, welke de machine in beweging moest brengen; de stoom drong sissende in de geopende pijpen; lange horizontale stampers zuchtten en brachten de zuigerstang in beweging, de schroef draaide met toenemende snelheid in het water rond, en de Abraham Lincoln stoomde statig voorwaarts, te midden van een honderdtal kleine schepen en bootjes vol toeschouwers, die het fregat uitgeleide deden.
De kaaien van Brooklyn en van New-York langs de Oostrivier wemelden van nieuwsgierigen. De hoezee's van 500,000 monden barstten achtereenvolgens los. Duizenden zakdoeken wuifden boven de dichte menigte en riepen de Abraham Lincoln een laatst vaarwel toe, totdat het schip in de Hudson kwam, tegenover het uiteinde van het schiereiland, waarop New-York gebouwd is. Toen volgde het aan de zijde van New-Jersey den schoonen, met buitenplaatsen bezaaiden rechteroever van den stroom, en stoomde tusschen de forten door, welke het met kanonschoten begroetten. De Abraham Lincoln beantwoordde dien groet met het driemaal hijschen van de Amerikaansche vlag, waarvan de 39 sterren aan de bazaansmast prijkten; daarop verminderde het fregat zijne snelheid om het afgebakende vaarwater te houden, hetwelk met eene bocht door de binnenbaai bij Kaap Sandy-Hook loopt, en stoomde strijkelings voorbij deze zandige landtong waar duizenden toeschouwers het nog eens toewuifden.
De vloot van scheepjes en booten volgde het fregat nog altijd en verliet het niet eer dan op de hoogte van het vuurschip, welks beide lichten den ingang van het nauwe vaarwater te New-York aanduiden.
Het sloeg toen drie uur. De loods ging weer in zijne boot en roeide naar den schoener, die hem onder den wind wachtte. De vuren werden aangestookt, de schroef draaide sneller in de golven, het fregat liep langs de gele en lage kust van Long-Island, en om acht uur des avonds stoomde het met volle kracht over de grauwe golven van den Oceaan voorwaarts na in het noordwesten de vuur-bakens van Fire-Island uit het oog te hebben verloren.
HOOFDSTUK IV
Ned Land.
Kapitein Farragut was een flink zeeman, en het fregat waard dat hij commandeerde. Zijn schip en hij vormden slechts een geheel; hij was er de ziel van. Hij twijfelde geen oogenblik aan het bestaan van den eenhoorn, en hij duldde niet dat men daarover aan boord twistte. Hij geloofde er aan, zooals sommige oude wijven aan het bestaan van den Leviathan gelooven, uit geloofsovertuiging, niet door redeneering. Het monster bestond, hij zou er de zee van bevrijden, dit had hij gezworen. Het was een soort van ridder van Rhodus, een Dieudonné de Gozon, die de slang opzocht, welke dit eiland verwoestte. Of de kapitein zou den eenhoorn dooden of dit dier zou den kapitein dooden; een middelweg bestond er niet. De officieren deelden het gevoelen van den commandant. Men had ze eens moeten hooren spreken over de verschillende kansen eener ontmoeting, en den uitgestrekten Oceaan zien bekijken. Meer dan
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 79
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.